Hoe kan ik anderen dienen?
Jezus Christus gaf het volmaakte voorbeeld van hoe we anderen moeten liefhebben en dienen. Als priesterschapsdrager hebben we de plicht om anderen te dienen. Wij kunnen anderen op vele manieren dienen zoals de Heiland dat deed. Bijvoorbeeld door priesterschapsverordeningen te verrichten, door anderen over het evangelie te vertellen en door eenvoudige, alledaagse goede daden te verrichten.
Uw geestelijke voorbereiding
Let bij het bestuderen van de Schriftteksten en andere materialen over dienen op zaken waardoor de jongemannen tot christelijke dienstvaardigheid worden geïnspireerd.
Matteüs 25:31–46; Mosiah 2:17 (wij dienen God wanneer wij anderen dienen)
Johannes 13:34–35 (wij dienen anderen lief te hebben zoals de Heiland ons liefheeft)
Jakobus 1:27 (zuivere godsdienst is omzien naar wezen en weduwen)
1 Nephi 2:16–18; 3:1–7, 28–31; 4:1–2; 17:7–19, 50–51; 18:1–4 (houding van Nephi en van Laman en Lemuël als reactie op een opdracht)
Mosiah 18:8–10 (we dienen gewillig te zijn te troosten wie troost nodig hebben)
Mijn plicht jegens God vervullen (2010), pp. 26, 50, 74
Henry B. Eyring, ‘Verbind hun wonden’, Liahona, november 2013
‘Dienen’, Voor de kracht van de jeugd (2011), pp. 32–33
Video’s: ‘Mensen in nood redden’, ‘Daytons benen’, ‘Als we onszelf vergeten’
Laat de jongemannen leiden
Een lid van het quorumpresidium (of een assistent van de bisschop in het priestersquorum) leidt de quorumvergadering. Hij geeft leiding aan de jongemannen bij de bespreking van quorumzaken, leert ze hun priesterschapsplichten (uit de Schriften en het boekje Plicht jegens God), moedigt ze aan over hun ervaringen met de vervulling van hun plicht jegens God te vertellen, en nodigt een adviseur of ander quorumlid uit om een evangelieles te geven. Hij kan zich hierop voorbereiden door tijdens de presidiumvergadering een agenda voor de quorumvergadering in te vullen.
De leerervaring beginnen
Kies een van deze ideeën of bedenk er zelf een om de vorige les te herhalen en de les van deze week in te leiden:
-
Zet de titel van de les van vorige week op het bord en laat elke jongeman snel iets opschrijven wat hij uit die les heeft geleerd of toegepast.
-
Vraag de jongemannen naar recente ervaringen met het dienen van anderen (indien mogelijk een dienstbetoonproject dat ze in quorumverband of individueel als onderdeel van Plicht jegens God hebben gepland). Wat heeft het dienstbetoon voor hen betekend? Wat heeft het voor anderen betekend?
-
Vraag de jongemannen of ze mensen kennen die ooit fysiek uit een benarde situatie zijn gered. Wat voelen mensen doorgaans voor de persoon die hen heeft geholpen? Bekijk de video ‘Mensen in nood redden’ en laat de jongemannen bespreken wat zij van president Monson leren over anderen dienen zoals de Heiland dat deed.
NaN:NaN
Samen leren
Het doel van deze les is elke jongeman te helpen inzien hoe hij zijn priesterschapsplicht vervult door anderen te dienen. Als onderdeel van deze les behoren de quorumleden in hun boekje Plicht jegens God te plannen hoe zij deze plicht gaan vervullen. Vraag de jongemannen vóór de quorumvergadering om hun boekje Plicht jegens God mee naar de kerk te brengen. Nodig de quorumleden in volgende quorumvergaderingen uit om te vertellen welke ervaringen ze hebben gehad terwijl ze hun plannen uitvoerden.
-
Wijs de volgende Schriftteksten aan verschillende jongemannen toe: Matteüs 25:31–46; Johannes 13:34–35; Mosiah 2:17; Jakobus 1:27; en Mosiah 18:8–10. Vraag ze te letten op en op te schrijven wat ze uit die verzen over het dienen van anderen te weten komen (zie Plicht jegens God, p. 26). Laat ze vertellen wat ze in de verzen hebben gevonden en vraag ze daarna naar persoonlijke ervaringen met zegeningen die ze door het dienen van anderen hebben ontvangen.
-
Laat de quorumleden de volgende passages uit de Schriften lezen en Nephi’s houding en reactie vergelijken met die van Laman en Lemuël jegens de opdrachten die ze kregen: 1 Nephi 2:16–18; 3:1–7, 28–31; 4:1–2; 17:7–19, 50–51; 18:1–4 (laat ze hun antwoorden desgewenst op het bord zetten). Vraag ze na te denken over hun eigen houding toen ze recent in de gelegenheid waren om anderen te dienen. Laat de jongemannen op pagina 50 van hun boekje Plicht jegens God enkele zinsneden uit hun studie noteren waaruit de houding spreekt die we bij de vervulling van priesterschapstaken dienen te hebben.
-
Vertoon een of beide video’s die in het schema staan en vraag de jongemannen te letten op zegeningen die voortvloeien uit het dienen van anderen, met inbegrip van leden van hun quorum. Laat de quorumleden in hun boekje Plicht jegens God zoeken naar manieren waarop ze anderen als Aäronisch-priesterschapsdrager kunnen dienen (zie p. 23 [diakenen], 47 [leraren] of 71 [priesters]). Laat de jongemannen overwegen wat ze kunnen doen om hun quorum door dienstbetoon te versterken.
-
Toon een foto van Henry B. Eyring als jongeman. Lees over president Eyrings ervaringen als priester door met de bisschop leden te bezoeken. Wat leren de jongemannen uit president Eyrings ervaringen over anderen dienen? Welke ervaringen hebben ze zelf op dat gebied gehad?
Doe het volgende nadat de jongemannen een of meer van de bovenstaande opdrachten hebben uitgevoerd:
-
Vraag de quorumleden naar het gedeelte ‘Anderen dienen’ van hun boekje Plicht jegens God te gaan (pp. 26–27 [diakenen], 50–51 [leraren] of 74–75 [priesters]). Vraag elk quorumlid een eigen plan op te stellen om anderen te dienen. Zij kunnen bijvoorbeeld de raad van ouderling M. Russell Ballard opvolgen om elke dag te bidden voor kansen om anderen te dienen (zie ‘Gedreven werkzaam zijn’, Liahona, november 2012, pp. 29–31). Vraag vervolgens de quorumpresident een bespreking te leiden over wat het quorum zoal kan doen om anderen te dienen en de jongemannen dat plan in hun boekje te laten noteren.
Uitnodiging om in actie te komen
De jongeman die de leiding heeft, sluit de vergadering. Hij kan het volgende doen:
-
Over zijn plan vertellen om iemand te dienen en de jongemannen aansporen hun plan uit te voeren.
-
Uitleggen dat de quorumleden in volgende quorumvergaderingen de gelegenheid zullen krijgen om te vertellen welke ervaringen ze hebben gehad met het dienen van anderen.