Goede herder Zie ook Jezus Christus Jezus Christus is de goede herder. Symbolisch zijn zijn volgelingen als schapen waar Jezus over waakt. De Heer is mijn herder, Ps. 23:1. Als een herder zal Hij zijn kudde weiden, Jes. 40:11. Zo zal Ik naar mijn schapen op zoek gaan, Ezech. 34:12. Ik ben de goede herder, Joh. 10:14–15. Jezus is de grote herder van de schapen, Hebr. 13:20. Hij telt zijn schapen en zij kennen Hem, 1 Ne. 22:25. De goede herder roept u met zijn eigen naam, die Christus is, Alma 5:38, 60. Er zal één kudde en één herder zijn, 3 Ne. 15:21 (Joh. 10:16).