Voorsterfelijke ordening Zie ook Voorsterfelijk leven Gods voorsterfelijke ordening van zijn kloekmoedige geestkinderen om tijdens hun sterfelijk leven een bepaalde zending te vervullen. God heeft de grenzen van de volken vastgesteld, Deut. 32:8. Voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u aangesteld tot profeet, Jer. 1:5. God heeft de van tevoren toegemeten tijden bepaald, Hand. 17:26. Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij ook van tevoren bestemd, Rom. 8:28–30. Hij heeft ons in Hem uitverkoren vóór de grondlegging van de wereld, Efez. 1:3–4. Jezus Christus van tevoren bestemd als de Verlosser, 1 Petr. 1:19–20 (Openb. 13:8). Zij zijn geroepen en voorbereid sedert de grondlegging van de wereld, Alma 13:1–9. Ik bemerkte de edelen en groten die in het begin waren uitgekozen, LV 138:55–56. Mijn geliefde Zoon is uitverkoren geweest vanaf het begin, Moz. 4:2. Abraham werd gekozen voordat hij geboren was, Abr. 3:23.