‘Hoe je altijd de Geest bij je kunt hebben’, Voor de kracht van de jeugd, januari 2021, 26–29.
Kom dan en volg Mij
Hoe je altijd de Geest bij je kunt hebben
We kunnen altijd de Geest bij ons hebben als we ons voorbereiden om waardig aan het avondmaal deel te nemen.
Toen ik 12 jaar was, bezocht ik met mijn familie de historische plekken van de kerk in het noorden van de Amerikaanse staat New York. Ik herinner me dat ik in het heilige bos aan het eerste visioen dacht, en aan de andere verbazingwekkende visioenen die Joseph kreeg. Ik dacht toen: ‘Tjonge! Als ik net als Joseph hemelse bezoekers kreeg, zou dat mijn leven compleet maken.’
Ik ben er sindsdien achter gekomen dat ik niet één grote geestelijke ervaring nodig had, maar geregeld kleine ervaringen zodat mijn getuigenis sterk bleef en ik veilig op het pad naar huis kon voortgaan. Onze hemelse Vader wist dat we regelmatig leiding nodig zouden hebben, en Hij bereidde een manier voor waarop we die konden krijgen.
Hij schenkt de gave van de Heilige Geest aan ieder die genoeg geloof in zijn Zoon heeft om zich te bekeren en zich te laten dopen. Door de wekelijkse verordening van het avondmaal biedt Hij ons de mogelijkheid om ‘zijn Geest altijd bij [ons te] hebben’ (Leer en Verbonden 20:77) als we aan de Heiland denken en zijn geboden onderhouden. Hierdoor kunnen wij dagelijks door de Geest geleid worden bij het gebruik van onze keuzevrijheid om beslissingen te nemen die ons helpen op de weg terug naar onze hemelse Vader.
Het avondmaal en de Geest
Onze hemelse Vader wist dat we regelmatig leiding van zijn Geest nodig zouden hebben, en dat een eenmalige indrukwekkende ervaring niet voldoende zou zijn. Hij heeft de verordening van de doop door onderdompeling via de profeet Joseph Smith hersteld, en door die verordening kunnen we rein worden. Dan zijn we klaar om bij onze bevestiging de gave van de Heilige Geest te ontvangen, zodat we dagelijks door de Geest geleid kunnen worden.
Onze hemelse Vader wist dat één keer rein worden niet zou voldoen, en dat we telkens weer aan de Heiland herinnerd moeten worden en telkens weer rein moeten worden om de Geest altijd bij ons te hebben. Daarom herstelde Hij de avondmaalsverordening. Als we ons zorgvuldig op het avondmaal voorbereiden en er regelmatig aan deelnemen, hebben we de belofte dat we ‘zijn Geest altijd bij [ons] mogen hebben’ (Leer en Verbonden 20:77; cursivering toegevoegd).
Maar uitsluitend naar de kerk gaan, het brood eten en het water drinken, geeft ons geen toegang tot de belofte van de Heer. Om de kracht van de Heiland te krijgen, moeten we ons bewust op de verordening voorbereiden.
Sportlieden blinken niet uit door alleen hun sportkleding aan te doen en het speelveld op te lopen. Ze moeten hun lichaam trainen, de technieken leren en oefenen om bedreven in hun sport te worden. Zo moeten wij ook leren om ons voor te bereiden op een eerbiedige en waardige deelname aan het avondmaal, zodat we zijn kracht kunnen ontvangen.
Een manier om je hart en geest op je deelname aan het avondmaal voor te bereiden, is wekelijks een kort vraaggesprek met jezelf te houden. Ik doe dat graag met behulp van Leer en Verbonden 20:37. In dit vers staan de doopvereisten die God aan de profeet Joseph Smith geopenbaard heeft. Alles waar een dopeling aan moet voldoen staat erin. Ik merk dat het me helpt met mijn voorbereiding om door het avondmaal de hernieuwende beloften te ontvangen.
Hier zijn enkele op de Schriften gebaseerde vragen die ik mezelf stel om te bepalen of ik op mijn deelname aan het avondmaal voorbereid ben.
Heb ik mezelf voor God verootmoedigd?
De eerste vereiste in Leer en Verbonden 20:37 is je voor God te verootmoedigen. Dat doen we door zijn wil die in de Schriften staat en door zijn dienstknechten wordt onderwezen, of via ingevingen die wij ontvangen, te aanvaarden met de bereidheid om die te volgen.
Ik vraag me af of ik God momenteel op enig aspect van mijn leven bestrijd. Weersta ik zijn aanwijzingen? Geef ik gehoor aan de leringen van zijn dienstknechten? Zo niet, dan maak ik bij mijn voorbereiding op mijn deelname aan het avondmaal plannen om me te verbeteren. God is alwetend. Als ik inzie dat Hij een beter overzicht van mijn leven heeft, dan is het makkelijker om me voor Hem te verootmoedigen en erop te vertrouwen dat Hij mij zal leiden naar wat het beste voor me is.
Heb ik een gebroken hart en een verslagen geest?
Dat heeft met nederigheid te maken. Het betekent dat we bereid zijn om ons aan Gods wil te onderwerpen. Nederig zijn, betekent onze verontschuldigingen aanbieden, en anderen vergeven, zelfs als dat moeilijk is omdat we menen dat zij ongelijk hebben. Kun je zeggen: ‘Ik heb met iedereen het beste voor’? Heb je iemand gekwetst, of heb je een hekel aan iemand? Moet je om vergeving vragen?
Als ik een gebroken hart en een verslagen geest heb, ben ik bereid moeite te doen om een en ander met God en met de mensen om me heen in orde te maken. Ik probeer dan negatieve gedachten en gevoelens jegens anderen van me af te zetten. De Geest blijft niet bij ons als we twistzieke gevoelens hebben. Het is dus belangrijk dat wij die gevoelens van ons afzetten in onze voorbereiding om de belofte van het avondmaal te ontvangen.
Wil ik weer rein worden, en kan ik getuigen dat ik me van al mijn zonden heb bekeerd?
Een andere vereiste in Leer en Verbonden 20:37 is dat we ons ‘waarlijk van al [onze] zonden hebben bekeerd’. Bij onze doop zijn onze zonden weggewassen. We beloofden te proberen Gods geboden te onderhouden, en ons te bekeren als we fouten maakten.
Ik vraag me af: neem ik alleen maar van het avondmaal omdat ik vind dat ik dat moet doen, of wil ik echt weer rein worden? Ik kijk terug op mijn zonden en fouten van die week, en vraag me af of ik werkelijk wil veranderen en ze achter me wil laten. Omdat je rein wilt worden, zul je door de Geest inzien wat je moet verbeteren, en Hij zal je ertoe aan blijven zetten om je te bekeren en betere keuzes te maken.
Onze fouten aan de Heer belijden (en zo nodig aan anderen die we schade hebben toegebracht of hebben gekwetst) maakt deel uit van onze voorbereiding.
Vraag je af: ‘Is er iets dat ik nog niet heb verbeterd? Is er nog iets om me van te bekeren?’ Als we door oprechte bekering kwesties oplossen, kunnen we in aanmerking komen om waardig aan het avondmaal deel te nemen.
Ben ik gewillig om de naam van Jezus Christus op me te nemen?
Elk verbond dat we sluiten, geeft aan dat we ons vast voornemen om de naam van Jezus Christus nog vollediger op ons te nemen. Bij onze doop geven we blijk van onze gewilligheid om de naam van Jezus Christus op ons te nemen en zijn geboden te onderhouden. Als we in de tempel nog meer verbonden sluiten, of als we roepingen aanvaarden, zetten we ons nog meer voor de zaak van Christus en zijn leringen in. Wanneer we bij het wekelijkse avondmaal blijk geven van onze gewilligheid om zijn naam op ons te nemen, betekent dit dat we ons opnieuw toewijden aan alle verbonden die we eerder met Hem hebben gesloten, en aan de beloften die we hebben gedaan.
Bij de evaluatie van mijn voorbereiding op het avondmaal stel ik mezelf vragen zoals: doe ik mijn uiterste best om een voorbeeld van Christus en zijn leringen te zijn? Kom ik álle beloften na die ik in verband met mijn verbonden gedaan heb? Ben ik nu net zo toegewijd aan Christus en mijn verbonden met Hem als op de dag dat ik ze sloot?
Ben ik vastbesloten om Hem tot het einde toe te dienen?
Toen we ons doopverbond sloten, beloofden we de Heer dat we zouden proberen om zijn geboden te onderhouden. De twee grote geboden zijn de Heer liefhebben, en je naasten (zie Mattheüs 22:36–40). We laten onze liefde voor God en onze medemensen zien als we ze dienen.
Ik vraag me af: trek ik tijd uit om anderen te dienen? Aarzel ik om anderen te dienen, of doe ik het met plezier? Probeer ik mijn roeping groot te maken? Anderen dienen is een geweldige manier om ons op het avondmaal voor te bereiden. In feite hebben we vaak vooral bij het dienen van andere mensen de leiding van de Geest nodig.
Vertrouw op de beloften van de Heer
Bereiden we ons er wekelijks bewust op voor om waardig aan het avondmaal deel te nemen, dan kunnen we voortdurend door de invloed van de Geest geleid te worden. Dat is een belofte van de Heer.