2007
Blijf op het pad
Mei 2007


Blijf op het pad

Soms denken we dat we ons op de rand van de afgrond kunnen begeven en toch onze deugdzaamheid kunnen behouden. Maar dat is riskant.

Afbeelding

Op een van de paden in een ravijn bij mijn huis staat een bord met de woorden: Blijf op het pad. Als je dat pad opgaat, merk je al snel dat het verstandig is om op het pad te blijven. Er zijn heuvels, bochten en diepe hellingen. Hier en daar ligt de grond naast het pad los en in bepaalde jaargetijden zie je af en toe een ratelslang. Mijn boodschap voor jullie allemaal is hetzelfde als op dat bord: ‘Blijf op het pad.’

Verscheidene jaren geleden maakte ik met een groep jongevrouwen een wandeltocht in het Tetongebergte. Het was een moeilijke tocht en op de tweede dag kwamen we op het gevaarlijkste gedeelte terecht. We zouden door de Hurricanepas gaan — een toepasselijke naam vanwege de sterke winden die daar bijna altijd waaien. We hadden van een boswachter het advies gekregen om op het midden van het pad te blijven, zo laag mogelijk op dat deel van het pad te blijven, alles veilig in onze rugzak op te bergen en stevig door te lopen. Het was geen plek om foto’s te nemen of rond te hangen. Ik was blij en opgelucht toen alle jongevrouwen dat punt veilig voorbij waren. En weet je, niet een van hen vroeg hoe dicht ze bij de rand mochten komen!

Op ons levenspad willen we soms op gevaarlijke plekken rondhangen, omdat we denken dat het leuk en opwindend is en dat we alles in de hand hebben. Soms denken we dat we ons op de rand van de afgrond kunnen begeven en toch onze deugdzaamheid kunnen behouden. Maar dat is riskant. De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Geluk is het doel van ons bestaan, en zal uiteindelijk ons deel worden, als wij het pad volgen dat erheen leidt, het pad van deugd’ (History of the Church, deel 5, pp. 134–35).

Het advies van de Heer aan Emma Smith in Leer en Verbonden 25 is zijn advies aan al zijn dierbare dochters. Daarin staat een gedragscode en het advies om ‘op de paden der deugd’ te wandelen (vs. 2). Deugd is ‘een denk- of gedragspatroon dat op hoge zedelijke normen is gebaseerd.’ (Predik mijn evangelie [2004], p. 118.) Wat zijn dan de hoge zedelijke normen die tot deugdzaamheid leiden?

Deugdzaamheid omvat fatsoen — in gedachten, taal, kleding en gedrag. En fatsoen is het fundament van kuisheid. Net als iemand niet blootsvoets op een pad zal gaan lopen waar veel ratelslangen komen, is het in deze wereld van essentieel belang voor onze veiligheid om fatsoenlijk te zijn. Als we fatsoenlijk zijn, laten we aan anderen zien dat we onze relatie tot onze Vader in de hemel goed begrijpen. We laten zien dat we Hem liefhebben en dat we altijd en overal van Hem zullen getuigen. Door ons fatsoenlijk te kleden laten we anderen weten dat we een ‘rein gemoed’ hebben (‘Dierb’re kind’ren, God is met u, lofzang 61). Fatsoen is geen zaak van ‘modern’ zijn. Het is een zaak van het hart en van heilig zijn. Het is geen zaak van modieus zijn. Het gaat om getrouw zijn. Het is geen zaak van cool zijn. Het gaat erom dat wij kuis zijn en onze verbonden naleven. Het gaat er niet om dat we populair zijn, maar dat we rein zijn. Fatsoen heeft alles te maken met stevig het pad van kuisheid en deugdzaamheid bewandelen. Het is duidelijk dat deugdzaamheid een vereiste voor de verhoging is. Mormon maakt duidelijk dat zowel deugdzaamheid als kuisheid ‘het liefst en het kostbaarst boven alles’ zijn (Moroni 9:9.) We kunnen eenvoudigweg niet onachtzaam zijn of te dicht bij de afgrond komen. Dat is voor alle dochters van God te gevaarlijk.

In Leer en Verbonden 25 staat dat we onze verbonden moeten aankleven (zie vers 13). Aankleven betekent gehecht of verknocht zijn, trouw blijven en vasthouden aan de beloften die we de Heer hebben gedaan. Uit onze verbonden putten we de kracht om verleidingen te weerstaan. Als we onze verbonden nakomen, zal dat ons op het pad der deugd houden. Als we de verbonden nakomen die we bij de doop hebben gesloten, zullen we op het midden van het pad blijven. Ouderling Jeffrey R. Holland heeft het volgende gezegd:

‘Op de weg naar het eeuwige leven, die we bij onze doop zijn opgegaan, sluiten wij verbonden en blijven we op die weg door die verbonden na te komen. (…)

‘(…) De influisteringen van de Heilige Geest zullen ons altijd begeleiden als we op de verbondsweg blijven. Onze weg is bijna altijd opwaarts, maar de hulp die we bij de klim krijgen is letterlijk goddelijk. Er zijn drie leden van de Godheid — de Vader, de Zoon en de Heilige Geest — die ons zullen helpen vanwege de verbonden die we hebben gesloten.

‘We nemen wekelijks deel aan het avondmaal om ons aan die verbonden te herinneren. In het gebed voor het brood “betuigen [wij] voor U, o God, eeuwige Vader, dat [wij] gewillig zijn de naam van uw Zoon op [ons] te nemen, Hem altijd indachtig te zijn, en zijn geboden te onderhouden, die Hij [ons] heeft gegeven, opdat [wij] zijn Geest altijd bij [ons] mogen hebben” (LV 20:77).’ (‘Wat ieder nieuw lid dient te weten — en ieder ander lid nooit mag vergeten’, Liahona, oktober 2006, pp. 11–12.)

Als je door de Geest geleid wordt, zul je zelfverzekerd en gelukkig zijn en zal deugd onophoudelijk je gedachten sieren. In het Boek van Mormon staat beschreven wat er gebeurt als een hele samenleving zich aan de verbonden houdt en rein en deugdzaam leeft: ‘Er kon stellig geen gelukkiger volk zijn onder alle volken die door de hand Gods waren geschapen’ (4 Nephi 1:16). Geleid door de Heilige Geest zul je ook een rechtschapen invloed op anderen hebben.

Ik heb in mijn kantoor foto’s van enkele generaties vrouwen in mijn familie hangen — mijn overgrootmoeder, mijn grootmoeder, mijn moeder en mijn dochter Emi. Door hun toegewijde en gelovige leven hebben ze mij geholpen om hoger te klimmen en verder te gaan. Als ik naar die foto’s kijk, zie ik duidelijk hoe belangrijk het is om deugdzaam te leven. Tegenwoordig heb ik niet alleen één dochter, maar vijf schoondochters en vijf kleindochters. Ik voel dat ik de heilige plicht heb een deugdzaam, heilig en voorbeeldig leven te leiden. Zelfs als je het eerste lid van de kerk in je familie bent, ben je verantwoordelijk voor de mensen die na jou komen.

Onlangs heb ik dezelfde wandeltocht door het Tetongebergte gemaakt, maar nu met mijn man en een groep vrienden van onze leeftijd. Toen we aan de tocht begonnen, was het spannend en gemakkelijk, maar voordat we op onze bestemming aankwamen waren we uitgeput en wist ik dat ik in de problemen was. Ik was niet zo goed op de wandeltocht voorbereid als toen ik jaren eerder met de jongevrouwen op pad ging. Ik had mijn spullen niet zorgvuldig gepakt en had veel te veel meegenomen. Door het gewicht van mijn rugzak werd ik moe en stond ik op het punt om het op te geven. De anderen voelden ook de ongemakken van de hoogte, het steile terrein en de zware rugzakken. Mijn man had dat in de gaten en haastte zich vooruit. Ik voelde me in de steek gelaten. Maar ongeveer een uur later zag ik mijn man aan de andere kant van de vallei het pad afdalen. Hij kwam naar me toe rennen. Toen hij bij me was, nam hij mijn rugzak over, droogde mijn tranen en leidde me naar onze bestemming — een glashelder meer met hoge pijnbomen eromheen. Toen draaide hij zich om, ging weer het pad af en deed hetzelfde nog vier keer voor de andere wandelaars. Toen ik naar hem keek, voelde ik me schuldig dat ik zo onvoorbereid was en vooral omdat ik zoveel spullen in mijn rugzak had die hij nu voor me moest dragen. Maar ik was zo dankbaar voor zijn kracht, zijn onzelfzuchtigheid, zijn voorbereiding en zijn liefde.

Als je de bergen van het leven beklimt, blijf dan op het pad der deugd. Er zijn anderen om je te helpen — je ouders, familieleden, bisschop, adviseuses en goede vriendinnen en vrienden van alle leeftijden. En als je vermoeid bent of een verkeerde afslag hebt genomen, verander dan van richting en ga terug naar het pad der deugd. Vergeet niet dat de Heiland altijd voor je klaarstaat. Hij zal je de kans geven om je te bekeren, Hij zal je versterken, je lasten verlichten, je tranen drogen, je troosten en je hulp bieden, zodat je op het pad kunt blijven.

De Heiland is het volmaakte voorbeeld van deugdzaamheid. Toen Jezus over de wegen van het Heilige Land liep, ging Hij ‘rond […], weldoende’ (Handelingen 10:38). Hij genas de zieken en de blinden en Hij wekte de doden op. ‘Hij verkondigde eeuwige waarheden over ons vooraardse bestaan, het doel van ons leven op aarde en onze mogelijkheden als dochters van God in het hiernamaals’ (Zie ‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, pp. 2–3). Een van mijn lievelingsteksten luidt: ‘Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal hij uw paden recht maken’ (Spreuken 3:5–6).

Ik getuig dat dat waar is. Hij heeft niet alleen de weg aangegeven, maar Hij heeft me zelfs af en toe aan de hand geleid. ‘Zijn weg is het pad dat leidt tot geluk in dit leven en tot het eeuwige leven in de wereld hierna’ (Zie ‘De levende Christus’, Liahona, april 2000, p. 3.) Ik geef jullie mijn getuigenis dat Hij leeft! Hij zal je gebeden horen en je leiden. Jezus Christus is ons voorbeeld en onze gids. Blijf op het pad! Wees fatsoenlijk. Houd je vast aan je verbonden en wees het gezelschap van de Heilige Geest waardig. De Heer belooft ons: ‘Weest goedsmoeds, want Ik zal u voortleiden. Van u is het koninkrijk en van u zijn de zegeningen daarvan, en van u zijn de rijkdommen der eeuwigheid’ (LV 78:18). Ik sta waarlijk sprakeloos dat ‘zijn leven onvergelijkbaar was en dat zijn grote zoenoffer oneindige kracht bezit’ (‘De levende Christus’, Liahona, april 2000, pp. 2; cursivering toegevoegd). In de naam van Jezus Christus. Amen.

Afdrukken