‘Schrijven doet blijven’, Voor de kracht van de jeugd, juli 2021, 18–19.
Schrijven doet blijven
Je gedachten opschrijven terwijl je de Schriften bestudeert, bevordert je leercurve.
‘Elke keer als ik in de Schriften lees, val ik in slaap’, zei een zendeling tegen zijn zendingspresident. ‘Het lijkt wel of de Schriften een slaappil zijn.’
Zijn president vroeg hem: ‘Maak je weleens notities als je leest?’
‘Nee’, zei de zendeling.
‘Het is gemakkelijk om in slaap te vallen of je gedachten te laten afdwalen als je alleen maar leest’, zei de president. ‘Dat is echter onmogelijk als je ook notities maakt.’
Het advies van deze zendingspresident maakte een groot verschil voor deze zendeling. Dus als je op zoek bent naar een nieuwe manier om je Schriften te bestuderen, zou ik dat zeker proberen. Als je opschrijft wat je leest, ben je er meer bij betrokken en zul je beter leren.
Hier zijn enkele manieren die voor ons werken.
Broeder Steven Lund:
Ik houd papier bij de hand als ik lees. Als de Geest me tijdens mijn studie inspireert, noteer ik die indrukken.
Ik heb dat idee van ouderling Richard G. Scott (1928–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen overgenomen. Hij zei: ‘Noteer de belangrijke dingen die je van de Geest leert op een veilige plek. Als je bijzondere indrukken opschrijft, zul je merken dat je er meer krijgt. De kennis die je vergaart, kun je de rest van je leven gebruiken.’ (Zie ‘In kennis toenemen en er verstandig mee omgaan’, Liahona, augustus 2002, 12.)
Ik weet dat die woorden waar zijn. Als ik een toespraak of les voorbereid, raadpleeg ik niet alleen de Schriften, maar ook de notities die ik heb gemaakt.
Broeder Ahmad Corbitt:
Ik studeer graag op onderwerp. Ik lees de Schriften van begin tot eind, maar ik vind het ook fijn om bepaalde onderwerpen te bestuderen. Ik gebruik bijvoorbeeld de index om teksten over geloof te vinden of over de vergadering van Israël. Dan maak ik niet alleen notities, maar schrijf ik ook op wat ik leer om er zeker van te zijn dat ik het goed begrijp. Het verbaast me altijd hoeveel beter ik dingen begrijp als ik dat doe. Ik kies ook enkele teksten om uit het hoofd te leren.
Broeder Bradley Wilcox:
Ik houd een dagboek bij waarin ik de Schriften in mijn eigen woorden opschrijf. ‘Want de natuurlijke mens is een vijand van God’ (Mosiah 3:19), wordt bijvoorbeeld: ‘Want de mens die hoogmoedig is en zich niet bekeert, kiest ervoor om een vijand van God te zijn, maar God is niet zijn vijand. God is zijn beste vriend.’
Ik schrijf ook vragen op. Dat kunnen vragen zijn waar ik aan denk voordat ik lees, of vragen die tijdens het lezen bij me opkomen. Hoe dan ook, het houdt me scherp.
De kracht van opgeschreven gedachten
Elk lid van ons presidium bestudeert de Schriften anders, maar we maken allemaal notities!
Door te lezen, kunnen we ons bepaalde gedachten en gevoelens eigen maken. Dat is belangrijk. En als we spreken of schrijven, ontdekken en uiten we gedachten en gevoelens van binnenuit. We vinden dat we evangeliebeginselen daardoor beter op onszelf kunnen toepassen.
Een jongeman ontdekte deze waarheid toen hem gevraagd werd of hij een toespraak in de avondmaalsdienst wilde houden. Hij had veel mensen horen spreken, maar hij kon zich geen details herinneren. Nu was het anders. Toen hij een overzicht van zijn eigen toespraak opstelde, kon hij niet alleen een goed georganiseerde toespraak houden, maar kon hij die ook heel lang onthouden.
Datzelfde kan met onze Schriftstudie gebeuren. Als je tijdens het bestuderen van de Schriften in slaap valt, is het tijd om wakker te worden. Neem een potlood, pen, telefoon of computer en begin te schrijven. Je zult versteld staan van het verschil!