Vriend
Eieren en centjes
Juni 2024


‘Eieren en centjes’, Vriend, juni 2024, 14–15.

Eieren en centjes

Izzy kreeg het benauwd. Eén van haar munten afgeven? Echt niet!

Dit verhaal speelde zich af in de Verenigde Staten.

Meisje met een mand vol eieren kijkt verdrietig naar de centjes in haar hand

Acht … negen … tien!

Izzy legde het tiende ei voorzichtig in haar mand. Opa betaalde haar één cent per ei. Izzy had 10 eieren en zou vandaag dus 10 cent krijgen.

De kippen fladderden en kakelden terwijl Izzy voer naar ze gooide. Ze was voorzichtig zodat ze haar zondagse jurk niet vuilmaakte. De kippen moesten elke dag eten krijgen, zelfs op zondag. En de eieren moesten bijeengeraapt worden.

‘Bedankt voor de eitjes, kippen!’ zei Izzy. ‘En bedankt voor de 10 cent!’

Izzy keek naar de prachtige eieren in haar mand. Opa had ze niet alle tien nodig. Hij zou de meeste eieren aan Izzy’s ouders geven voor hun gezin. Maar hij at graag een eitje bij het ontbijt. Ze huppelde door de tuin naar opa’s keuken.

Meisje met een mand vol eieren huppelt naar een bejaarde man

‘Eitjes! Overheerlijke eitjes!’ riep Izzy.

‘Dank je!’ Opa glimlachte. ‘Ik vind het zo fijn dat je me eitjes bezorgt.’

Izzy gaf hem het grootste ei uit de mand. ‘Ik hou van jou, opa’, zei ze.

Opa tikte met het ei op de rand van een hete pan en brak het open. De gouden eidooier siste in de pan.

‘Haal je tien centjes maar uit mijn pot.’ Opa gaf Izzy een knuffel. ‘En tot straks in de kerk!’

Izzy rende naar huis met de overgebleven negen eieren in haar mand en tien glimmende, rinkelende munten in haar zak.

Toen ze naar het jeugdwerk ging, had Izzy haar centjes nog bij zich. Ze stak haar hand in haar zak om ze vast te houden terwijl ze naar de les luisterde.

‘Tiende betekent dat we een tiende deel van wat we verdienen aan onze hemelse Vader teruggeven’, zei zuster Ayala. ‘Dus als je 10 cent hebt, geef je 1 cent als tiende.’

Izzy kreeg het benauwd. Eén van haar munten afgeven? Echt niet! Ze klampte haar geld stevig vast.

‘Waarom heeft God ons geld nodig?’ vroeg Izzy’s vriendin Jaime. ‘Hij gebruikt niet eens geld.’

Zuster Ayala glimlachte. ‘Maar God weet dat we geld nodig hebben voor dingen zoals dit prachtige kerkgebouw’, zei ze. ‘Hij vraagt ons om tiende te betalen zodat de kerk kan kopen wat we nodig hebben. Maar belangrijker nog, Hij wil ons zegenen. Als we onze tiende betalen, belooft God ons hemelse zegeningen.’

Izzy voelde nog eens aan de centjes in haar zak en dacht aan opa’s ei.

Zijn kippen hadden de eieren gelegd, maar hij hield er maar één voor zichzelf. Opa was zo blij dat hij elke ochtend een ei kreeg dat Izzy hem het allerbeste exemplaar wilde geven. Want ze hield veel meer van opa dan van eieren. Dat was het allerbelangrijkst.

‘Dus’, zei Izzy langzaam, ‘we geven onze hemelse Vader een beetje terug van wat Hij ons geeft. Omdat we Hem willen laten zien dat we van Hem houden.’

‘Precies.’ Zuster Ayala gaf ieder kind een tiende-envelop.

Izzy haalde haar tien glimmende munten tevoorschijn en telde ze op haar schoot.

Acht … negen … tien.

Izzy kreeg het van top tot teen warm en stopte het glimmendste centje in haar envelop om aan haar hemelse Vader te geven. ‘Bedankt voor de muntjes’, fluisterde ze. ‘En bedankt voor de hemelse zegeningen.’

Meisje houdt envelop dicht tegen zich aan en ziet er vredig uit
Verhaal (pdf)

Illustraties, Alyssa Petersen