2007
Bekering en verandering
Mei 2007


Bekering en verandering

Een bekeerlijke ziel is een veranderde ziel en een veranderde ziel is een bekeerlijke ziel.

Afbeelding

Toen ouderling David S. Baxter en ik vorig jaar naar een ringconferentie reden, stopten we bij een restaurant. Toen we later naar onze auto terugliepen, werden we door een vrouw aangesproken. We schrokken een beetje van haar uiterlijk. Haar persoonlijke verzorging (of het gebrek daaraan) zal ik beleefd ‘extreem’ noemen. Ze vroeg of wij ouderlingen van de kerk waren. We zeiden ja. Bijna zonder gêne vertelde ze ons het verhaal van haar tragische leven, vol zonde. Nu, op 28-jarige leeftijd, was ze er slecht aan toe. Ze voelde zich waardeloos en had niets om voor te leven. Terwijl ze sprak, konden we merken dat ze een lief karakter had. Met tranen in haar ogen vroeg ze of er enige hoop voor haar was, een weg uit haar hopeloze situatie.

We zeiden: ‘Ja, er is hoop. Hoop en bekering gaan hand in hand. Je kunt veranderen. Je kunt “tot Christus komen en in Hem vervolmaakt worden.”1 We moedigden haar aan om haar bekering niet uit te stellen.2 Ze huilde deemoedig en bedankte ons oprecht.

Toen ouderling Baxter en ik weer op weg waren, dachten we verder over die situatie na. We dachten aan de raad die Aäron een hopeloze ziel gaf: ‘Indien gij u bekeert van al uw zonden, en u neerbuigt voor God en zijn naam in geloof aanroept, (…) dan zult gij de hoop ontvangen waarnaar gij verlangt.’3

Tegen het eind van deze conferentie wil ook ik het graag over bekering hebben. Dat doe ik omdat de Heer zijn dienstknechten heeft geboden om alle mensen tot bekering te roepen.4 De Meester heeft zijn evangelie hersteld om zijn kinderen vreugde te brengen, en bekering is een essentieel onderdeel van dat evangelie.5

De leer van bekering is al zo oud als het evangelie zelf. Al in de boeken Genesis6 tot en met Openbaring7 in de Bijbel wordt over bekering gesproken. Jezus Christus heeft tijdens zijn aardse zending de volgende waarschuwingen gegeven: ‘Het koninkrijk Gods is nabij gekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie.’8 En: ‘Als gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen.’9

In het Boek van Mormon wordt nog veel meer over bekering gezegd.10 De Heer gaf de mensen in het oude Amerika dit gebod: ‘En wederom zeg Ik u, gij moet u bekeren, en u laten dopen in mijn naam, en worden als een klein kind, anders kunt gij het koninkrijk Gods geenszins beërven.’11

Met de herstelling van het evangelie heeft onze Heiland opnieuw nadruk op deze leer gelegd. Het woord bekeren komt in de een of andere vorm in 47 van de 138 afdelingen van de Leer en Verbonden voor!12

Bekering van zonde

Wat houdt bekering in? In het woordenboek staat dat bekering ‘tot inkeer komen, spijt en berouw over zonde voelen’13 is. Zich van zonde bekeren, is niet makkelijk. Maar het resultaat is zeker de moeite waard. Bekering vindt stap voor stap plaats. Nederig gebed zal iedere stap vergemakkelijken. Als voorwaarden voor vergeving14 moet er eerst erkenning, spijt en dan een belijdenis zijn. ‘Hierdoor zult gij weten of iemand zich van zijn zonden bekeert — zie, hij zal ze belijden en ze verzaken.’15 We moeten belijden tegenover de persoon die we iets hebben aangedaan. De belijdenis moet oprecht zijn en niet slechts het toegeven van schuld nadat er overtuigende bewijzen zijn gevonden. Als er veel mensen zijn geschaad, moeten we tegenover alle betrokken partijen belijden. Als onze zonde invloed heeft op onze positie in de kerk of ons recht op de voorrechten ervan, moeten we onze zonde onmiddellijk aan de bisschop belijden, want de Heer heeft hem tot plaatselijk rechter in Israël geroepen.16

De volgende stap is, zo mogelijk, schadeloosstelling — de schade herstellen. Dan komt de stap waarbij wij ons voornemen om beter ons best te doen en de zonde te verzaken — om ons ‘met een volmaakt voornemen des harten’17 te bekeren. Dankzij de losprijs die door de verzoening van Jezus Christus is betaald, kan de zondaar die zich bekeert en zich verder van de zonde onthoudt, volledige vergeving ontvangen.18 Jesaja heeft tegen de boetvaardige ziel gezegd: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.’19

De gebiedende nadruk die de Heer op bekering legt wordt in de negentiende afdeling van de Leer en Verbonden duidelijk: ‘Daarom gebied Ik u zich te bekeren — bekeer u, opdat Ik u niet sla met de roede van mijn mond, en met mijn verbolgenheid, en met mijn toorn, en uw lijden hevig zij — hoe hevig weet u niet, hoe intens weet u niet, ja, hoe zwaar te dragen weet u niet.

‘Want zie, Ik, God, heb deze dingen voor allen geleden, opdat zij niet behoeven te lijden als zij zich bekeren;

‘Maar als zij zich niet bekeren, moeten zij lijden zoals Ik.’20

Hoewel de Heer op onze bekering aandringt, vinden de meeste mensen dat niet zo belangrijk.21 Zij rekenen zich onder de mensen die het goede proberen te doen. Zij hebben geen kwade bedoeling.22 Toch is de boodschap van de Heer duidelijk dat iedereen zich moet bekeren — niet alleen van zondige daden, maar ook van de zonde van verzuim. Dat kunnen we lezen in zijn waarschuwing aan de ouders: ‘Voor zoverre ouders kinderen hebben in Zion, (…) en hun niet de leer van bekering en geloof in Christus, de Zoon van de levende God, leren begrijpen, en van de doop en de gave van de Heilige Geest (…) zal de zonde op het hoofd van de ouders rusten.’23

Bredere betekenis van het woord bekeren

De leer van bekering is veel breder dan een definitie uit het woordenboek. Toen Jezus ‘bekeren’ zei, schreven zijn discipelen in het Grieks het werkwoord metanoeo24 op. Dit krachtige woord heeft veel betekenis. Het voorvoegsel meta betekent ‘veranderen’25. Het achtervoegsel heeft betrekking op vier belangrijke Griekse begrippen: nous, wat ‘het verstand’26 betekent; gnosis, wat ‘kennis’27 betekent; pneuma, wat ‘geest’28 betekent; en pnoe wat ‘adem’29 betekent.

Dus toen Jezus het woord ‘bekeren’ gebruikte, vroeg Hij ons om te veranderen — om ons verstand, onze kennis, onze geest en zelfs onze adem te veranderen. Een profeet heeft uitgelegd dat zo’n verandering van adem inhoudt dat we dankbaar Hem erkennen die ons iedere adem geeft. Koning Benjamin heeft gezegd: ‘Indien gij Hem zoudt dienen die u (…) heeft geschapen, en u van dag tot dag bewaart door u adem te verlenen (…) van het ene moment op het andere (…) ik zeg u, zelfs indien gij Hem met uw gehele ziel zoudt dienen, dan nog zoudt gij onnutte dienstknechten zijn.’30

Ja, de Heer heeft ons geboden ons te bekeren, ons leven te veranderen, tot Hem te komen en meer op Hem te gaan lijken.31 Daar is een volledige verandering voor nodig. Dat heeft Alma zijn zoon bijgebracht: ‘Leer wijsheid in uw jeugd’, zei hij. ‘Leer in uw jeugd de geboden Gods te onderhouden. (…) Laten al uw gedachten tot de Heer uitgaan; ja, laten de gevoelens van uw hart voor eeuwig op de Heer zijn gericht.’32

Volledige bekering houdt in dat wij ons volledig aan de Heer Jezus Christus en zijn heilige werk overgeven. Alma onderwees daarin door het stellen van de volgende vragen: ‘Ik vraag u, mijn broeders der kerk: zijt gij geestelijk uit God geboren? Hebt gij zijn beeld in uw gelaat ontvangen? Hebt gij die machtige verandering in uw hart ondervonden?’33 Die verandering vindt plaats als wij zijn ‘wedergeboren’, zijn bekeerd en wij ons richten op onze reis naar het koninkrijk van God.34

Vruchten van bekering

De vruchten van bekering zijn zoet. Berouwvolle bekeerlingen merken dat de waarheden van het herstelde evangelie hun gedachten en daden leiden, hun gewoonten vormen en hun karakter smeden. Zij zijn veerkrachtiger en beter in staat om zich van alle goddeloosheid te onthouden.35 Bovendien nemen onbeheerste begeerten,36 verslavingen aan pornografie en drugs,37 tomeloze hartstochten,38 zinnelijke verlangens39 en onrechtvaardige hoogmoed40 af als ze zich volledig tot de Heer bekeren en besluiten om Hem te dienen en zijn voorbeeld te volgen.41 Deugd siert hun gedachten en hun zelfvertrouwen neemt toe.42 Tiende wordt als een vreugdevolle en beschermende zegen gezien, niet als een verplichting of opofferring.43 De waarheid en prijzenswaardige zaken worden aantrekkelijker.44

Bekering is het veranderingsproces waardoor de Heer ons geestelijk tot bloei laat komen. Koning Benjamin heeft uitgelegd: ‘De natuurlijke mens is een vijand van God, en is dat vanaf de val van Adam geweest, en zal dat voor eeuwig en altijd zijn, tenzij hij zich overgeeft aan de ingevingen van de Heilige Geest en de natuurlijke mens aflegt en een heilige wordt door de verzoening van Christus, de Heer, en wordt als een kind: onderworpen, zachtmoedig, ootmoedig, geduldig, vol liefde, gewillig zich te onderwerpen aan alles wat de Heer goeddunkt hem op te leggen, ja, zoals een kind zich aan zijn vader onderwerpt.’45 Bekering is verandering! Een bekeerlijke ziel is een veranderde ziel en een veranderde ziel is een bekeerlijke ziel.

Bekering voor hen die zijn overleden

Iedere levende persoon kan zich bekeren. Maar hoe zit het met de mensen die zijn overleden? Zij hebben ook mogelijkheden om zich te bekeren. In de Schriften staat dat ‘de getrouwe ouderlingen uit deze bedeling, wanneer zij het sterfelijke leven verlaten, hun arbeid van de prediking van het evangelie van bekering en van verlossing (…) voortzetten onder hen die zich in de duisternis bevinden en in de slavernij der zonde in de grote wereld van de geesten der doden.’

‘De doden die zich bekeren, zullen worden verlost door gehoorzaamheid aan de verordeningen van het huis van God,

‘en wanneer zij de prijs voor hun overtredingen hebben betaald en rein gewassen zijn, zullen zij loon ontvangen naar hun werken.’46

De profeet Joseph Smith heeft geopenbaard ‘dat de aarde met een banvloek zal worden getroffen, tenzij er een of andere verbindende schakel is tussen de vaderen en de kinderen. (…) Want zonder [onze doden] kunnen wij niet tot volmaking komen; evenmin kunnen zij zonder ons tot volmaking komen. (…) De bedeling die nu wordt ingeluid [is] een volledige en volmaakte eenwording en versmelting van bedelingen en sleutels en machten en heerlijkheden.’47

‘Jezus wil graag dat [wij] een zonnestraaltje zijn?’48 Ja! En u ook! Hij wil ook dat wij een soort smid zijn en celestiale schakels smeden om de versplintering van de familie tegen te gaan.49 De aarde is geschapen en er zijn tempels gebouwd zodat gezinnen voor eeuwig samen kunnen zijn.50 Velen, zo niet de meesten, van ons kunnen zich bekeren en meer familiehistorisch en tempelwerk voor onze voorouders verrichten. Daarom is onze bekering zo belangrijk en essentieel voor hun bekering.

Voor al onze dierbare voorouders, voor de 28-jarige vrouw in het moeras van zonde, en voor een ieder van ons, verklaar ik dat de genoegzame zegen van bekering mogelijk is. En dat is mogelijk door volledige bekering tot de Heer en zijn heilig werk.

Ik weet dat God leeft. Jezus is de Christus. Dit is zijn kerk. Zijn profeet in deze tijd is president Gordon B. Hinckley. Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Moroni 10:32.

  2. Zie Alma 13:27; 34:33. President Spencer W. Kimball heeft uitstel beschreven als ‘een gebrek aan bereidheid om meteen je verantwoordelijkheid te aanvaarden.’ (Leringen van kerkpresidenten: Spencer W. Kimball [2006], p. 4.)

  3. Alma 22:16. We denken ook aan de zondige mensen onder de zorg van hun leider, Mormon. Hij schreef: ‘Ik was zonder hoop, want ik kende de oordelen des Heren die over hen zouden komen; want zij bekeerden zich niet van hun ongerechtigheden, maar vochten voor hun leven zonder het Wezen aan te roepen dat hen geschapen had’ (Mormon 5:2).

  4. Vooral in deze laatste dagen; zie LV 18:11–12, 14; 19:21; 34:5–6; 43:20; 133:16–17.

  5. ‘De eerste beginselen en verordeningen van het evangelie zijn: ten eerste, geloof in de Heer Jezus Christus; ten tweede, bekering; ten derde, doop door onderdompeling tot vergeving van zonden; ten vierde, handoplegging voor de gave van de Heilige Geest’ (Geloofsartikelen 1:4). Zie ook LV 39:6; 84:27; 138:19.

  6. Zie Bijbelvertaling van Joseph Smith, Genesis 4:8.

  7. Zie openbaring 2:16.

  8. Marcus 1:15; zie ook Matteüs 4:17.

  9. Lucas 13:3.

  10. Het woord bekeren (om de leer van bekering te verkondigen) komt in zijn verschillende vormen vele keren in de Bijbel voor, en 68 keer in de Bijbelvertaling van Joseph Smith. In het Boek van Mormon komt het woord bekeren in zijn verschillende vormen 360 keer voor.

  11. 3 Nephi 11:38. Een ander voorbeeld is: ‘Ik heb u de wet en de geboden van mijn Vader gegeven, namelijk dat gij in Mij zult geloven en u bekeren van uw zonden en tot Mij komen met een gebroken hart en een verslagen geest’ (3 Nephi 12:19).

  12. Zie LV1; 3; 5–6; 10–11; 13–16; 18–20; 29; 33–36; 39; 42–45; 49–50; 53–56; 58; 63–64; 66; 68; 75; 84; 90; 93; 98; 104; 107; 109; 117; 124; 133; 136; 138.

  13. Webster’s Ninth New Collegiate Dictionary (1987), ‘repent’, p. 999.

  14. Zie 1 Johannes 1:9; Mosiah 26:29; LV 61:2; 64:7.

  15. LV 58:43. Als niemand anders is geschaad, moet de belijdenis onder gebed tot God gericht worden. Hij die in het verborgene luistert, kan in het openbaar belonen. (Zie Matteüs 6:4, 6, 18; 3 Nephi 13:4, 6, 18.)

  16. Zie LV 107:73–74.

  17. 2 Nephi 31:13; zie ook Jakob 6:5; Mosiah 7:33; 3 Nephi 10:6; 12:24; 18:32.

  18. Zie Mosiah 4:2–3.

  19. Jesaja 1:18.

  20. LV 19:15–17.

  21. Sommige mensen denken dat het woord bekeren ook ‘straf’ betekent. Als ze niet aan een strafbaar feit schuldig zijn, denken ze wellicht dat ze zich niet hoeven te bekeren.

  22. President Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘En zo is er ook een gangbaar, misschien onbewust, gevoel dat de Heer bekering alleen maar bedacht heeft voor hen die zich aan moord, overspel of andere ernstige zonden bezondigen. Maar dat is natuurlijk niet zo. Als wij nederig zijn en het evangelie na willen leven, zullen we bekering gaan zien als iets dat van toepassing is op alles wat wij in het leven doen, of het nu geestelijk of materieel van aard is. Bekering is voor iedere ziel die nog niet tot volmaking is gekomen’ (Leringen van kerkpresidenten: Spencer W. Kimball, p. 37). Zie ook 1 Johannes 1:8; Mosiah 4:29-30.

  23. LV 68:25; cursivering toegevoegd.

  24. Metanoeo, μετανοεω, werd in de Griekse tekst gebruikt voor de verklaringen van de Heer in Matteüs 4:17; Marcus 1:15 en Lucas 13:3. Petrus gebruikte hetzelfde woord in Handelingen 2:38; 3:19 en 8:22.

  25. In Matteüs 17:2 en Marcus 9:2 is gedaante veranderde de vertaling van metamorphoo, wat verandering van vorm betekent.

  26. In Efeziërs 4:23 is geest de vertaling van het Griekse woord nous.

  27. In Lucas 1:77; Romeinen 2:20 en 2 Korintiërs 6:6 is kennis de vertaling van gnos of gnosis. Als Gnos wordt voorafgegaan door de negatieve aanduiding a-, betekent dat ‘gebrek aan kennis’, zoals in agnostisch. In Handelingen 17:23, is onbekende de vertaling van agnostos, en zonder te kennen is de vertaling van agnoeo.

  28. In Matteüs 12:18 en Romeinen 8:5 is geest de vertaling van het Griekse woord pneuma.

  29. In Handelingen 17:25 is adem de vertaling van het Griekse woord pnoe.

  30. Mosiah 2:21.

  31. Zie 3 Nephi 27:21, 27.

  32. Alma 37:35–36.

  33. Alma 5:14.

  34. Zie Johannes 3:3, 7; Mosiah 27:25; Alma 5:49; 7:14; Mozes 6:59.

  35. Zie Moroni 10:32.

  36. Zie Galaten 6:7–8.

  37. Zie Richteren 13:17; Lucas 1:15; LV 89:5, 7–9.

  38. Zie Matteüs 5:27–28; Alma 38:12; 3 Nephi 12:27-28; LV 42:23.

  39. Zie Romeinen 8:5–6.

  40. Zie Alma 38:11; LV 121:37.

  41. Zie Johannes 13:15; 1 Timoteüs 4:12; 1 Petrus 2:21; 2 Nephi 31:16; 3 Nephi 18:16; Mormon 7:10.

  42. Zie LV 121:45.

  43. Zie LV 85:3.

  44. Zie Filippenzen 4:8; Geloofsartikelen 1:13.

  45. Mosiah 3:19.

  46. LV 138:57–59; zie ook vss. 30–34.

  47. LV 128:18.

  48. Kinderliedjes, p. 38.

  49. Zie LV 27:9; 110:14–15; 128:18; 138:48.

  50. Zie LV 2:2–3; 132:19, 138:47–48; Geschiedenis van Joseph Smith 1:39.

Afdrukken