‘Harde knallen en felle kleuren’, Vriend, juli 2024, 10–11.
Harde knallen en felle kleuren
‘Waarom zorgt mijn hemelse Vader er niet voor dat het lawaai ophoudt?’ vroeg Charlotte.
Dit verhaal speelde zich af in de Verenigde Staten.
Charlotte had een hekel aan lawaai! Ze vond het niet leuk dat het geluid in haar oren en hoofd bonsde. Zelfs als ze wist dat ze veilig was, voelde ze zich gespannen door het geluid van gierende banden, luid gejuich en tromgeroffel.
En Charlotte vond vuurwerk verschrikkelijk!
Haar familie probeerde haar bij lawaai op verschillende manieren op haar gemak te stellen. Papa had een speciale koptelefoon voor haar gekocht die het geluid dempte. Als het donderde, kroop mama knus met haar onder de dekens. Charlotte bad ook om hulp zodat ze niet bang zou zijn.
Al die dingen hielpen. Maar lawaai maakte haar nog steeds bang.
‘We gaan vanavond naar het vuurwerk in het park’, zei mama tegen Charlotte. ‘Wil je meegaan?’
Charlotte fronste. ‘Maar vuurwerk maakt zoveel lawaai.’
‘Nu je wat groter bent, vind je het misschien leuk om er naar te kijken’, zei mama. ‘Al je vrienden zullen er ook zijn. We kunnen je speciale koptelefoon meenemen. Wil je het proberen?’
Charlotte zuchtte. ‘Oké dan. Ik zal het proberen.’
Het vuurwerkspektakel in het park begon perfect. Charlotte en haar vrienden renden rond op het gras, smulden van allerlei lekkers en speelden spelletjes. Al gauw werd het donker. Charlotte ging zitten en zette haar koptelefoon op terwijl ze zenuwachtig naar de lucht keek.
BOEM! BOEM! KNAL!
Charlottes hart klopte in haar keel en ze kreeg het benauwd. Ze sprong op en probeerde van al het geknal weg te komen.
Mama rende Charlotte achterna en pakte haar op. Ze gingen weer zitten en mama hield haar stevig vast. Er rolden tranen over Charlottes wangen.
‘Wat naar dat je bang bent’, zei Mama. ‘Ik ben bij je. Laten we op de kleuren letten, zodat je minder van het lawaai merkt. Wat zie je met je ogen?’
Charlotte haalde diep adem. ‘Ik zie goud, rood en groen.’
‘Gebruik nu je neus’, zei mama. ‘Wat ruik je?’
‘Ik ruik rook en gras’, zei Charlotte. ‘En popcorn!’
‘Welke zintuigen kun je nog meer gebruiken?’
Charlotte deed haar ogen dicht. ‘Ik kan ze voelen. Wanneer de vuurpijlen ontploffen, voel ik de knallen in mijn lichaam.’
‘Proef je ook iets?’ vroeg mama.
Charlotte stak haar tong uit. ‘Ik kan het vuurwerk niet proeven.’ Ze lachte.
Dit alles maakte Charlotte nieuwsgierig. Hoe komen ze aan de verschillende kleuren? vroeg ze zich af. Waarom ontploffen vuurpijlen? Hoe maken ze de verschillende vormen? Ze vond vuurwerk helemaal niet meer eng.
‘Mama, vuurwerk is fantastisch!’ zei Charlotte.
Toen mama Charlotte die avond in bed stopte, vroeg Charlotte: ‘Waarom verhoort mijn hemelse Vader mijn gebed niet als ik Hem vraag om ervoor te zorgen dat het lawaai ophoudt?’
Mama dacht even na. ‘Onze hemelse Vader neemt enge dingen niet altijd weg’, zei ze. ‘Soms helpt Hij ons om dingen anders te zien of geeft Hij ons mensen die ons troosten.’
‘Zo heeft Hij mij vanavond geholpen!’ zei Charlotte.
‘Dat klopt!’ Mama glimlachte. ‘Je ging naar het vuurwerk, ook al was je bang. En onze hemelse Vader hielp je om niet meer bang te zijn. Hij hielp je ook om met je andere zintuigen te ontdekken hoe mooi vuurwerk is.’
Charlotte dacht aan de felle kleuren in de lucht en glimlachte. Ze hield nog steeds niet van lawaai. Het maakte haar nog steeds bang. Maar ze wist dat haar hemelse Vader haar altijd kon helpen om moedig te zijn.