BJS, Genesis 9:4–6. Vergelijk Genesis 8:20–22
Na de watervloed vraagt Noach de Heer om de aarde niet nogmaals te vervloeken.
4 En Noach bouwde een altaar voor de Heer, en nam van alle reine dieren, en van alle reine vogels, en offerde brandoffers op het altaar; en hij betuigde de Heer zijn dank, en verheugde zich in zijn hart.
5 En de Heer sprak tot Noach, en zegende hem. En Noach rook een aangename geur, en hij zei in zijn hart:
6 Ik zal de naam van de Heer aanroepen, opdat Hij de aardbodem niet nogmaals zal vervloeken omwille van de mens; want de inbeelding van het hart van de mens is slecht van zijn jeugd af; en opdat Hij niet nogmaals al wat leeft zal vervloeken, zoals Hij gedaan heeft, zolang de aarde blijft bestaan;
BJS, Genesis 9:10–15. Vergelijk Genesis 9:4–9
De mens wordt verantwoordelijk gehouden voor het vergieten van het bloed van dieren en van mensen. God sluit met Noach en zijn zonen hetzelfde verbond als Hij met Henoch had gesloten.
10 Maar het bloed van alle vlees dat Ik u tot voedsel heb gegeven, zal vergoten worden op de grond, hetgeen het leven daarvan wegneemt, en het bloed zult u niet eten.
11 En voorwaar, er zal geen bloed vergoten worden, dan alleen tot voedsel, om uw leven te behouden; en van het bloed van ieder dier zal Ik u rekenschap vragen.
12 En wie het bloed van een mens vergiet, door de mens zal zijn bloed vergoten worden; want de mens zal niet het bloed van de mens vergieten.
13 Want een gebod geef Ik dat de broeder van ieder mens het leven van de mens zal bewaren, want naar mijn eigen beeld heb Ik de mens gemaakt.
14 En een gebod geef Ik u: Wees vruchtbaar en vermenigvuldig u; breng overvloedig voort op de aarde en vermenigvuldig u daarop.
15 En God sprak tot Noach, en tot zijn zonen met hem en zei: En Ik, zie, Ik zal mijn verbond met u oprichten dat Ik met uw vader Henoch heb gesloten aangaande uw nakomelingen na u.
BJS, Genesis 9:21–25. Vergelijk Genesis 9:16–17
God stelt de regenboog aan de hemel ter herinnering aan zijn verbond met Henoch en met Noach. In de laatste dagen zal de algemene samenkomst van de Kerk van de Eerstgeborene zich bij de rechtvaardigen op aarde voegen.
21 En de boog zal in de wolk zijn; en Ik zal die aanschouwen, zodat Ik het eeuwigdurend verbond zal gedenken dat Ik gesloten heb met uw vader Henoch; dat wanneer de mensen al mijn geboden onderhouden, Zion wederom op aarde zal komen, de stad van Henoch die Ik tot Mij heb genomen.
22 En dit is mijn eeuwigdurend verbond: dat wanneer uw nageslacht de waarheid omhelst en omhoogblikt, Zion dan omlaag zal blikken en alle hemelen van blijdschap zullen beven en de aarde van vreugde zal trillen;
23 en de algemene samenkomst van de kerk van de Eerstgeborene zal uit de hemel neerdalen en de aarde bezitten en zal verblijven totdat het einde komt. En dit is mijn eeuwigdurend verbond dat Ik gesloten heb met uw vader Henoch.
24 En de boog zal in de wolk zijn en Ik zal mijn verbond met u oprichten dat Ik tussen Mijzelf en u heb gesloten voor ieder levend schepsel van alle vlees dat op de aarde zal zijn.
25 En God zei tot Noach: Dit is het teken van het verbond dat Ik heb opgericht tussen Mijzelf en u; voor alle vlees dat op de aarde zal zijn.