2020
Ik besloot om te leven. Zo kun jij iemand helpen om ook te blijven leven
September 2020


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

Ik besloot om te leven. Zo kun jij iemand helpen om ook te blijven leven

Ik heb met depressie en zelfmoordgedachten geworsteld. Mensen hebben me op deze manieren echt geholpen om voor het leven te kiezen.

Veertien keer.

Veertien keer is er iets in mijn hersenen geknapt, waardoor ik dacht dat ik niet meer verder kon. Iedere keer was pijnlijk, maar toch vol levensreddende wonderen.

Een van de vragen die mensen het vaakst stellen als ze van mijn worsteling horen, is: ‘Hoe kan ik je helpen?’ Ik heb als antwoord op die vraag deze lijst met veertien punten opgesteld die anderen voor mij gedaan hebben, waardoor ik de kracht kreeg om te leven. Wellicht kun je er ook iets mee doen om een ander te helpen.

  1. Ga na of de betrokkene in acuut gevaar is. Toen ik om hulp vroeg, reageerden mensen snel met vragen zoals: ‘Ben je op dit moment alleen?’ ‘Ben je iets van plan?’ ‘Kan ik met je komen praten?’ Ze kunnen de situatie dan aan de hand van die vragen beoordelen en besluiten of ze moeten ingrijpen.

  2. Zorg dat de betrokkene niet alleen is. Gedachten en gevoelens worden bij iemand die alleen is steeds erger, tot ze ondraaglijk lijken te worden. Familieleden en vrienden hebben me in mijn zwakke momenten gezelschap gehouden. Ze kwamen bij mij of haalden me op.

  3. Geef blijk van je liefde. De vier eenvoudige woordjes ‘ik hou van je’ zeggen eigenlijk: ‘Ik heb je nodig en wil graag dat je blijft. Als je er niet meer was, zou me dat pijn doen. Hou dus vol.’ Die woorden geven me de kracht om door te gaan.

  4. Beloof dat er betere tijden komen. Ik ben in mijn donkerste momenten volkomen door depressie verblind. Als iemand me eraan herinnert dat er hoop is, dat ik me niet altijd zo slecht zal voelen als op dat moment, geeft me dat iets om mij weer aan vast te houden. Ik kan me zelf misschien niet voorstellen dat verbetering mogelijk is, maar kan wel op iemand anders’ hoop vertrouwen.

  5. Neem de betrokkene in je armen. Dat lichamelijke contact vertroost mijn droevige hart meteen. Ik voel me dan veilig in iemands armen geborgen, en het overweldigende verdriet en de angst zakken even af.

  6. Zorg dat in lichamelijke behoeften wordt voorzien. Als mijn hele wereld lijkt in te storten, heb ik moeite om aan mijn eerste levensbehoeften te denken. Mijn man zorgt voor wat eten, vertelt me dat ik water moet drinken en regelt dat ik genoeg slaap krijg. Die eerste levensbehoeften zijn onontbeerlijk voor je psychische gezondheid.

  7. Zeg steeds weer: ‘Ik blijf van je houden. Je bent me niet tot last.’ In die moeilijke perioden kan ik niet vaak genoeg horen dat ik echt niet iedereen om me heen kwijtraak als ik om hulp vraag.

  8. Wees er om te luisteren en te praten. Als het duister om me heen is, spoken er duizenden gedachten door mijn hoofd. Soms besef ik door met iemand te praten dat die gedachten niet rationeel zijn. Andere keren geven de reacties van anderen me duidelijkheid en gemoedsrust.

  9. Zeg dat de betrokkene zich niet druk hoeft te maken over morgen of het volgende moment. Als ik zwaar depressief ben, lukt het me gewoonweg niet om me tot het hier en nu te beperken. Mijn hoofd ontploft dan van alles wat ik in de toekomst nog moet doen. Als iemand me aanspoort om dat allemaal los te laten, neemt die stress een beetje af.

  10. Laat de betrokkene beloven dat hij of zij niet uit het leven stapt maar steeds om hulp blijft vragen. Beloften hebben veel kracht. Hardop zeggen ‘ik beloof dat ik mezelf niets aan zal doen’ maakt ongelooflijk veel kracht vrij. Het is best moeilijk om die woorden in de moeilijkste momenten uit te spreken, maar als ik dat toch doe, weet ik dat ik moet volhouden. Ik weet dat ik mijn belofte niet mag breken.

  11. Zorg dat de betrokkene de nodige lichamelijke, emotionele, professionele en geestelijke hulp krijgt. Denk bijvoorbeeld aan een priesterschapszegen, gesprek met de bisschop, bezoek aan een arts of therapeut, of indien nodig een ziekenhuisopname.

  12. Uit je vertrouwen in de betrokkene. Iemand zei eens tegen me: ‘Je bent al vaker op je diepste punt geweest en je bent steeds weer overeind gekrabbeld. Dat gaat je nu ook weer lukken.’ Een ander verzekerde me eens: ‘Je gaat jezelf niets aandoen. Je slaat je erdoorheen.’ Hun vertrouwen in mij geeft me kracht. Ik zie er beter door in dat ik sterker ben dan de depressie.

  13. Zeg dat het je verdriet zou doen als de betrokkene er niet meer was. Dat zorgt ervoor dat ik mijn gedachten van mezelf naar dierbaren verplaats, en bedenk hoe pijnlijk het voor hen zou zijn als ik er niet meer was.

  14. Druk de betrokkene op het hart dat genezing altijd mogelijk is. Iemand zei eens het volgende tegen me wat me enorme troost bood: ‘Je bent niet te ver gegaan. Je kunt ook niet te ver gaan als je er nog steeds bent.’ Ik denk daar nog vaak aan, vooral als de leugens in mijn hoofd me wijsmaken dat ik onherstelbaar beschadigd ben.

Hoewel mijn geloof de afgelopen paar jaar beproefd is en er flink aan mij getrokken is, heb ik ook wonderen gezien. Mijn leven is veranderd door de talloze, krachtige voorbeelden van mensen die ‘treuren met hen die treuren […] en hen […] vertroosten die vertroosting nodig hebben’ (Mosiah 18:9). Ik heb nu meer medeleven en begrip voor de moeilijkheden van anderen, en heb me op prachtige manieren met hun gebroken hart verbonden gevoeld. Ik put hoop uit zuster Reyna I. Aburto’s woorden: ‘Ik getuig tot u dat de Heer “in voor- en tegenspoed” bij ons blijft, dat onze “benauwingen [kunnen] worden verzwolgen door de vreugde in Christus” en dat “wij, na alles wat wij kunnen doen, door de genade worden gered”.’ (‘In voor- en tegenspoed, Heer, blijf bij mij’, Liahona, november 2019, 59.)

Ik heb de genezende macht van Jezus Christus in mijn leven aan het werk gezien. Daardoor heb ik de kracht gekregen om door te gaan en genezing te vinden. Jij kunt ook iemand helpen de kracht te vinden om te blijven leven.