Wat weten wij over de aard van de Godheid?

De Godheid bestaat uit God de eeuwige Vader, de Heiland, Jezus Christus, en de Heilige Geest. Hoewel de leden van de Godheid drie afzonderlijke Personen zijn met verschillende taken, zijn zij één in doel. Ze zijn volkomen eensgezind in de uitvoering van het heilsplan van onze hemelse Vader.

Uw geestelijke voorbereiding

Hoe weet u door uw begrip van de Godheid wie u bent? Hoe verschilt wat wij van de Godheid weten van de geloofsovertuiging van andere godsdiensten?

Begrijpen de jongevrouwen hoe de drie leden van de Godheid samenwerken? Wat hebben de jongevrouwen aan een begrip van de aard van de Godheid?

Door welke Schriftteksten en toespraken zullen de jongevrouwen de aard van de Godheid en de rol die Zij in hun leven spelen beter gaan begrijpen?

Genesis 1:27 (de mens is naar Gods beeld geschapen)

Mattheüs 3:16–17; Johannes 14:16; Handelingen 7:55–56; 3 Nephi 11:4–11; Geschiedenis van Joseph Smith 1:17; Geloofsartikelen 1:1 (de Godheid bestaat uit drie leden)

Lukas 24:39; Johannes 1:14; LV 130:22 (twee leden van de Godheid hebben een stoffelijk lichaam)

Johannes 17:21; 1 Johannes 5:7; Alma 11:44; LV 20:28 (de Godheid is eensgezind)

‘Godheid’, Trouw aan het geloof (2004), p. 71

Dallin H. Oaks, ‘De Godheid en het heilsplan’, Liahona, mei 2017, 100–103

Boyd K. Packer, ‘Het getuigenis’, Liahona, mei 2014, pp. 94–97

Robert D. Hales, ‘Het eeuwige leven — onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, kennen’, Liahona, november 2014, pp. 80–82

Video: ‘De herstelling’; zie ook Visuele leermiddelen voor de Leer en Verbonden — dvd

19:34

Vertellen over eigen ervaringen

Vraag de jongevrouwen aan het begin van elke les om te vertellen over, en te getuigen van, hun ervaringen met het geleerde uit de les van vorige week. Dit zal hun bekering bevorderen en ertoe bijdragen dat ze zien hoe het evangelie van toepassing is op hun dagelijkse leven.

De leer inleiden

Kies uit deze ideeën of bedenk uw eigen manieren om de les van deze week in te leiden:

Schrijf op het bord: ‘Wat weten wij over de aard van de Godheid?’ Laat de jongevrouwen de antwoorden op deze vraag opzoeken in Geloofsartikelen 1:1 of Leer en Verbonden 130:22.
Schrijf de tekst van Leer en Verbonden 130:22 op het bord, maar laat enkele open plekken waar essentiële woorden moeten komen te staan. Laat de jongevrouwen nadenken welke woorden op de open plekken thuishoren, en vul ze samen in.
Laat de jongevrouwen in een rollenspel uitbeelden hoe ze iemand die niet van hun geloof was zouden uitleggen dat de Godheid uit drie leden bestaat. Welke Schriftteksten zouden ze gebruiken? Waarom vinden ze het zo belangrijk om dit te weten?

Samen leren

Door de onderstaande activiteiten zullen de jongevrouwen de aard van de Godheid beter gaan begrijpen. Kies er onder inspiratie van de Geest een of meer uit die voor uw klas het beste zijn:

Vraag de jongevrouwen aan uitdagingen te denken waar ze tegenwoordig mee te maken hebben. Wat staat er in onderdeel IV van ouderling Dallin H. Oaks’ toespraak ‘De Godheid en het heilsplan’ waarmee ze die uitdagingen beter het hoofd kunnen bieden? Deel de jongevrouwen in drie groepjes op om ze meer over de leden van de Godheid te leren. Geef elk groepje een blaadje met een van de volgende kopjes: ‘God de Vader’, ‘De Zoon’ en ‘De Heilige Geest’. Laat elk groepje het betreffende gedeelte uit ouderling Oaks’ toespraak lezen en de door hem genoemde Schriftteksten opzoeken. Laat de jongevrouwen op hun blaadje noteren wat ze eruit leren en hun gedachten met de klas bespreken. Hoe kunnen we onze uitdagingen het hoofd bieden met de kennis die we over de Godheid hebben opgedaan?
Schrijf ‘God de Vader’, ‘Jezus Christus’ en ‘de Heilige Geest’ op het bord. Kies passages uit president Boyd K. Packers toespraak ‘Het getuigenis’ die de jongevrouwen meer begrip van de Godheid kunnen geven. Geef elke jongevrouw een passage en vraag ze die voor zichzelf te lezen en daarna in eigen woorden een samenvatting aan de klas te geven. Laat ze bij het geven van de samenvatting onder het desbetreffende kopje opschrijven wat ze gelezen hebben over dat lid van de Godheid. Waarom is het volgens de jongevrouwen belangrijk om dit van de Godheid te weten? Hoe zouden ze hun geloof uitleggen aan mensen die iets anders geloven aangaande de Godheid?
Laat de jongevrouwen ‘Godheid’ in Trouw aan het geloof lezen. Vraag een van de jongevrouwen wat ze ervan heeft geleerd. Laat vervolgens een andere jongevrouw herhalen wat de eerste zei, en daarna iets vertellen dat zij zelf heeft geleerd. Herhaal dit tot iedere jongevrouw een beurt heeft gehad. Vraag de jongevrouwen hoe onze kijk op de Godheid kan verschillen van de geloofsovertuiging van andere godsdiensten. Hoe kan een juiste kijk op de Godheid de jongevrouwen tot zegen zijn?
Schrijf drie kopjes op het bord: ‘De Godheid bestaat uit drie leden’, ‘De Godheid is eensgezind’ en ‘Onze hemelse Vader en Jezus Christus hebben een stoffelijk lichaam’. Noteer Schriftverwijzingen over de Godheid (zoals die in dit leerschema) op kaartjes. Laat de jongevrouwen beurtelings een kaartje pakken, de Schrifttekst voorlezen en de tekstverwijzing onder het desbetreffende kopje op het bord schrijven (sommige teksten kunnen bij meer dan één kopje passen). Hoe kan hun kennis van deze waarheden over de Godheid de jongevrouwen tot zegen zijn? Moedig de jongevrouwen aan om een lijst van deze teksten in hun Schriften te bewaren zodat ze die kunnen gebruiken om anderen iets over de Godheid te leren.
Geef elke jongevrouw een blaadje met de volgende vragen: Hoe zou je de band van de Heiland met zijn Vader beschrijven? In welke opzichten zijn de Vader en de Zoon één? Wat zijn de taken van de Heilige Geest? Laat ze deze vragen overdenken terwijl ze naar de toespraak ‘Het eeuwige leven — onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, kennen’ van ouderling Robert D. Hales kijken of luisteren, of deze lezen. Geef ze de tijd om hun antwoorden op te schrijven en laat ze vertellen wat ze hebben opgeschreven.

Vraag de jongevrouwen wat ze vandaag hebben geleerd. Begrijpen ze de aard van de Godheid? Wat voor gevoelens of ingevingen hebben ze gekregen? Hebben ze nog vragen? Zou het goed zijn om meer tijd aan deze leer te besteden?

Onderwijstip

U kunt de leeractiviteiten in dit onderdeel gebruiken om vast te stellen wat de jongevrouwen al van de leer weten, en wat ze nog moeten leren. Wees bereid om uw lesplan zo nodig aan te passen aan hun behoeften.

Naleven wat we leren

Laat de jongevrouwen bedenken hoe ze gaan toepassen wat ze vandaag hebben geleerd. Ze kunnen bijvoorbeeld:

Het eerste geloofsartikel ophangen en overdenken, en er met iemand over praten.
Ervaring met waarde 2, Goddelijke aard in Persoonlijke vooruitgang invullen.
Een gezinsavondles over de Godheid geven en daarbij gebruikmaken van de Schriftteksten die ze tijdens deze les bestudeerd hebben.

Vertel de jongevrouwen wat ze de volgende week gaan bestuderen. Wat kunnen ze doen om zich erop voor te bereiden er iets van te leren? Ze kunnen bijvoorbeeld een toespraak lezen, een video kijken of een Schrifttekst bestuderen die verband houdt met de les van volgende week.