Vrede en jeugdwerkliedjes
Max stelde zich het gezin dat hij ooit zou hebben voor.
‘Ik voel de Heiland heel dichtbij omdat hier liefde is’ (Kinderliedjes, p. 102–103).
Max wiebelde heen en weer op zijn stoel. Zijn lievelingsgedeelte van het jeugdwerk ging bijna beginnen.
‘Welkom bij de zangperiode’, zei zuster Rose. De piano begon te spelen. Max zong mee.
Max was dol op de zangperiode. Maar zijn familie leek helemaal niet op de gelukkige gezinnen waar hij in het jeugdwerk over zong. Het was moeilijk thuis.
Dat was de reden dat Max zo veel van het jeugdwerk hield. Hij voelde zich daar veilig en geliefd. Hij voelde vrede in het jeugdwerk.
‘Bij het volgende liedje heb ik een opdracht voor jullie’, zei zuster Rose. ‘Terwijl we zingen, wil ik dat je je voorstelt dat je later groot bent en een eigen gezin hebt.’
De piano begon weer te spelen. De muziek klonk zacht en vredig. Max keek rond. Hij zag platen van Jezus en van de tempel aan de muur hangen.
De andere kinderen begonnen te zingen. Max zong mee. Ik heb een thuis dat dag en nacht gezegend is met priesterschapsmacht.
Max sloot zijn ogen en stelde zich voor hoe het zou zijn om een papa te zijn. Hij dacht aan bidden met zijn toekomstige gezin. Hij stelde zich voor hoe ze samen liedjes zouden zingen, spelletjes zouden spelen en thuisavond zouden houden.
Terwijl hij de laatste woorden zong, had Max een grote glimlach op zijn gezicht. Ik voel de Heiland heel dichtbij omdat hier liefde is.
Op een dag kon Max zo’n gezin hebben. Later zou hij een thuis hebben waar hij zich net zo vredig voelde als in het jeugdwerk. Max voelde zich helemaal warm worden als hij daaraan dacht.
Hij stak zijn hand op. ‘Zuster Rose,’ zei Max, ‘ik denk dat dit liedje een soort recept is. Een recept voor een gelukkig gezin.’
‘Je hebt gelijk’, zei zuster Rose. ‘Geen enkel gezin is perfect. Maar als we proberen op Jezus te lijken, kunnen we onze familie helpen. We kunnen helpen om van ons huis een vredige plek te maken.’
Max keek naar de plaat van de tempel aan de muur. Hij wist dat hij nu zijn familie kon helpen door zoals Jezus te zijn. En hoewel dat nog heel ver weg was, keek hij ernaar uit om zijn eigen gezin te hebben. En hij was blij dat hij wist dat hij voor eeuwig bij hen kon zijn.
Illustratie, Matt Smith