2020
De voortgaande herstelling
April 2020


De voortgaande herstelling

De herstelling is 200 jaar geleden in het heilige bos begonnen en gaat nog steeds voort – en u en ik kunnen er deel van uitmaken.

Joseph Smith kneeling

De verlangens van mijn hart (eerste visioen), Walter Rane

Dit is een prachtige, boeiende tijd om op aarde te zijn. We zijn gezegend dat we deel mogen nemen aan grootse gebeurtenissen die in de bedeling van de volheid der tijden plaatsvinden, ter voorbereiding op de wederkomst van de Heer.1 We zien niet alleen hoe die grootse gebeurtenissen zich ontvouwen, maar mogen er ook deel van uitmaken.2

We spreken soms over de herstelling alsof die in één keer heeft plaatsgevonden. Het proces is 200 jaar geleden met het eerste visioen begonnen, maar de herstelling was daarmee, uiteraard, niet afgelopen. Het werk van de Heer door toedoen van Joseph Smith en zijn medewerkers ging verder met de vertaling van het Boek van Mormon, de herstelling van het priesterschap, de oprichting van de kerk, de uitzending van zendelingen, de bouw van tempels, de oprichting van de zustershulpvereniging enzovoort. Die gebeurtenissen van de herstelling zijn in 1820 begonnen en gingen Joseph Smiths hele leven door.

Hoe geweldig de dingen ook zijn die God door Joseph Smith openbaarde, de herstelling was nog niet tijdens het leven van Joseph voltooid. Door toedoen van profeten na hem zien we bijvoorbeeld de voortgaande ontwikkeling van het tempelwerk; aanvullende Schriftuur; de vertaling van de Schriften in vele talen; de wereldwijde verspreiding van het evangelie; de organisatie van de zondagsschool, de jongevrouwen, het jeugdwerk en de priesterschapsquorums; en talloze aanpassingen in de organisatie en procedures van de kerk.

‘We zijn getuige van een proces van herstelling’, heeft president Russell M. Nelson gezegd. ‘U denkt misschien dat de kerk volledig hersteld is, maar u ziet nog maar het begin. Er ligt nog veel meer in het verschiet. […] Wacht maar tot volgend jaar. En dan het jaar daarop. Neem uw vitaminepillen in. Pak uw rust. Het wordt geweldig!’3

In overeenstemming met de verklaring van president Nelson dat de herstelling nog steeds voortduurt, hebben we sinds zijn aanstelling veel belangrijke aanpassingen in de kerk gezien. Daartoe behoren onder meer de herstructurering van priesterschapsquorums, de bediening als vervanging van het huisonderwijs en het huisbezoek, en de introductie van een thuisgerichte, kerkgesteunde manier om het evangelie te bestuderen.4 Er zijn sindsdien meer aanpassingen doorgevoerd, en er zullen er nog meer volgen.

Een voorbeeld in West-Afrika

Mijn getuigenis van de voortgaande aard van de herstelling is mede gevormd door de vijf jaar dat ik in het presidium van het gebied Afrika-West werkzaam ben geweest. Ik heb al sinds mijn jeugd een getuigenis van het evangelie. Maar toen ik in Afrika woonde, ging ik met enkele van de eerste West-Afrikanen om die het evangelie aannamen. Ik zag ook dat de kerk zich snel over het hele continent verspreidde en dat er honderden wijken en ringen werden gevormd. Ik zag tempels en kerkgebouwen overvol met trouwe leden, ik zag goede vrouwen en mannen die het herstelde evangelie met heel hun hart omarmden. Ik zag Joseph Smiths profetie dat de kerk ‘de wereld zal vullen’5 voor mijn ogen in vervulling gaan.

Twee van die trouwe leden, James Ewudzie en Frederick Antwi, hielpen me op een dag in de Accratempel (Ghana). Enkele jaren voordat de zendelingen van de kerk in Ghana aankwamen, had James tot een groep van ongeveer duizend mensen behoord die het Boek van Mormon en ander kerkmateriaal in hun kerkdiensten gebruikte. Zij baden dat de kerk op een dag naar Ghana zou komen. Hij trok samen met andere jonge mannen door Ghana heen om het evangelie op basis van ons materiaal te prediken. Toen er in 1978 eenmaal zendelingen aankwamen, liet hij zich dopen op de allereerste dag dat er dopen in Ghana werden verricht.

Frederick Antwi

Fred Antwi, pionier van de kerk in Ghana

Toen Fred nog maar pas lid van de kerk was, woonde hij de begrafenis van een familielid bij dat stamhoofd was. Daar kwam hij erachter dat de familie van plan was om hem tot nieuw stamhoofd uit te roepen. Hij wist dat hij in die positie dingen zou moeten doen die haaks op zijn geloofsovertuigingen stonden. Daarom maakte hij zich na de begrafenis snel uit de voeten, en keerde hij een positie de rug toe die hem aanzien en rijkdom had opgeleverd.

James en Fred reisden na de inwijding van de Accratempel elke week meer dan vier uur lang (enkele reis) om als tempelwerker werkzaam te zijn. Terwijl ik verordeningen met hen verrichtte, werd ik volop door het historische besef van die situatie geraakt. Ik moest denken aan de kerkgeschiedenis in Afrika waar die twee broeders symbool voor stonden. Het leek wel of John Taylor, Wilford Woodruff of andere eerste leden van de kerk die verordeningen met mij aan het doen waren.

Wat ik in West-Afrika gezien, meegemaakt en gevoeld heb, was onderdeel van wat de Heer aan Henoch had voorspeld: ‘En gerechtigheid zal Ik uit de hemel neerzenden; en waarheid zal Ik uit de aarde voortzenden om te getuigen van mijn Eniggeborene […]; en gerechtigheid en waarheid zal Ik als een watervloed over de aarde doen stromen, om mijn uitverkorenen vanuit de vier hoeken van de aarde te vergaderen’ (Mozes 7:62).

Ik heb gerechtigheid en waarheid over het Afrikaanse continent zien stromen, en de uitverkorenen vanuit dat deel van de wereld vergaderd zien worden. Mijn getuigenis van de herstelling is toegenomen, omdat ik dat belangrijke onderdeel van de herstelling voor mijn ogen heb zien gebeuren.

Ik heb ook iets anders betreffende de voortgaande herstelling gezien: een levendig geloof en geestelijke energie onder de Afrikaanse leden. Ik heb ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen eens horen zeggen: ‘Kirtland [waar de heiligen der laatste dagen in de jaren 1830 woonden] is niet alleen in Ohio. Het is ook in Afrika.’ Veel mensen sluiten zich naar aanleiding van hun krachtige, persoonlijke en geestelijke ervaringen bij de kerk in Afrika aan. Die nieuwe leden hebben geestelijke energie en behoefte aan meer evangeliestudie. Voor hen gaat de herstelling in persoonlijke zin voort. Naarmate ze steeds meer over de kerk te weten komen, blijven de leringen van het evangelie zich voor hen ontvouwen. Dat geldt voor ons allemaal als we onze evangeliekennis blijven uitbreiden.

Drie manieren om een bijdrage aan de voortgaande herstelling te leveren

God geeft ons de uitgelezen kans om een cruciale rol in dit werk te spelen. De Heer heeft gezegd dat ‘het lichaam [van de kerk] ieder lid nodig’ heeft (Leer en Verbonden 84:110). Alle leden van de kerk kunnen een bijdrage aan deze voortgaande herstelling leveren. Hoe pakken we dat aan?

Eén manier waarop we deelnemen, is door heilige verbonden te sluiten en na te komen. Verordeningen, waaronder tempelverordeningen, zijn alleen zinvol wanneer mensen de bijbehorende verbonden ook echt sluiten en nakomen. Zuster Bonnie Parkin, voormalig algemeen ZHV-presidente, heeft gezegd: ‘Verbonden sluiten is de uiting van een gewillig hart; verbonden nakomen is de uiting van een getrouw hart.’6

Door verbonden te sluiten en na te komen, bereiden we ons niet alleen op het eeuwige leven voor, maar dragen we ook bij aan de voorbereiding en versterking van wat de Heer ‘mijn verbondsvolk’ noemt (Leer en Verbonden 42:36). Door de doop, de bevestiging, het avondmaal, het Melchizedeks priesterschap en tempelverordeningen sluiten we verbonden met God, en gaan we deel van zijn verbondsvolk uitmaken.

Een tweede manier waarop we aan de voortgaande herstelling kunnen deelnemen, is door onze roepingen en taken te vervullen. Zo gaat de kerk voorwaarts. Toegewijde leerkrachten onderwijzen kinderen, jongeren en volwassenen in het evangelie. Dienende zusters en broeders kijken om naar de individuele leden van de kerk. Presidiums en bisschappen geven leiding aan ringen, districten, wijken, gemeenten, quorums, organisaties, klassen en groepen. Jeugdleiders en -leidsters besteden aandacht aan jongevrouwen en jongemannen. Administrateurs en secretarissen/secretaresses leggen essentiële informatie vast die vervolgens in de hemel wordt opgetekend. En talloze anderen dragen op essentiële manieren bij om mensen op het eeuwige leven en de wederkomst van de Heiland voor te bereiden.

members in Ghana

Jongeren staan in de rij om de Accratempel (Ghana) te betreden

Een derde manier waarop we aan de herstelling kunnen deelnemen, is door Israël te helpen vergaderen. Dat is al vanaf het begin van de herstelling een belangrijk onderdeel van het werk. We hebben volgens president Nelson de gelegenheid en de taak om ons steentje bij te dragen aan de vergadering die aan beide kanten van de sluier plaatsvindt. President Nelson heeft in zijn slotwoord in zijn eerste algemene conferentie als president van de kerk bondig verklaard: ‘Onze boodschap aan de wereld is eenvoudig en oprecht: we nodigen alle kinderen van God aan beide zijden van de sluier uit om tot de Heiland te komen, de zegeningen van de heilige tempel te ontvangen, blijvende vreugde te genieten en in aanmerking te komen voor het eeuwige leven.’7

Israël aan beide kanten van de sluier vergaderen, betekent zendingswerk. Ieder die een voltijdzending kan vervullen, zou dat zeker moeten overwegen. Ik beschouw het als een grote zegen dat ik een zending in Italië mocht vervullen toen de kerk daar nog in de kinderschoenen stond. De diverse gemeenten kwamen toen nog in gehuurde zaaltjes bijeen, en we hoopten dat er eens ringen en wijken zouden zijn. Ik zag moedige pioniers in de kerk komen en het fundament voor de vergadering van Israël in dat geweldige land leggen.

Agnese Galdiolo was een van hen. We voelden allemaal sterk de Geest toen we haar de zendelingenlessen gaven. Maar ze wist dat haar familie, ook al voelde ze die Geest, sterk tegen haar doop gekant zou zijn. Op een bepaald moment ging ze, met de Heilige Geest vervuld, toch akkoord om zich te laten dopen. Maar ze veranderde op de ochtend van haar geplande doop van gedachten. Ze kwam vroegtijdig naar de gehuurde zaal waar ze zich zou laten dopen. Ze vertelde dat ze vanwege de druk van familie niet kon doorzetten.

Voordat ze wegging, vroegen we of we nog even met haar konden praten. Dat vond ze goed. We gingen naar een lokaal waar we het voorstel deden om samen te bidden. We knielden neer en vroegen haar om het gebed uit te spreken. Na het gebed stond ze in tranen op en zei: ‘Oké, ik laat me dopen.’ Die doop vond enige minuten later ook daadwerkelijk plaats. Het jaar daarop trouwde ze met Sebastiano Caruso. Ze hebben vier kinderen grootgebracht, die allemaal op zending zijn geweest en daarna in de kerk zijn blijven dienen.

Caruso family

Ouderling en zuster Curtis met enkele leden van de familie Caruso

Agnese en Sebastiano hebben ook een zending vervuld; Sebastiano was zendingspresident. Toen ik 25 jaar na mijn eerste zending weer in Italië op zending was, zag ik wat de familie Caruso en andere pioniers allemaal hadden gedaan om het koninkrijk van God daar uit te breiden. Onze zendelingen en ik werkten aan de opbouw van de kerk. We droomden ervan dat er ooit een tempel in Italië gebouwd zou worden. U kunt zich mijn vreugde vast voorstellen nu we de Rometempel hebben.

Maar weinig vreugde valt met zendingsvreugde te vergelijken. Het is een geweldige zegen om te mogen leven in een tijd waarin we met blijdschap aan de voortgaande herstelling kunnen deelnemen door Israël te helpen vergaderen!

Zendingsvreugde is uiteraard niet alleen voor voltijdzendelingen weggelegd. Ieder van ons kan een bijdrage aan de bekering of heractivering van onze zusters en broeders leveren door met de voltijdzendelingen samen te werken. We kunnen Israël vergaderen door anderen uit te nodigen om eens te komen kijken, en door mensen die les krijgen begeleiding te bieden.

Met tempelwerk en familiegeschiedenis kunnen we Israël aan de andere kant van de sluier helpen vergaderen. Het is al jarenlang onze heilige taak om dat werk te doen. De heiligen verrichtten vóór de dood van Joseph Smith dopen voor de doden, en sommigen ontvingen hun begiftiging en werden verzegeld. Met de voltooiing van de Nauvootempel kwamen begiftigingen voor de levenden echt op gang. Begiftigingen en verzegelingen voor voorouders zijn ook in tempels in Utah begonnen.

Eliza R. Snow speelde in dat proces van herstelling een grote rol. Zij begreep hoe belangrijk dat onderdeel van de herstelling was. Ze bracht veel tijd in het Endowment House door en hielp daar met de verordeningen.8 Ze vertelde haar zusters tijdens een ZHV-bezoek in 1869 het volgende: ‘Ik heb nagedacht over het grote werk dat we moeten verrichten, om het heil voor de levenden en de doden mogelijk te maken. We willen [een geschikte] metgezel voor de Goden en de geheiligden [zijn].’9

En uiteraard is de beschikbaarheid van tempelverordeningen enorm toegenomen door de bouw van vele tempels over de hele wereld. En er komen er nog meer.

Met de hulpmiddelen die ons nu ter beschikking staan, kunnen we met ons familiehistorisch en tempelwerk prima ons steentje aan de voortgaande herstelling bijdragen. Ik ben al jaren met familiehistorisch werk bezig, maar dankzij de online hulpmiddelen heb ik veel meer familienamen mee naar de tempel kunnen nemen. Ik heb heilige herinneringen aan de keren dat we aan een tafel in ons appartement in Ghana namen van mijn Europese voorouders vonden, voor wie mijn vrouw en ik in de Accratempel konden werken. Die vreugdevolle gelegenheden hebben we ook op andere plaatsen gehad waar we heen zijn gestuurd.

God is door toedoen van de profeet Joseph Smith het proces begonnen ‘van het verwezenlijken van de herstelling van alle dingen die bij monde van alle heilige profeten sinds het begin van de wereld zijn gezegd’ (Leer en Verbonden 27:6). Die herstelling is nog steeds bezig, met ‘alles wat [God] nu openbaart’ en de ‘vele grote en belangrijke dingen aangaande het koninkrijk van God [die Hij nog] zal openbaren’ (Geloofsartikelen 1:9). Ik ben ontzettend dankbaar dat we aan deze voortgaande herstelling mogen deelnemen.

Noten

  1. Zie Efeze 1:10; Leer en Verbonden 27:13.

  2. Zie Daniël 2:35–45; Leer en Verbonden 65.

  3. Russell M. Nelson, in ‘Latter-day Saint Prophet, Wife and Apostle Share Insights of Global Ministry’, 30 oktober 2018, newsroom.ChurchofJesusChrist.org.

  4. Zie ‘Geïnspireerde leiding’, Liahona, mei 2019, 121.

  5. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 148.

  6. Bonnie D. Parkin, ‘Heiligheid des harten’, Liahona, november 2002, 103.

  7. Russell M. Nelson, ‘Wij gaan voort, steeds voort’, Liahona, mei 2018, 118–119. President Nelson herhaalde die gedachte in de algemene conferentie een jaar later: ‘Mogen wij ons leven wijden en opnieuw toewijden aan het dienen van God en zijn kinderen – aan beide zijden van de sluier.’ (‘Slotwoord’, Liahona, mei 2019, 112.)

  8. Het Endowment House werd op Temple Square gebouwd toen de Salt Laketempel in aanbouw was. Het Endowment House werd in 1855 ingewijd en tot 1889 voor tempelverordeningen gebruikt.

  9. Eliza R. Snow, toespraak in de zustershulpvereniging van de wijk Lehi, 27 oktober 1869, notulen van de zustershulpvereniging (1868–1879), Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, 26–27.