Devotionals 2016
De persoon worden die je moest worden


De persoon worden die je moest worden

Een avond met president Russell M. Nelson

Wereldwijde haardvuuravond voor jongvolwassenen • 10 januari 2016 • Brigham Young University-Hawaï

Beste broeders en zusters, we zijn zo blij dat we op deze sabbatdag bij jullie zijn. We hebben jullie lief! En we geloven in jullie! Nu ik jullie enkele denkbeelden ga voorleggen, bid ik dat jullie je keuzevrijheid zullen gebruiken om je door de Heilige Geest te laten onderwijzen.1

Allereerst een gelukkig nieuwjaar! Het is een heel nieuw jaar. Heb je al goede voornemens bedacht? En — heb je je al aan zo’n beetje de helft niet gehouden? Wil je dat dit het allerbeste jaar van je leven wordt? Het jaar waarin je je houdt — beter dan je ooit gedaan hebt — aan goede voornemens die het meeste voor je betekenen? Ik wil het met je hebben over iets dat daar volgens mij mee kan helpen. Laten we eens kijken of je kunt bedenken wat dat is:

Denk eens aan de vrouw die al twaalf jaar aan een ongeneeslijke ziekte leed. Ze strekte haar hand uit om de mantel van de Heiland aan te raken. Dit was haar enige kans op genezing.2

Denk eens aan de man bij het bad van Bethesda die al 38 jaar aan een ziekte leed en nog nooit als eerste het genezende water had bereikt.3

Denk eens aan de discipelen van de Heiland die, terwijl er levensbedreigende golven tegen hun kleine vissersbootje sloegen, tegen de Heiland riepen: ‘Bekommert U Zich er niet om dat wij vergaan?’4

Wat hadden deze mensen gemeen?

Ze waren wanhopig! Ze waren wanhopig om door de Heiland genezen te worden, zich door Hem te laten helpen, leiding te ontvangen, bescherming te krijgen en door Hem gered te worden! Ze wilden wanhopig dat Jezus Christus ze hielp om dingen te doen die ze nooit alleen konden doen. Ieder wilde wanhopig de kracht en macht van de Heiland in zijn of haar leven hebben. Ken je dat gevoel? Geloof me, ik wél!

Misschien ben je wel eens wanhopig bezig geweest om een opdracht af te maken omdat de inleverdatum snel naderde — of al voorbij was. Misschien heb je wel eens wanhopig gewenst dat er iemand was die je écht zou begrijpen. Misschien wil je momenteel wanhopig dat een universiteit je aanneemt, dat je een baan vindt of een plek om te wonen, of nieuwe vrienden te krijgen en je eeuwige partner te vinden.

Nou, het goede nieuws is: wanhoop kan uitstekende motivatie opleveren.

De profeet Joseph Smith was in de gevangenis te Liberty duidelijk erg wanhopig. Hij smeekte de Heer: ‘O God, waar zijt Gij?’5 Door die hevige geestelijke wanhoop ontving de profeet enkele van de meest sublieme openbaringen van deze bedeling.

Als we wanhopig hemelse leiding willen ontvangen, doen we beter ons best om ons af te stemmen op de hemel. Als we wanhopig zijn om lichamelijk gezond te worden, eten we gezond en zorgen we voor lichamelijke oefening. Zonder smoesjes! Als we wanhopig zijn om meer geld te hebben, leven we ijverig de financiële wet van de Heer na — wat uiteraard de wet van tiende is!

Denk eens aan de houding die president George Q. Cannon ten aanzien van tiende had toen hij een armoedige jonge man was. Toen zijn bisschop iets zei over het hoge tiendebedrag dat de armoedige jonge man betaalde, zei George ongeveer het volgende: ‘O, bisschop, ik betaal geen tiende van wat ik verdien. Ik betaal tiende van wat ik wil verdienen.’ En het daaropvolgende jaar verdiende George precies het bedrag waarover hij het jaar daarvoor tiende had betaald!6

Als we wanhopig de mensen willen worden waartoe we geboren zijn, dan verandert ons perspectief. We ontwaken uit de geestelijke vergeetachtigheid die de tegenstander zo sluw toedient en plotseling zien we aspecten van onszelf, ons leven en anderen die we nooit eerder gezien hebben. De werelden van ‘plezier’ en ‘amusement’ beginnen er bijna belachelijk uit te zien, misschien zelfs geestelijk gevaarlijk. We beginnen de trucs en valstrikken van de tegenstander te herkennen als verleidingen die ons onze ware identiteit en bestemming laten vergeten.

We beginnen onze tijd anders te besteden. Tijd op Facebook besteden lijkt niet meer zo hard nodig als tijd in de tempel doorbrengen. We ondervinden aan den lijve hoe waar deze uitspraak van een wijze tempelpresident is: ‘Als we de tempel betreden, laten we de schijnwereld achter ons.’7 We raken veel meer geïnteresseerd in de eeuwige waarheden die de Heer ons in zijn heilige huis wil leren dan in de meest recente sensationele opmerkingen op sociale media, die zo lichtzinnig en geestdodend kunnen zijn.

Een intelligente BYU-studente vertelde me eens dat ze een omgekeerd verband had ontdekt tussen de mate van vertrouwen en geluk die ze ervoer en de hoeveelheid tijd die ze op sociale media doorbracht. Ze verminderde de tijd die ze op Facebook doorbracht en zei: ‘Ik heb het gevoel dat mijn voorstellingsvermogen beter is, en dat ik helderder kan nadenken over allerlei onderwerpen, en diepgravender gesprekken met anderen kan houden. Nu voel ik de aanwezigheid van de Geest meer, wat het beste is dat ik kon wensen.’

Als we wanhopig echt onszelf willen zijn, dan maken we op rechtschapen manier gebruik van technologie. Als je niet weet hoe dat moet, ga dan naar LDS.org en kijk wat je erover te weten kunt komen.

Als we wanhopig de ware discipelen van Jezus Christus willen zijn waartoe we geboren zijn, dan krijgen we plotseling de moed en de vastberadenheid om alles wat onheilig en onrein is uit ons leven te bannen! Onze bereidheid om het advies van onze leiders te volgen, verandert. We vragen om raad en willen die graag opvolgen! Hoogmoed en arrogantie worden verdrongen door ootmoed. De Schriften worden de eerste informatiebron die we raadplegen op onze zoektocht naar de antwoorden en troost waarvan we misschien beseffen dat we er zo vaak online naar hebben gezocht.

Ben je bereid om dertig dagen lang een experiment te doen?

Kniel dagelijks neer en dank je hemelse Vader voor de Schriften. Vertel Hem welke vraag je die dag het liefst beantwoord wilt krijgen. Vraag Hem of je bij het lezen de Heilige Geest bij je mag hebben. Sla vervolgens je Schriften open — op een willekeurige plek en lees tot je het antwoord vindt.8 Probeer dat dertig dagen lang en kijk wat er gebeurt.

Als we wanhopig willen uitgroeien tot de mensen die we van God moeten zijn, kunnen we beseffen dat we door een onnodige last worden tegengehouden. Die last kan de geestelijke pijn zijn die altijd met slechte keuzen en met onbekeerde zonden gepaard gaat. Het is in feite zo dat een zonde waarvan je je niet bekeerd hebt als een magneet meer zonde aantrekt! Zo ja, dan moeten we nu tot bekering komen. Als we ernaar verlangen om ons te bekeren, als we net als de vader van koning Lamoni al onze zonden9 op willen geven (inclusief onze lievelingszonden), dan vervalt de neiging tot uitstellen, schaamte verlaat ons, en we zijn bereid en zelfs verlangend om meteen contact met onze bisschop op te nemen voor de hulp die we bij een echte bekering nodig hebben.

Nou zijn er in het leven erg weinig garanties, maar dit is er één: het is honderd procent gegarandeerd dat als wij ons echt bekeren, de Heiland ons — grondig en volledig — zal reinigen en genezen!

Ouderling D. Todd Christofferson heeft gezegd: ‘Door de kracht van [de] verzoening [van de Heiland] kunnen de gevolgen van zonde in ons uitgewist worden. Als we ons bekeren, worden wij door zijn verzoenende genade gerechtvaardigd en gereinigd (zie 3 Nephi 27:16–20). Het lijkt net alsof we ons niet aan zonde hebben overgegeven, alsof we niet voor verleiding zijn bezweken.’10

Geliefde broeders en zusters, ik beloof jullie dat dit waar is! En of het nu een grote zonde is waar we ons niet van bekeerd hebben, of een vervelende zwakheid die ons telkens laat struikelen, we hebben allemaal de hulp van de Heiland nodig om de mensen te worden waartoe wij geboren zijn. Het is eenvoudigweg onmogelijk om het zonder zijn kracht en macht te doen.

Gelukkig heeft de Heiland de prijs betaald voor elke gave van de Geest die wij nodig hebben.11 Het is aan ons om onder gebed te ontdekken welke gaven we nodig hebben. Misschien hebben we de gave van zelfdiscipline of van vrolijkheid nodig. Misschien hebben we de gave van geduld, de gave om te genezen of de gave om te vergeven nodig. Misschien hebben we de gave nodig om onze seksuele gevoelens in overeenstemming met de eeuwige wetten te brengen. Misschien beseffen we dat we geen enkele minuut kunnen leven zonder de gave van onwankelbaar geloof in de Heer Jezus Christus. Als we wanhopig een gave van de Geest willen, wélke dan ook, dan zullen we eindelijk met heel ons hart om die gave bidden.12 En het goede nieuws is dat elke geestelijke gave ons een stap dichter bij ons ware ik brengt.

Beste en geliefde broeders en zusters, de realiteit is dat jullie en ik op een dag een individueel gesprek onder vier ogen zullen hebben met de Heiland. Als we beseffen dat dit uiteindelijk zal gebeuren, zijn we bereid om alles te doen wat er nodig is om erop voorbereid te zijn!

Nu tot besluit een vraag: als je nu eens hoorde dat de Heiland al op aarde was teruggekeerd — dat Hij al in enkele geweldige grote vergaderingen13 bijeen was gekomen met enkele van zijn ware volgelingen — waar de wereld, inclusief CNN en alle blogs, niets vanaf wist. Als je erachter kwam dat de Heiland al op aarde was, wat zou je vandaag dan in je wanhoop willen doen, en wat zou je bereid en gewillig zijn om morgen te doen?

Ik bid dat je dit jaar enkele momenten van vreselijke wanhoop zult meemaken die je een flinke duw zullen geven in de richting van de man of vrouw die je moest worden. Je ware ik is spectaculair! Neem nooit met minder genoegen. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Ouderling Richard G. Scott taught: ‘De Heer zal je niet dwingen om te leren. Je moet je keuzevrijheid gebruiken en de Geest toestemming verlenen om je te onderwijzen.’ (21 Principles: Divine Truths to Help You Live by the Spirit [2013], 95–96.)

  2. Zie Lukas 9.20–22.

  3. Zie Mattheüs 5:2–9.

  4. Marcus 4.38.

  5. Leer en Verbonden 121:1.

  6. Zie George Q. Cannon, ‘The Doctrine of Tithing’, Deseret Evening News, 19 augustus 1899, 11.

  7. Douglas L. Callister, aangehaald door Sheri Dew en Virginia H. Pearce in The Beginning of Better Days: Divine Instruction to Women from the Prophet Joseph Smith (2012), 65.

  8. Zie Wendy Watson Nelson, Change Your Questions, Change Your Life (2010), 139.

  9. Zie Alma 22:18.

  10. D. Todd Christofferson, ‘Opdat zij allen één zijn in ons’, Liahona, november 2002, 71.

  11. Zie 1 Korinthe 12–14; Moroni 10; Leer en Verbonden 46. Ouderling Bruce R. McConkie heeft ons geleerd dat de gaven in de voorgaande Schriftteksten slechts suggesties zijn; ze zijn slechts het begin van de beschikbare geestelijke gaven (zie Mormon Doctrine, 2e ed. [1966], 314–315).

  12. Zie Lukas 22.15–18.

  13. Zie Bruce R. McConkie, The Millennial Messiah: The Second Coming of the Son of Man (1982), 575.

Afdrukken