Kom dan en volg Mij
Hoe kan ik nu al een zendeling zijn?


Plicht jegens God

Hoe kan ik nu al een zendeling zijn?

De Heer draagt elke Aäronisch-priesterschapsdrager op allen uit te nodigen om tot Christus te komen (zie LV 20:59). De profeten van de Heer nodigen ook iedere waardige jongeman in de kerk die daartoe in staat is uit om een zending te vervullen. Als we onze Aäronisch-priesterschapsplicht vervullen en allen uitnodigen om tot Christus te komen, bereiden we ons voor op een voltijdzending. Op die manier helpen wij het koninkrijk van God op te bouwen.

Uw geestelijke voorbereiding

Welke ervaringen hebt u met het uitdragen van het evangelie gehad? Hoe hebben anderen het evangelie aan u uitgedragen? Als u op zending bent geweest, hoe hebt u zich daar dan op voorbereid? Hoe zou u zich achteraf gezien nog meer hebben voorbereid?

Wat voor invloed kan het evangelie uitdragen op de jongemannen hebben? Hoe kunt u ze helpen zich voor te bereiden om nu en in de toekomst zendingswerk te doen?

Bestudeer de volgende Schriftteksten en het andere materiaal met een gebed in uw hart. Wat voelt u dat u met de jongemannen moet bespreken?

Mijn plicht jegens God vervullen (2010), pp. 28–29, 52–53, 76–77

Alma 17:2–3 (de zonen van Mosiah bereidden zich door vasten, gebed en ijverige Schriftstudie voor op hun zending)

Handelingen 2, 16; Mosiah 18 (Petrus, Paulus en Alma nodigen anderen uit om tot Christus te komen)

Dieter F. Uchtdorf, ‘Van Alma en Amulek leren’, Liahona, november 2016, 71–74

Carl B. Cook, ‘Dienen’, Liahona, november 2016, 110–112

Neil L. Andersen, ‘Een getuige van God’, Liahona, november 2016, 35–38

M. Russell Ballard, ‘Vertrouw op de Heer’, Liahona, november 2013, pp. 43–45

David A. Bednar, ‘Een zendeling worden’, Liahona, november 2005, pp. 44–47

David A. Bednar, ‘Kom en zie’, Liahona, november 2014, pp. 107–110

Video’s: ‘Je plicht jegens God vervullen’, ‘Zendingsgericht denken’, ‘Priesterschapsplicht: het evangelie prediken’

4:56
4:11
4:49

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

De Heiland nodigde anderen uit om te getuigen van waarheden die ze leerden, waardoor de Geest hun hart wist te raken. ‘Wie zegt u dat Ik ben?’ vroeg Hij. Petrus’ getuigenis werd gesterkt toen hij antwoordde: ‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God’ (Mattheüs 16:15–16). Hoe kunnen de jongemannen in het quorum hun getuigenis versterken door anderen over het evangelie te vertellen?

Laat de jongemannen leiden

Een lid van het quorumpresidium (of een assistent van de bisschop in het priestersquorum) leidt de quorumvergadering. Hij geeft leiding aan de jongemannen bij de bespreking van quorumzaken, leert ze hun priesterschapsplichten (uit de Schriften en het boekje Plicht jegens God), moedigt ze aan over hun ervaringen met de vervulling van hun plicht jegens God te vertellen en nodigt een adviseur of ander quorumlid uit om een evangelieles te geven. Hij kan zich hierop voorbereiden door tijdens de presidiumvergadering een agenda voor de quorumvergadering in te vullen.

De leerervaring beginnen

Kies een van deze ideeën of bedenk er zelf een om de vorige les te herhalen en de les van deze week in te leiden:

  • Vraag de jongemannen om te vertellen over en te getuigen van hun ervaringen met het geleerde uit de les van vorige week.

  • Vraag de jongemannen onder gebed te overwegen welke vrienden, familieleden of minderactieve quorumleden zij kunnen uitnodigen om tot Christus te komen. Laat ze die namen noteren in hun boekje Plicht jegens God (zie pp. 28–29, 52–53, 76–77). Moedig de jongemannen aan zich open te stellen voor ingevingen die ze tijdens de les krijgen over hoe ze het evangelie aan die mensen kunnen uitdragen.

Samen leren

Het doel van deze les is elke jongeman te helpen zich op een actief zendingsleven voor te bereiden. Geef de jongemannen tijdens de quorumvergadering tijd om hun plannen op te schrijven in hun boekje Plicht jegens God. Moedig ze aan om elkaar over hun plannen te vertellen. Nodig ze ook uit om in toekomstige quorumvergaderingen te vertellen hoe ze zich op het doen van zendingswerk hebben voorbereid en anderen hebben uitgenodigd om tot Christus te komen.

  • Zet op het bord een tabel met twee kolommen. Schrijf boven de eerste kolom ‘Alma’ en boven de tweede ‘Amulek’. (U kunt de jongeren Alma en Amulek ook eenvoudig laten tekenen.) Laat de jongeren president Dieter F. Uchtdorfs toespraak ‘Van Alma en Amulek leren’ doornemen en nagaan hoe Alma en Amulek anderen dienden. Als een van hen een antwoord vindt, laat u hem of haar dat in de tabel zetten. Hoe kunnen de jongeren het voorbeeld van Alma en Amulek volgen? Bespreek de tabel klassikaal. 

  • Laat de jongemannen een koffer zien en bespreken wat ze zoal nodig zullen hebben op hun zending (zoals witte overhemden, stropdassen, schoenen enzovoort). Vraag ze wat ze nog meer op hun zending mee moeten nemen dat ze niet in een koffer kunnen stoppen. Nodig ze uit hun lijst aan te vullen met antwoorden die ze in Alma 17:2–3 en Leer en Verbonden 4 vinden. Vraag de jongemannen hoe zij die eigenschappen bij hun zendingsvoorbereidingen kunnen ontwikkelen.

  • Vraag elke jongeman vóór de quorumvergadering een voorwerp of foto mee te nemen waaruit blijkt hoe het evangelie hem zoal tot zegen is. Lees tijdens de quorumvergadering samen het verhaal over de zoons van ouderling David A. Bednar in zijn toespraak ‘Kom en zie’. Waarom was het jongste broertje zo enthousiast om verband om zijn vriendjes’ armen te doen? Vraag de jongemannen naar de voorwerpen of foto’s die ze hebben meegebracht en welke zegeningen ze daaraan koppelen. Vraag ze aan bekenden van hen te denken die deze zegeningen niet hebben ontvangen, en een plan te maken om het evangelie aan hen uit te leggen.

  • Laat de jongemannen de uitnodiging van ouderling M. Russell Ballard lezen in zijn toespraak ‘Vertrouw op de Heer’ (in de twee alinea’s die beginnen met ‘De sleutel is om door God geïnspireerd te worden’). Vertel over een ervaring die u hebt gehad doordat u die uitnodiging aannam, en vraag de jongemannen naar hun ervaringen. Geef ze de tijd om aan iemand te denken die ze kunnen uitnodigen om tot Christus te komen.

  • Schrijf op het bord: ‘Wat kan ik het beste doen om mij voor te bereiden op een voltijdzending?’ Laat de jongemannen met mogelijke antwoorden komen. Laat ze nagaan hoe ouderling David A. Bednar de vraag beantwoordde in zijn toespraak ‘Een zendeling worden’. Vraag ze de toespraak door te nemen en te letten op manieren waarop ze een zendeling kunnen worden voordat ze op zending gaan. Vertoon een van de video’s in dit schema en vraag de quorumleden hoe ervaringen als deze hen kunnen helpen zich op het doen van zendingswerk voor te bereiden.

  • Nodig de jongemannen vóór de quorumvergadering uit om in de les een voorbeeld te noemen van zendingswerk uit de Schriften (zoals die in dit schema). Laat ze bij hun verhaal ook vertellen wat ze over het uitdragen van het evangelie leren. Wat deden de mensen in die verhalen om het evangelie uit te dragen? Hoe werden anderen door hun leringen geraakt? Waartoe voelen de jongemannen zich geïnspireerd om het voorbeeld van deze zendelingen te volgen?

Vraag de jongemannen wat ze vandaag hebben geleerd. Begrijpen zij wat ze nu kunnen doen om zich op toekomstig zendingswerk voor te bereiden? Wat voor gevoelens of ingevingen hebben ze nog meer gekregen? Zou het de moeite waard zijn om meer tijd aan deze leer te besteden?

Onderwijstip

‘Zorg ervoor dat u goede besprekingen niet te snel afbreekt om al het lesmateriaal te kunnen behandelen. Hoewel het belangrijk is om het lesmateriaal te behandelen, is het belangrijker dat de leerlingen de invloed van de Geest voelen, hun vragen beantwoord krijgen, een groter begrip van het evangelie ontwikkelen en vastbesloten zijn om de geboden te onderhouden.’ (Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], p. 64.)

Uitnodiging om in actie te komen

De jongeman die de leiding heeft, sluit de vergadering. Hij kan het volgende doen:

  • Elke jongeman vragen in zijn boekje Plicht jegens God iets op te schrijven wat hij gaat doen om iemand uit te nodigen tot Christus te komen (zie pp. 28–29, 52–53, 76–77), waarna hij een paar quorumleden kan vragen wat ze hebben opgeschreven.

  • Vertellen wat hij gaat doen om zich op een zending voor te bereiden.