Digitaal thema-artikel
We kunnen allemaal vreugde vinden binnen onze eigen gevangenis
Onze moeilijkste momenten kunnen dankzij Christus de gelukkigste hoofdstukken in ons verhaal worden.
‘Want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer’ (Filippenzen 4:11). Deze woorden schreef Paulus in een brief aan de mensen in Filippi. Maar tevreden zijn, waar we ook zijn of wat we ook doormaken, is makkelijker gezegd dan gedaan.
Het is verbazingwekkend dat uitgerekend Paulus tevreden kon zijn in de omstandigheden waarin hij verkeerde. Hij schreef die woorden terwijl hij in de gevangenis zat – en de gevangenissen waren toen heel anders dan die van nu. Gevangenissen bestaan tegenwoordig uit kamers van beton en baksteen, met een toilet, maaltijden en schone kleren. Ze bieden ook vaak mogelijkheden om werk te doen en contact te hebben met anderen. Maar Paulus zat in een gevangenis die geschiedkundigen beschrijven als ‘drieënhalve meter onder de grond’ en ‘weerzinwekkend en walgelijk vanwege het vuil, de duisternis en de stank’. In die put van 2 meter diep, 9 meter lang en 7 meter breed ‘werden gevangenen gegooid die tot de dood door verwurging of uithongering veroordeeld waren’.1
Daar zat Paulus dus in.
En toch schreef hij vanuit deze beroerde plek, op de een of ander manier, wat veel christenen het opgewektste boek in de Bijbel noemen. Hij geeft blijk van dankbaarheid (zie Filippenzen 1:3), hoop (zie Filippenzen 1:20) en vertrouwen in de Heer (zie Filippenzen 2:19). Hij heeft het in deze brief alleen al ruim vijftien keer over vreugde en blijdschap.
De meesten van ons brengen onze dagen in tegenstelling tot Paulus niet opgesloten tussen gevangenismuren door. Maar velen van ons zitten vast in een gemoedstoestand – verstrikt in een beproeving die ons lijkt in te sluiten. We kunnen het verlies van een baan, de dood van een dierbare, eenzaamheid, angst, financiële perikelen, verslaving, pijn of onrust als een gevangenis ervaren. Wanneer we ons in onze eigen gevangenis opgesloten voelen, vullen we ons hart en onze woorden dan, net als Paulus, met dankbaarheid, hoop, geloof, vertrouwen en vreugde? Kunnen we op onze momenten in de gevangenis terugkijken en ze als de gelukkigste hoofdstukken van ons leven beschouwen? Hoe is dat zelfs maar mogelijk?
Dit wordt mogelijk wanneer we geloven wat Paulus geloofde toen hij zei: ‘Alle dingen zijn mij mogelijk door Christus, Die mij kracht geeft’ (Filippenzen 4:13). Dankzij Jezus Christus kunnen we vol vreugde zijn, zelfs op onze donkerste plekken, ‘in de omstandigheden waarin ik verkeer’ (Filippenzen 4:11).
Paulus drukte de Filippenzen op het hart: ‘Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God’ (Filippenzen 4:6). Paulus vervolgde: ‘En de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus’ (Filippenzen 4:7). We kunnen in onze gevangenis uit alle macht bidden en onze hemelse Vader bedanken voor alles wat Hij heeft gedaan. Dan mogen we erop rekenen dat alles dankzij Jezus Christus goed komt.
Bedenk dat Paulus in de gevangenis dankzij Christus het opgewektste boek van de Bijbel schreef. Onze eigen gevangenis kan ook onze gelukkigste hoofdstukken opleveren. President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘Als ons leven gericht is op Gods heilsplan […] en Jezus Christus en zijn evangelie, kunnen we vreugde voelen ongeacht wat er in ons leven gebeurt – of niet gebeurt.’2 We kunnen ons in de omstandigheden waarin we verkeren dankzij Jezus Christus verblijden en gesterkt worden.