Hoe de Heer de wereld op de herstelling heeft voorbereid
De Heer heeft de wereld op talloze manieren op de herstelling van zijn evangelie voorbereid. Zijn evangelie is personen, gezinnen, gemeenschappen, naties en de wereld tot zegen.
De Heer bereidde de wereld lang voordat de Vader en de Zoon in 1820 aan Joseph Smith verschenen, op de herstelling van het evangelie van Jezus Christus voor. In feite begon de Heer enkele dagen vóór de schepping van de aarde de herstelling van de volheid van zijn evangelie voor te bereiden.
Uit de openbaring in oktober 1918 aan president Joseph F. Smith (1838–1918), die we als Leer en Verbonden 138 kennen, leren we dat de eerste leiders van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en vele ‘andere uitverkoren geesten […] bewaard waren om in de volheid der tijden op aarde te komen en deel te nemen aan het leggen van de grondslag voor het grootse werk van de laatste dagen’ (Leer en Verbonden 138:53, cursivering toegevoegd).
President Smith zag ‘dat zij ook tot de edelen en groten behoorden die in het begin waren uitgekozen’ (Leer en Verbonden 138:55). Hij vervolgde: ‘Zij [ontvingen], met vele anderen, hun eerste lessen in de geestenwereld en werden erop voorbereid om in de bestemde tijd van de Heer op aarde te komen, om in zijn wijngaard te werken voor het heil van de zielen van de mensen’ (Leer en Verbonden 138:56; cursivering toegevoegd).
Na de schepping van de aarde spraken, zongen, droomden en profeteerden de oude ‘profeten door de eeuwen heen’ over de toekomstige ‘tijden waarin alle dingen worden hersteld’ (Handelingen 3:21; zie ook Lukas 1:67–75).
Toen hij zich over de eerste profeet van de herstelling van de Kerk van Jezus Christus uitliet, zei president Brigham Young (1801–1877): ‘De Heer hield [Joseph Smith] in het oog, en zijn vader en zijn grootvader, en hun voorzaten tot aan Abraham, en van Abraham tot de zondvloed, van de zondvloed tot aan Henoch, en van Henoch tot Adam. Hij sloeg die familie gade en het bloed dat vanaf de bron gestroomd heeft tot aan de geboorte van die man. [Joseph Smith] is in de eeuwigheid geordend om deze laatste bedeling te presideren.’1
Nu we dit jaar de tweehonderdste verjaardag van het eerste visioen vieren, is het misschien gepast om de vele vrouwen en mannen te gedenken die door de eeuwen heen door de Heer geïnspireerd werden, terwijl Hij de wereld voorbereidde op de herstelling die begon toen de Vader en de Zoon aan de jonge Joseph Smith verschenen, toen hij in 1820 vergeving en leiding zocht.
Als we in de geschiedenis terugkijken, ontdekken we dat er in de wereld veel revoluties hebben plaatsgevonden die mensen op de herstelling van de Kerk van de Heer in de laatste dagen hebben voorbereid.2
De manuscriptrevolutie
Een van de belangrijkste manieren waarop de Heer de wereld op het herstel van zijn evangelie voorbereidde, was door een manuscriptrevolutie die voortkwam uit de uitvinding en het gebruik van papyrus en perkament.3
Perkament, gemaakt van dierenhuid, werd in de oudheid en de vroegmoderne tijd als schrijfmateriaal gebruikt.4 De vroegst bekende exemplaren van de Hebreeuwse Bijbel (Oude Testament) en veel belangrijke latere exemplaren van de Bijbel zijn op perkament bewaard gebleven.5
Papyrus, gemaakt van het merg van de papyrusplant, is een ander materiaal dat in de oudheid als schrijfmateriaal werd gebruikt. De vroegste exemplaren van de boeken in het Nieuwe Testament zijn op papyrus bewaard gebleven.
Dit schrijfmateriaal maakte het, in vergelijking met het schrijven op stenen of kleitabletten, gemakkelijk voor schrijvers om Gods woorden te noteren die zij via geïnspireerde profeten en apostelen ontvingen. Met behulp van dit schrijfmateriaal hebben vele ontelbare en onbekende klerken ijverig heilige geschriften meerdere malen gekopieerd, doorgegeven en bewaard, zodat de vlammen van het geloof nooit gedoofd werden.
Zo heb ik onlangs vernomen dat ‘er meer dan honderd manuscripten van het Evangelie van Mattheüs in het Grieks zijn geschreven’, samen met veel andere Bijbelse manuscripten die in de Middeleeuwen op perkament zijn gemaakt.6
De boekdrukkunstrevolutie
Zoals ik vaak heb gezegd, inspireerde de Heer opnieuw een monumentale stap in de voorbereiding van de wereld op de herstelling van zijn heilbrengende evangelie toen een Duitse goudsmid, Johannes Gutenberg, de druktechnieken die voor het eerst in China waren gebruikt, aanpaste om de drukpers in 1439 of 1440 te produceren.7
Gutenberg was een werktuig in de hand van de Heer om kennis, begrip en geloof in de wereld te vergroten.8 Zijn uitvinding leidde tot de boekdrukkunstrevolutie die de wereld voorgoed veranderde door de brede verspreiding van ideeën en informatie die ‘katalysators voor verandering’ werden.9
Geleerden schatten dat er in Europa ongeveer dertigduizend boeken bestonden toen Gutenberg de Bijbel op zijn drukpers publiceerde. Binnen vijftig jaar na zijn uitvinding waren er in Europa meer dan twaalf miljoen boeken.
De Protestantse Reformatie gebruikte Gutenbergs uitvinding om haar ideeën te verspreiden en om de Bijbel naar het gewone volk te brengen, op een manier die niemand van een eerdere generatie zich ooit had kunnen voorstellen.
De alfabetiseringsrevolutie en de vertaling van de Bijbel
De boekdrukkunstrevolutie voedde en werd gevoed door de toenemende alfabetisering en de groeiende honger van de gewone mensen in Europa om de heilige woorden van de Schrift in hun eigen taal te lezen.
De Latijnse Bijbel, in de vijfde eeuw na Christus uit het Grieks en Hebreeuws vertaald, was al duizend jaar de officiële Bijbel van de westelijke Katholieke kerk.10 Eeuwenlang leerden veel Europeanen vooral door preken van priesters over de Bijbel.
Maar in de 15e en 16e eeuw vertaalden godsdienstige hervormers de Bijbel in de meest voorkomende talen van Europa, zoals Duits, Italiaans, Engels, Spaans en Frans. Deze vertalingen waren meestal gebaseerd op de oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse teksten – niet op de Latijnse Bijbel. Zij stelden tienduizenden in staat om de verhalen en leringen van de Bijbel in hun eigen taal te lezen.
Maarten Luther, geboren in 1483, was een van de koplopers in het uitgeven van de Bijbel in de taal van zijn tijd. Zijn Duitse vertaling werd in 1534 gepubliceerd, een cruciaal jaar in de geschiedenis van het westerse christendom.11 Luthers geloof in de kracht van de Schriften voedde de Reformatie. Andere hervormers bevorderden het onderwijs, zodat iedereen de mogelijkheid zou hebben om zelf in de Schriften te lezen.
Sommige godsdienstige leiders waren bang dat een wijdverspreide lezing van de Bijbel tot ketterij, gezagsondermijning en zelfs burgerlijke onrust zou leiden. Ze reageerden door veel mensen die de Bijbel in gewone alledaagse taal vertaalden of die een exemplaar van de Schriften in gewone taal bezaten, gevangen te zetten, te martelen en zelfs ter dood te brengen.
William Tyndale, geboren rond 1494, kwam op het toneel toen Maarten Luther moedig aan de Duitse vertaling van de Bijbel werkte.12 Toen Tyndale nog een jonge man was, kreeg hij het idee om een nieuwe en betere Engelse versie van de Bijbel op basis van de oorspronkelijke talen Hebreeuws en Grieks te maken.
Rond 1523 verzocht hij de katholieke bisschop van Londen om steun en goedkeuring voor zo’n versie, maar dat werd krachtig afgewezen. Omdat door de synode van Oxford in 1408 een verbod op het vertalen van de Bijbel was aangenomen, had Tyndale officiële toestemming nodig om zonder inmenging door te gaan.
Tyndale ging in het geheim toegewijd aan het werk om de Bijbel in het Engels te vertalen. Hij voltooide de vertaling van het Nieuwe Testament in 1525. Tyndales vertaling werd in Keulen gedrukt en naar Engeland gesmokkeld, waar ze begin 1526 werd verkocht.
Uiteindelijk werd Tyndale gewurgd toen hij begin oktober 1536 aan de brandstapel gebonden was, net als veel andere mannen en vrouwen die ter dood werden gebracht omdat ze wilden dat het gewone volk toegang tot de Schriften in hun eigen taal zou krijgen.13 Desalniettemin leefde zijn Engelse vertaling voort doordat zijn woorden en zinnen en grote gedeelten van zijn vertaling in de King Jamesbijbel werden opgenomen.14
De King Jamesbijbel, gepubliceerd in 1611, werd officieel door de Anglicaanse kerk aangenomen en beïnvloedde later de herstelling van het evangelie van Jezus Christus op verschillende belangrijke manieren.15 Ten tijde van de geboorte van Joseph Smith in 1805 was het de meest gelezen Engelse Bijbel. De meeste families, waaronder die van Joseph en Lucy Mack Smith, bezaten toen een Bijbel en lazen er regelmatig uit. In feite hebben veel mensen leren lezen doordat er thuis uit de Bijbel werd voorgelezen en ze hem zelf bestudeerden.
De politieke en communicatierevoluties
De boekdrukkunst-, vertaal- en alfabetiseringsrevoluties hebben de weg vrijgemaakt voor politieke en technologische revoluties die tussen de 17e en 19e eeuw in Europa en Amerika plaatsvonden. Het veranderende politieke klimaat in Europa en Amerika gaf de mensen meer vrijheid om hun eigen godsdienstige weg te kiezen. Godsdienstvrijheid was een van de vele resultaten van de politieke revoluties die in deze periode plaatsvonden.
De Heer begon ook zijn Geest op alle vlees uit te storten (zie Joël 2:28; Geschiedenis van Joseph Smith 1:41), ook op hen die droomden van nieuwe transport- en communicatietechnologieën die zijn herstelling op spectaculaire wijze vooruit zouden helpen.
Terwijl de Heer zijn profeet voorbereidde, inspireerde Hij mannen en vrouwen om technologieën zoals het telegram, kanalen, spoorwegen en stoommachines uit te vinden, zodat het evangelie aan de hele wereld kon worden verkondigd.
Op talloze andere manieren bereidde de Heer de wereld op de herstelling van zijn evangelie voor zodat het personen, gezinnen, gemeenschappen, naties en de wereld tot zegen kon zijn.
De familie Smith geleid
Als we bedenken hoe de Heer de wereld op de herstelling heeft voorbereid, moeten we altijd in gedachten houden dat Hij veel tot stand heeft gebracht door gewone mannen en vrouwen die in sommige gevallen buitengewone dingen hebben gedaan.
Veel personen en gezinnen uit landen over de hele wereld waren bereid om de boodschap van de herstelling te ontvangen. Onder meer de ouders van de profeet, Joseph en Lucy Mack Smith, twee diepgeestelijke personen die in een cultuur opgroeiden waar ze leerden om Jezus Christus lief te hebben en de Bijbel te bestuderen.
Jarenlang hadden Joseph en Lucy financiële, gezondheids- en andere tegenslagen gekend in New England, in het noordoosten van de Verenigde Staten. In 1816, toen ze door de wereldwijde klimaatverandering als gevolg van de uitbarsting van de Tambora in Indonesië hun oogst verloren, restte Joseph en Lucy niets anders dan New England opgeven en het moedige besluit nemen om het vangnet van familie, vrienden en gemeenschap te verlaten.
Zoals in deel 1 van de nieuwe geschiedenis van de kerk staat: ‘Joseph sr. hield erg veel van zijn vrouw en kinderen, maar hij was nooit in staat geweest hun veel zekerheid te bieden. Tegenslagen en mislukte investeringen hadden ervoor gezorgd dat het gezin arm en ontheemd was. Misschien zouden in New York hun kansen keren.’16
In veel opzichten hebben de tegenslagen in New England de familie Smith naar het westen van New York gedreven, waar de godsdienstige onrust toenam die Joseph Smith jr. inspireerde om zich in zijn zoektocht naar vergeving en leiding tot de Heer te wenden. Het was ook de plek waar de gouden platen verborgen lagen, totdat hij ze zou vinden, vertalen en publiceren.
De hand van de Heer in ons leven (h)erkennen
Zoals de Heer de familie Smith in hun tegenslagen leidde, is Hij ook in staat om ons sterk te maken, ons nieuwe lessen te leren en ons door mislukkingen en tegenslagen voor te bereiden op een heel andere toekomst dan wij ons kunnen indenken.
Als we bedenken hoe de hand van de Heer zich in het leven van de familie Smith manifesteerde, moeten we erkennen dat zijn hand zich ook in het leven van ieder van ons manifesteert. De hand van de Heer in ons leven ontdekken, vereist geestelijke gevoeligheid en in veel gevallen tijd en perspectief. Gelukkig kunnen patriarchale zegens, persoonlijke dagboeken en persoonlijke levensverhalen een lens bieden om te zien hoe de hand van de Heer zich in ons leven manifesteert.
De Heer heeft in 1831 in een openbaring verklaard: ‘En in niets geeft de mens God aanstoot, ofwel tegen niemand is zijn verbolgenheid ontbrand, dan alleen tegen hen die niet in alle dingen zijn hand belijden en zijn geboden niet gehoorzamen’ (Leer en Verbonden 59:21).
Onze bereidheid om de geboden van de Heer Jezus Christus te gehoorzamen, in het bijzonder de twee grote geboden om God en onze naaste als onszelf lief te hebben, wordt versterkt als we naar de hand van de Heer in ons leven en bij het voorbereiden van de wereld op het herstel van de Kerk van Jezus Christus zoeken en die erkennen. Het is ‘een wonderbaar werk en een wonder’ (2 Nephi 25:17).
De Heer bereidt de wereld nu op zijn wederkomst voor, net zoals Hij de wereld op de herstelling van zijn eeuwige evangelie heeft voorbereid. Ook hier is zijn hand niet alleen zichtbaar in de gebeurtenissen van historisch belang, maar ook in het leven van personen.
Toen Joseph Smith het bos inging dat we nu heilig noemen, zocht hij naar vergeving en leiding.17 In zekere zin reageerde hij op de inspirerende uitnodiging van de Heer in het evangelie van Mattheüs:
‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven.
‘Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel;
‘want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht’ (Mattheüs 11:28–30).
Ik getuig dat de hand van de Heer de wereld al in het begin op de herstelling van het ‘ware, zuivere, eenvoudige evangelie’ van Jezus Christus heeft voorbereid; de ‘verlossende leer van Christus’ die voor alle kinderen van God beschikbaar is.18 Ik getuig ook dat de hand van de Heer ieder van ons aanspoort om Hem te volgen, anderen te dienen en Hem lief te hebben terwijl Hij de wereld op zijn heerlijke wederkomst voorbereidt.