2020
Een machtige verandering van hart
April 2020


Een machtige verandering van hart

We kunnen dankzij de verzoening van Jezus Christus niet alleen van zonde gereinigd worden; we kunnen ook van zondigheid genezen worden.

rusted metal heart

Met de val van Adam deden ziekte en zonde hun intrede in de wereld. Beide kunnen in hun eigen sfeer fataal zijn. Van alle ziekten is kanker wellicht het meest ingrijpend en verwoestend. In sommige landen krijgt meer dan een derde van de bevolking vroeg of laat een vorm van kanker, en is het in bijna een kwart van alle sterfgevallen de doodsoorzaak.1 Kanker begint vaak met één cel, zó klein dat die alleen met een microscoop te zien is. Maar kanker kan zich razendsnel uitbreiden en uitzaaien.

Kankerpatiënten ondergaan behandelingen om de ziekte terug te dringen. Iemand wordt kankervrij verklaard als er geen spoor van de ziekte meer te vinden is. Deskundigen hameren er echter op dat een patiënt weliswaar kankervrij kan zijn, maar dat hij of zij daarmee niet altijd genezen is.2 Patiënten die kankervrij zijn, hebben dus reden voor opluchting en hoop, maar hopen altijd op meer: ze hopen ooit volledig te genezen. Eén bron stelt: ‘Om iemand van kanker genezen te verklaren, moet men wachten en zien of de kanker ooit terugkomt. Tijd is dus de cruciale factor. Als een patiënt een paar jaar kankervrij blijft, is de kanker mogelijk genezen. Bepaalde soorten kanker kunnen na vele jaren toch weer de kop opsteken.’3

Ziekte en zonde

Hoe verwoestend kanker ook voor het lichaam is, zonde is nog verwoestender voor de ziel. Zonde begint meestal klein – soms onmerkbaar klein – maar kan razendsnel om zich heen grijpen. Zonde verziekt, verlamt en doodt uiteindelijk de ziel. Zonde is de belangrijkste oorzaak – eigenlijk de enige oorzaak in de hele schepping – van de geestelijke dood. De behandeling van zonde is bekering. Ware bekering is honderd procent doeltreffend om de zondaar zondenvrij, ofwel door vergeving vrij van zonde, te maken. Deze toestand van vergeving schenkt de ziel verlichting en vreugde. Maar vergeving van zonden ontvangen en vrij zijn van de symptomen en gevolgen ervan, betekent niet noodzakelijkerwijs dat de zondaar volledig genezen is. Het hart van de gevallen mens blijft op de een of andere manier vatbaar voor zonde. Zonde kan dus, zelfs nadat iemand jarenlang zondenvrij is, toch weer de kop opsteken. Zondenvrij blijven, of met andere woorden: vergeving van zonden behouden, is cruciaal om volledig te genezen.

Gereinigd en genezen

Deze analogie maakt duidelijk dat we in geestelijk opzicht niet alleen van zonde gereinigd, maar ook van zondigheid genezen moeten worden. De strijd tussen onze wil om het goede te doen en onze aard om het kwade te doen, kan vermoeiend zijn. Als we trouw blijven, zullen we niet zozeer zegevieren omdat we onze wil aan onze aard hebben opgelegd, maar omdat we onze wil aan God hebben overgegeven en Hij onze aard heeft veranderd.

Koning Benjamin heeft gezegd: ‘Want de natuurlijke mens is een vijand van God, en is dat vanaf de val van Adam geweest, en zal dat voor eeuwig en altijd zijn, tenzij hij zich overgeeft aan de ingevingen van de Heilige Geest en de natuurlijke mens aflegt […] door de verzoening van Christus, de Heer’ (Mosiah 3:19). Het volk van Benjamin bad naar aanleiding van deze en andere leringen: ‘O, wees barmhartig en laat het zoenbloed van Christus gelden, opdat wij vergeving van onze zonden zullen ontvangen en ons hart gereinigd wordt’ (Mosiah 4:2; cursivering toegevoegd). De Heer willigde hun tweeledige verzoek na hun gebed in. Eerst gebeurde het ‘dat de Geest van de Heer op hen kwam en zij met vreugde waren vervuld, omdat zij vergeving van hun zonden hadden ontvangen en gemoedsrust hadden’ (Mosiah 4:3).

Koning Benjamin zag dat ze ‘zondenvrij’ waren, en spoorde ze tot volledige genezing aan door ze te leren hoe ze zondenvrij konden blijven (zie Mosiah 4:11–30). Hij beloofde: ‘Ik zeg u dat indien u dat doet, u zich altijd zult verblijden en met de liefde van God vervuld zult zijn, en altijd vergeving van uw zonden zult behouden’ (Mosiah 4:12).

Het volk geloofde en verbond zich aan de woorden van koning Benjamin. Daarop verhoorde de Heer het tweede deel van hun gebed – opdat ‘[hun] hart gereinigd wordt’. Het volk riep vol dankbaarheid en lof uit: ‘De Geest van de almachtige Heer [heeft] een grote verandering in ons, ofwel in ons hart, […] teweeggebracht, waardoor wij niet meer geneigd zijn om kwaad te doen, maar wél om voortdurend goed te doen’ (Mosiah 5:2). Koning Benjamin legde uit dat die grote verandering betekende dat ze uit God geboren waren (zie Mosiah 5:7).

‘Hoe is het geschied?’

De profeet Alma heeft gezegd dat we ons zowel moeten bekeren als wedergeboren moeten worden – geboren uit God, in ons hart veranderd (zie Alma 5:49). Als we ons voortdurend bekeren, zal de Heer al onze zonden wegnemen en zal Hij datgene wegnemen wat op natuurlijke wijze zonde in ons veroorzaakt of mogelijk maakt. Maar, in de woorden van Enos, ‘Heer, hoe is het geschied?’ (Enos 1:7.) Het antwoord is eenvoudig, maar toch diepzinnig en eeuwig. Tot hen die van een lichamelijke of geestelijke aandoening genezen zijn, heeft de Heer verklaard: ‘Uw geloof heeft u behouden’ (zie Markus 5:34; Enos 1:8).

De machtige verandering van hart die Alma onderging, werd ‘naar zijn geloof’ teweeggebracht. Het hart van zijn volgelingen werd veranderd toen zij ‘hun vertrouwen in de ware en levende God’ stelden (Alma 5:12, 13). Het hart van het volk van koning Benjamin werd ‘door geloof in zijn naam [van de Heiland] veranderd’ (Mosiah 5:7).

Willen we dat soort geloof hebben, zodat we met heel ons hart op de Heer kunnen vertrouwen, dan moeten we doen wat tot geloof leidt en dan doen waartoe geloof leidt. Van de vele zaken die tot geloof leiden, heeft de Heer in de context van deze verandering van hart de nadruk op vasten, gebed en het woord van God gelegd. En hoewel geloof tot van alles leidt, is bekering de eerste vrucht ervan.

In de volgende twee verzen uit het boek Helaman komen die beginselen naar voren. Eerst lezen we van een volk: ‘[Zij] vastten en baden dikwijls, en werden steeds […] onwrikbaarder in het geloof in Christus, […] ja, zodat hun hart gereinigd en geheiligd werd, welke heiliging tot stand kwam door de overgave van hun hart aan God’ (Helaman 3:35). Vervolgens leren we van de Lamanitische profeet Samuel dat ‘de heilige Schriften […], ja, de profetieën van de heilige profeten, […] hen tot geloof in de Heer voer[en], en tot bekering, welk geloof en welke bekering hun een verandering van hart breng[en]’ (Helaman 15:7).

diamond heart

Op God aangewezen

Op dit punt moeten we erkennen dat deze machtige verandering van hart waarover we spreken, in ons en niet door ons teweeggebracht wordt. We zijn in staat om ons te bekeren, om ons gedrag, onze houding, zelfs onze verlangens en onze overtuigingen te veranderen, maar we zijn niet bij machte om onze aard te veranderen. Voor die machtige verandering zijn we volledig op onze almachtige God aangewezen. Hij is het die ons hart genadig zuivert en onze aard verandert ‘na alles wat wij kunnen doen’ (2 Nephi 25:23). Zijn uitnodiging om ons te ‘bekeren, en met een volmaakt voornemen van hart tot Mij [te] komen’, is onveranderlijk en zeker, waarna ‘Ik [u] zal genezen’ (3 Nephi 18:32; cursivering toegevoegd).

Onze genezing van zondigheid heeft tot gevolg dat we worden ‘veranderd van [onze] vleselijke en gevallen staat in een staat van rechtvaardigheid, [en] zijn zonen en dochters worden; en aldus worden [wij] nieuwe schepselen’ (Mosiah 27:25, 26). Ons gelaat straalt het licht van Christus uit. Bovendien staat er in de Schriften dat ‘ieder die uit God geboren is, niet zondigt’ (1 Johannes 5:18). Dat is niet zo omdat we dan niet kunnen zondigen, maar omdat het onze aard is geworden om niet te zondigen. Dat is werkelijk een machtige verandering.

Bedenk dat een machtige verandering van hart een proces is dat tijd vergt, en geen eenmalige gebeurtenis is. De verandering vindt doorgaans geleidelijk plaats, soms in onmerkbaar kleine stapjes, maar zij is wel echt en krachtig, en noodzakelijk.

Als u een dergelijke machtige verandering nog niet hebt ondervonden, zou ik u willen vragen: hebt u zich bekeerd en vergeving van uw zonden ontvangen? Bestudeert u de heilige Schriften? Vast en bid u dikwijls, zodat u ‘steeds onwrikbaarder in het geloof in Christus’ wordt? Hebt u voldoende geloof om de Heer met heel uw hart te vertrouwen? Bent u standvastig in dat geloof? Let u op uw gedachten, woorden en daden, en onderhoudt u de geboden van God? Doet u die dingen, dan zult u zich altijd verblijden, met de liefde van God vervuld zijn en altijd vergeving van uw zonden behouden. En als u zondenvrij blijft, zult u genezen en veranderd worden!

Jezus Christus heeft de macht om ons van onze zonden te reinigen en ons ook van onze zondigheid te genezen. Hij is machtig om te redden, en daarom ook machtig om ons te veranderen. Als wij ons hart aan Hem overgeven en geloof oefenen door alle veranderingen binnen ons vermogen aan te brengen, zal Hij zijn macht in ons aanwenden om deze machtige verandering van hart teweeg te brengen (zie Alma 5:14).

Noten

  1. Zie Stacy Simon, ‘Facts & Figures 2019: US Cancer Death Rate Has Dropped 27% in 25 Years’, American Cancer Society, 8 januari 2019, cancer.org.

  2. Zie ‘Remission: What Does It Mean?’ webMD.com.

  3. Cathy Sweat, The Gates to Recovery (2019).