Digitaal thema-artikel
Mijn drugsverslaving overwinnen door kracht in Jezus Christus
De auteur woont in Washington (VS).
Ik stond op een kruispunt in mijn drugsverslaving, en ik kon aanvoelen wat er in het verschiet lag, afhankelijk van de weg die ik koos.
Ik ben in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen grootgebracht, gedoopt door mijn vader toen ik 8 jaar was, en mijn hele jeugd volledig actief in de kerk geweest. Toen ik klaar was met mijn zending, was mijn volgende levensdoel om een bijzondere dochter van God te vinden met wie ik in de tempel kon trouwen.
Maar ik ging ongepast vermaak opzoeken en aan verleiding toegeven. Ik ging buiten de kerk daten. Geleidelijk bracht ik mijn persoonlijke normen in gevaar en werd ik inactief. Uiteindelijk trouwde ik met iemand buiten de kerk, en dat huwelijk leidde later tot een echtscheiding.
Ik bleef toegeven aan verleiding. Diep van binnen had ik nog steeds een getuigenis en het verlangen om met iemand in de tempel te trouwen, maar ik voelde me die zegeningen niet waardig. Ik gaf de hoop op dat ik ooit in de tempel zou trouwen of kinderen zou krijgen, dus negeerde ik mijn schuldgevoelens en ging ik op zoek naar werelds geluk om me minder waardeloos te voelen.
Toen ik in de dertig was, werd ik op een avond gekweld door het schuldgevoel over al mijn zedelijke overtredingen. Ik ging op mijn knieën en riep de Heer aan met droefheid naar Gods wil over mijn zonden. Ik beloofde de wet van kuisheid na te leven en mijn gedrag te veranderen.
Dat was echter niet mijn enige worsteling. De daaropvolgende zeven jaar bleef ik worstelen met een zware drugsverslaving.
Ik voelde me volkomen alleen en zat vast in mijn afhankelijkheid aan chemische stoffen. Ik voelde me erg ziek in mijn hoofd, hart en lichaam, en had vaak het gevoel dat ik op de rand van de dood balanceerde. Ik had alle hoop opgegeven dat ik ooit bevrijd zou worden van de ketenen van verslaving en depressie die me gevangen hielden.
Op een dag stond ik op een kruispunt; ik moest besluiten of ik nog dieper in mijn verslaving zou vervallen en op straat zou proberen te overleven. Maar ik wist dat die beslissing zeker mijn dood zou betekenen. Ik wist dat ik, als ik daar niet voor zou kiezen, mijn leven moest veranderen en tot Jezus Christus moest terugkeren.
Ik zat in mijn pick-up, totaal in de ban van een verlammende angst. Met mijn telefoon in mijn hand staarde ik naar het telefoonnummer van mijn vader. Ik voelde me zo ziek en bedroefd in het diepst van mijn ziel dat ik de energie niet eens had om iets onder woorden te brengen. Ik wist dat ik, als ik hem belde en om hulp vroeg, het leven zou kiezen en dat ik zeker dood en verdoemenis zou kiezen als ik hem niet belde.
Het duurde meer dan een uur voor ik de moed opbracht om mijn vader te bellen en te vragen of ik langs kon komen. Toen ik daar aankwam, had ik een uitgebreid gesprek met mijn ouders, waarna mijn vader me een priesterschapszegen aanbood.
Ik nam zijn aanbod aan en ging zitten. Ik voelde me echt nederig en boetvaardig. Ik oefende mijn geloof in de macht van God en zijn priesterschap. Ik vroeg mijn hemelse Vader oprecht om hulp. Tijdens de zegen dacht ik aan Hem en smeekte ik dat Hij me met kracht en macht zou zegenen zodat ik deze verslaving kon overwinnen. ‘Alstublieft, ik wil zo niet langer leven’, bad ik in stilte. ‘Help me alstublieft om uit deze put te klimmen. Help me alstublieft, want ik kan het niet alleen.’
De handen van mijn vader beefden toen hij met macht en overtuiging de priesterschapszegen uitsprak. Hij zei dat Satan hard bezig was om mij van mijn grote potentieel te weerhouden. Ik voelde dat mijn beslissingen me er ook van weerhielden om anderen met mijn rechtschapen voorbeeld en invloed te zegenen en op te bouwen. De zegen herinnerde me er ook meermaals aan dat ik de kans had om mijn verslaving te overwinnen.
Ik wist dat ik geen zonde had begaan waar ik niet van terug kon komen. President Boyd K. Packer (1924–2015) heeft gezegd:
‘Ik ken geen zonde die verband houdt met de zedelijke normen waarvoor we geen vergeving kunnen ontvangen. […] De formule wordt in 37 woorden weergegeven:
“Zie, wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving, en Ik, de Heer, denk er niet meer aan.
Hierdoor zult u weten of iemand zich van zijn zonden bekeert – zie, hij zal ze belijden en ze verzaken” [Leer en Verbonden 58:42–43].’1
In de zegen die mijn vader me gaf, werd ik ook met macht en kracht gezegend om mijn moeilijkheden te overwinnen. Ik weet dat mijn vader werkelijk geïnspireerd was en met Gods gezag sprak.
Toen de zegen voorbij was, stond ik op en omhelsde mijn vader. We hielden elkaar lang in die omhelzing vast. Mijn moeder kwam erbij en sloeg haar armen om ons beiden heen, terwijl ik op mijn vaders schouder bleef huilen. Ik voelde een overstelpende overvloed aan liefde en dankbaarheid in mijn hart.
Al mijn hopeloze gevoelens verdwenen. De lichamelijke behoeften van mijn verslaving en de zware depressie en tekortkomingen, die me zo lang hadden geplaagd, verdwenen. Ik voelde onmiddellijk een nieuwe energie en enthousiasme voor het leven en alle kansen op vreugde als ik het goede zou kiezen en me aan de wil van mijn hemelse Vader zou onderwerpen. Ik wilde leven met dezelfde houding die Jezus Christus altijd had: ‘Laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden’ (Lukas 22:42).
Ik ging met hernieuwde vastberadenheid en kracht voort op mijn pad naar mijn hemelse Vader en Jezus Christus.
Enige tijd later zette de tegenstander zijn verleidingen voort; iemand die ik goed kende, probeerde me steeds over te halen om bij hem te komen drinken. Hij zette me onder druk met de leugen dat drinken geen probleem is, zolang je maar geen alcoholist bent. Ik voelde een strijd vanbinnen – aan de ene kant wilde ik een band en iets gemeenschappelijk met hem hebben, maar aan de andere kant wilde ik mijn hemelse Vader mijn liefde en dankbaarheid tonen door het woord van wijsheid na te leven. Terwijl ik met die gedachten worstelde, pingde mijn telefoon en lichtte het scherm aan de andere kant van de kamer op. Ik keek wat het was – een Facebookbericht met een citaat uit de toespraak ‘Beginselen en beloften’ van president Thomas S. Monson:
‘[In het woord van wijsheid] staan specifieke aanwijzingen […] aangaande het voedsel dat we eten en het verbiedt het gebruik van middelen die schadelijk voor ons lichaam zijn.
Er worden bepaalde zegeningen beloofd aan wie de geboden van de Heer gehoorzamen en wie het woord van wijsheid trouw in acht nemen. Daar vallen onder meer een goede gezondheid en extra uithoudingsvermogen onder [zie Leer en Verbonden 89:18–21].’2
Het is mijn getuigenis dat mijn hemelse Vader me precies die boodschap stuurde toen ik het moeilijk had. Hoewel antwoorden niet altijd zo direct komen en we er altijd naar moeten streven om de geboden te onderhouden, was ik dankbaar voor die zegen. Ik wist welke beslissing ik moest nemen en welke koers ik moest volgen. Ik moest mijn zonden belijden en verzaken, en me van alle goddeloosheid blijven afkeren. Ik moest door de macht van Jezus Christus en zijn verzoening worden geheiligd. Ik begreep dat ‘dit leven de tijd voor [mij is] om [me] erop voor te bereiden God te ontmoeten’ (Alma 34:32) en om ‘[mezelf] hiermee [te] beproeven om te zien of [ik] alles [zal] doen wat de Heer, [mijn] God, [mij] ook zal gebieden’ (Abraham 3:25). Ik begreep dat dit de tijd is om mijn lichamelijke verslavingen te overwinnen, nu ik nog een sterfelijk lichaam heb. En ik begreep dat ik mijn hemelse Vader een grote verandering van hart moest tonen (zie Mosiah 5:2, zie ook Alma 5:12–14) en ‘niet meer geneigd [moest] zijn om kwaad te doen, maar wél om voortdurend goed te doen’ (Mosiah 5:2).
Door bekering (waaronder begeleiding door mijn priesterschapsleiders), gevolgd door elke rechtschapen beslissing die ik sindsdien heb genomen, heb ik mezelf voor de deuren van de hemel opengesteld, zodat mijn hemelse Vader zijn zegeningen op mij uit kan storten.
Een paar maanden na mijn verandering van hart kwam ik mijn toekomstige vrouw, Malaina, tegen en begonnen we te daten. Ik was dankbaar dat ik nu klaar was voor onze toekomst samen. Daten met Malaina was een droom uit een sprookje die werkelijkheid werd! We droegen allebei de pijn uit eerdere relaties met ons mee, en bij elkaar vonden we liefde en begrip. We wilden allebei met heel ons hart een tempelhuwelijk waardig zijn. Zes maanden nadat we waren begonnen te daten, werden we in de Seattletempel (Washington) aan elkaar verzegeld.
Mijn hemelse Vader heeft me gezegend met een liefdevolle vrouw die de macht van de verzoening van Jezus Christus begrijpt, en ook begrijpt wat het betekent om door bekering te worden gereinigd. Malaina houdt van mij om wie ik nu ben, en kijkt niet naar mijn fouten uit het verleden. Haar getuigenis en liefde voor de Heiland geven me voortdurend kracht en het verlangen om volledig aan het doel van mijn schepping te voldoen. Ze is waarlijk de metgezellin van wie ik altijd droomde, en we zijn samen met twee kinderen gezegend.
Het is geweldig hoeveel beter mijn leven in slechts enkele korte jaren is geworden. Het voelt echt als een wonder dat ik vanuit de diepe put waarin ik ooit zat op dit punt ben gekomen. Het is mijn getuigenis dat alle dingen mogelijk zijn door oprechte bekering en geloof in Jezus Christus! Daar ben ik het levende bewijs van.