2021
Psychische stoornissen: je kunt helpen
Augustus 2021


‘Psychische stoornissen: je kunt helpen’, Voor de kracht van de jeugd, augustus 2021, 2–5.

Psychische stoornissen: je kunt helpen

De kans is groot dat je iemand kent die een psychische stoornis heeft. Drie mensen vertellen welke hulp ze van anderen hebben gekregen.

Afbeelding
mensen die depressief zijn

Illustraties, Yukai Du

We hebben allemaal weleens een slechte dag – en sommige zijn heel erg slecht. Stel je voor dat al je dagen slecht zijn, en dat je, ongeacht wat je doet, niet van die ‘donkere, sombere wolk’ boven je hoofd afkomt.

Nu kan een psychische stoornis je zo’n gevoel geven. En naar schatting krijgt één op de vier mensen op zeker moment met een psychische stoornis te maken.1

Dat betekent dat jij, of iemand die je kent, er ook mee te maken krijgt.

Als je met een psychische stoornis kampt, wil dat niet zeggen dat je een slappeling bent. Een psychische stoornis moet eigenlijk als andere gezondheidsklachten worden gezien. En het kan heel moeilijk zijn om met zo’n stoornis te leven. Een psychische stoornis kan isolerend werken, wat mensen ervan kan weerhouden om hulp in te roepen. Dat kan tot een gebrek aan onderling contact en vriendschap leiden, en uiteindelijk tot relatie-armoede. En dat maakt alles moeilijker voor hen die aan een stoornis lijden, en voor familieleden en vrienden die willen helpen.

Drie mensen vertellen over hun psychische stoornis. Ze leggen uit wat zij hebben gedaan en welke hulp ze van anderen hebben gekregen. Hoewel de omstandigheden van persoon tot persoon verschillen, zijn deze verhalen misschien een bron van inspiratie en instructie.

(Depressieve/bipolaire) stemmingsstoornissen

Wat voelde je toen je dat meemaakte?

‘Ik had verschillende niveaus van depressie, en als ik heel erg depressief ben, wil ik helemaal niets doen. Soms zit ik gewoon televisie te kijken, maar ik kijk niet echt – ik staar eigenlijk alleen maar. Als ik me in die toestand bevind, krijg ik het gevoel dat niemand tijd met me wil doorbrengen. En ik vind dan ook zelf dat niemand tijd met me moet doorbrengen. Ik ben dan helemaal niet gemotiveerd. Ik was me eigenlijk nooit bewust hoe depressief ik was, totdat ik hulp kreeg.’

Wat heeft je geholpen?

‘Iemand die voortdurend contact opneemt. Ik merk dat het helpt als je iemand hebt die naar je luistert. Ze hoeven niet eens volledig te begrijpen wat ik zeg, maar het is fijn als iemand mijn frustraties of gedachten bekrachtigt.

‘Mijn pogingen om uit mijn “sombere” stemming te komen, hebben veel te maken met mijn wil om dat te doen. Ik moet beslissen of ik mezelf echt wil helpen of dat ik in de put wil blijven zitten. Mijn medicijnen helpen, maar het is ook belangrijk om het huis uit te gaan en onder de mensen te zijn. Zelfs naar het fitnesscentrum gaan, verandert mijn gemoedstoestand. Het moeilijkst was om toe te geven dat ik een stoornis heb, en er met iemand over te praten.’

Angststoornissen

Wat voelde je toen je dat meemaakte?

‘Ik had het gevoel dat mijn hersenen op topsnelheid werkten en dat niets zin leek te hebben. Ik voelde dat ik ongeorganiseerd was, dat ik mijn leven en mijn dagelijkse taken niet onder controle kon krijgen. Ik voelde me eenzaam en dacht dat niemand wist hoe ik me voelde. Het moeilijkste was dat ik me voortdurend met anderen vergeleek. Ik ontkende heel lang dat ik een angststoornis had, totdat ik bij de dokter een angsttest deed.’

Wat heeft je geholpen?

‘Ik heb mijn angst leren beheersen door echte relaties aan te gaan. Toen ik met andere mensen ging praten, luisterden ze naar me en hielpen ze me om mijn eeuwig potentieel te begrijpen. Ze leidden mijn gedachten af van zaken die me naar de keel vlogen, en die op de lange termijn niet echt belangrijk zijn.

‘Ik begrijp dat iedereen anders is, maar in mijn geval moest ik gestructureerder leven. Door eenvoudigweg mijn dagelijkse taken te plannen, kreeg ik het gevoel dat ik de dag aankon. Ik bad ook veel. Met de hulp van onze hemelse Vader besefte ik dat ik mijn sociale media een tijdje moest verwijderen. Ik vergeleek mezelf met anderen, waardoor ik weer onrustig werd. Dat heeft me heel erg geholpen.’

Eetstoornissen

Wat voelde je toen je dat meemaakte?

‘Volgens mij is een eetstoornis niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. Door mijn eetstoornis leek het wel of ik niet echt meer van voedsel kon genieten. Ik wilde wel eten, maar ik kon mezelf er niet toe zetten. Er zat voortdurend een brok in mijn keel, die me ervan weerhield om van iets te genieten.

‘Ik voelde me eenzaam en opgesloten, alsof niemand begreep waarom ik niet gewoon kon eten. Mijn leven draaide om mij en mijn eetstoornis. Uiteindelijk drong het tot mij door dat het mijn manier was om lastige kwesties het hoofd te bieden. Ik dacht dat ik alleen de controle over mijn leven kon houden door wat ik in (of in dit geval juist niet in) mijn lichaam stopte.’

Wat heeft je geholpen?

Ik had een vriendin die er volgens mij door de Geest toe werd gebracht om met me te praten. Toen we op een dag zaten te praten, vertelde ze me dat mijn vreemde eetgewoonten haar waren opgevallen – kleine hapjes, maaltijden overslaan, enzovoort. Hoewel dat gesprek er op zich niet toe leidde dat ik hulp ging zoeken, was het voor mij wel de aanleiding om te accepteren dat ik een eetstoornis had en dat ik hulp nodig had.

‘Ik begon met geregelde lichaamsbeweging en ik ging bewuster bidden. Ik vertelde mijn naaste familieleden over mijn eetstoornis. Door de lichaamsbeweging werden mijn gedachten helderder en de oprechte gesprekken leidden ertoe dat ik de onderliggende kwesties ging aanpakken. Het heeft een tijd geduurd, maar ik ben weer gek op pizza!’

Afbeelding
een vrouw helpt een man opstaan

Noot

  1. Zie ‘The World Health Report 2001: Mental Disorders affect one in four people’, persbericht Wereldgezondheidsorganisatie, 28 september 2001, who.int.

Afdrukken