Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen
Aan onze vruchten – niet aan onze wortels – zullen wij herkend worden
Ik besloot dat ik mijn onvolmaakte familierelaties de zegeningen die mijn hemelse Vader voor mij in petto had niet in de weg zou laten staan.
Op een koele oktoberavond kwamen er gestaag vaders en zoons de oude Alpine-tabernakel binnen voor de priesterschapsbijeenkomst van de algemene conferentie. Het was zo druk dat zelfs mensen op de koorstoelen gingen zitten. Ik zat op de achterste rij van de grote zaal – alleen, zoals gewoonlijk. Het was moeilijk om niet jaloers te zijn op de andere jongens, die de arm van hun vader om hun schouders hadden. Er was niemand die mij op die manier liefde toonde. Ik was de 16-jarige jongen uit het ‘ontwrichte gezin’. Ik was de jongen wiens vader zijn gezin in de steek had gelaten, waardoor ik met een pijnlijk gevoel van schaamte en schande achterbleef.
Ik bleef toekijken hoe de broers Beck glimlachend naar de bovenste rij van de zachte koorstoelen liepen, met hun vader voorop. Ik wist dat ze na de bijeenkomst waarschijnlijk samen een ijsje zouden gaan halen. En ik wist ook dat ik alleen naar huis zou lopen.
Ik boog voorover, met mijn ellebogen op mijn knieën, en zat ongemakkelijk op de rand van de houten bank. Ik keek uit naar het einde van de bijeenkomst, nog voor die was begonnen. Ik zei tegen mezelf: Op een dag zal ik een van die vaders zijn die zijn arm om zijn zoons heen slaat en hen naar de koorstoelen leidt; op een dag zal ik alles zijn wat mijn vader niet was. Ik zwoer dat ik op de beste manieren anders zou zijn: door een eigen gezin te stichten, vrij van schaamte en schande.
Toen gebeurde er een wonder: de spreker, toen nog ouderling Boyd K. Packer (1924–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen, zei dat hij een onderwerp wilde bespreken dat vaders met hun zoons zouden moeten bespreken. Maar, zei hij, hij wist dat veel jongemannen geen vaders hadden die met hen over deze gevoelige onderwerpen konden praten, dus hij wilde zelf tot de jongemannen spreken. Het leek wel of ouderling Packer mij had opgemerkt en rechtstreeks tot mij had gesproken, bereid om de vaderfiguur te zijn waar ik jarenlang naar verlangd had.
Op dat moment besloot ik dat ik mijn familiegeschiedenis, persoonlijke omstandigheden of onvolmaakte familierelaties, de zegeningen van mijn hemelse Vader voor mij niet in de weg zou laten staan! Die avond luisterde ik naar de raad van een profeet, ziener en openbaarder. Hij zou de vader zijn die ik niet had. Hoewel ik niet in de gelegenheid was om rechtstreeks met hem te spreken, en ik zijn arm niet om mijn schouders voelde, zocht ik vanaf dat moment actief naar raad in zijn toespraken, boeken en instructies om boven alle moeilijkheden en teleurstellingen in mijn leven uit te stijgen.
Ik zocht ook naar andere vaderfiguren en goede invloeden. Enos uit het Boek van Mormon werd mijn broer die me leerde hoe ik vuriger moest bidden. Mijn broer Nephi leerde me om onwankelbaar te gehoorzamen en kwade invloeden met geestelijke kracht het hoofd te bieden. Alma werd mijn mentor en gaf wijze raad, waardoor ik leerde stoutmoedig te zijn zonder opdringerigheid, en om luiheid te vermijden. Moroni leerde me om enkele levensstormen alleen te doorstaan, en altijd trouw en gelovig te blijven.
Mijn zoektocht naar goede vaderfiguren leidde me ook naar anderen die mij hielpen om beslissingen te nemen, zoals liefdevolle toneel-, debat-, en footballcoaches. Een geweldige buurman, broeder Beal, hielp mij door zijn vrouw te vragen regelmatig mijn haar te knippen en door op zondagochtend met een appel voor mijn huis te staan zodat we samen naar de priesterschapsvergadering konden gaan.
Toen ik die avond de tabernakel verliet, voelde ik me, terwijl ik alleen naar huis liep, niet eenzaam of buitengesloten door mijn unieke gezinssituatie. In plaats daarvan voelde ik hoop en bemoediging: ik kon me verbonden voelen met een apostel van Jezus Christus. 32 jaar later, bijna tot op de dag, werden mijn vrouw en ik uitgenodigd om ouderling Packer in zijn kantoor te spreken. Mijn hemelse Vader had me de tedere barmhartigheid geschonken dat ik ouderling Packer kon vertellen hoeveel hij voor mij had betekend. Terwijl we spraken over een roeping als zendingspresident, gaf mijn vaderfiguur mij wijze raad waar ik nu nog steeds veel aan heb.
Apostelen leiden mij nog steeds. Ouderling Gerrit W. Gong van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
‘Net zoals we in onze familie vreugde ervaren, hoort verdriet er ook bij. Geen individu is volmaakt, en dat geldt net zo voor families. Wanneer zij die van ons horen te houden, voor ons horen te zorgen en ons horen te beschermen, daarin falen, voelen we ons verlaten, beschaamd en gekwetst. Een familie kan dan een leeg omhulsel worden. Toch kunnen we met hemelse hulp onze familieleden leren begrijpen en vrede met elkaar sluiten.
‘Soms kan een onwrikbare toewijding aan blijvende familierelaties ons helpen moeilijke dingen te bereiken. In sommige gevallen wordt een gemeenschap een familie.’1
We lezen in de Schriften dat onze liefdevolle hemelse Vader ons door onze ‘vruchten’ zal kennen en herkennen (zie Mattheüs 7:16–20). We zullen niet aan de hand van onze wortels, ofwel onze afkomst, herkend, geoordeeld of beperkt worden. Sommigen van ons hebben een achtergrond en ervaringen die minder wenselijk zijn, maar onze omstandigheden bepalen niet wie wij zijn of wat onze bestemming is. Onze almachtige Vader in de hemel kan en zal ons naar zijn hemelse hoven verheffen als we simpelweg tot zijn Zoon, Jezus Christus, komen door gehoorzaam te zijn en onze verbonden na te komen.
Weet dat, wie je ook bent en wat je unieke persoonlijke omstandigheden ook zijn, elke zegening beschikbaar voor je is op je trouwe reis op het verbondspad.