‘Piloot in het leger van de Heer’, Voor de kracht van de jeugd, januari 2024.
Piloot in het leger van de Heer
Lamar F. uit de East Midlands (Engeland) heeft grote dromen waardoor hij ondanks zijn problemen een hoogvlieger blijft.
‘Ik wil al heel mijn leven piloot worden’, zegt de 17-jarige Lamar F. Toen een vriend met wie hij aan rolstoelraces had deelgenomen, vertelde dat een Britse liefdadigheidsorganisatie vlieglessen verzorgde voor mensen met een handicap, wilde Lamar zich meteen aanmelden.
Hemelse dromen
Hij schreef zich in voor twee programma’s van de organisatie. Een van die programma’s, het Junior Aspiring Pilots Program (JAPP), is speciaal bedoeld voor jongeren van 12–18 jaar. Deze programma’s en andere sololessen brengen hem een stap dichter bij zijn grote doel: zijn vliegbrevet halen en privépiloot worden.
Hij zou niet de enige piloot in zijn familie zijn. Lamars pleegvader was de eerste die zijn liefde voor vliegtuigen aanwakkerde door hem elk jaar mee te nemen naar vliegshows. Lamar was 4 jaar toen hij door een ander gezin werd geadopteerd, en daar groeide zijn interesse voor de luchtvaart doordat hij zijn adoptievader zijn vliegbrevet zag behalen. ‘Hij heeft mij geïnspireerd om piloot te worden’, zegt Lamar. Nu mag zijn vader meevliegen terwijl Lamar de stuurknuppel van eenmotorige lesvliegtuigjes met vijf zitplaatsen bedient.
Toen Lamar voor het eerst met een echt vliegtuig vloog, maakte hij zich zorgen dat hij iets zou vergeten. ‘Ik deed stilletjes een schietgebedje voordat we opstegen, en alles ging prima’, zegt hij. Als hij nu moeite heeft om zich hoog in de lucht iets te herinneren, bidt hij stilletjes om te weten wat hij moet doen. En wanneer zijn vader niet meevliegt, weet Lamar dat zijn hemelse Vader altijd bij hem is.
Het leger van de Heer
Vliegen is niet het enige dat Lamars geest in vervoering brengt. ‘Ik ben altijd een grote fan van de Britse krijgsmacht geweest, van een kroningsceremonie tot een staatsbegrafenis’, zegt hij.
‘Vanwege mijn handicap kan ik mij niet bij de krijgsmacht aansluiten’, zegt Lamar. Maar een van zijn voormalige jongemannenleiders, die soldaat is geweest, spreekt Lamar moed in. ‘Hij houdt me altijd voor dat ik niet bij het Britse leger hoef te gaan, want ik hoor al bij het leger van de Heer’, zegt Lamar. ‘In het leger van de Heer staat Jezus Christus altijd aan mijn zijde, wat het leven ook in petto heeft en wat mensen mij ook aandoen.’
Aan zijn instelling voor speciaal hoger onderwijs probeert Lamar zijn leeftijdgenoten bij het leger van de Heer te krijgen door het evangelie met ze te delen. Hij zegt: ‘Meestal negeren ze mij, maar soms is er iemand geïnteresseerd. Mijn beperkingen beletten mij om nu een voltijdzending te vervullen. Maar ik zie het zo: ik heb geen naamplaatje nodig om zendeling te zijn.’
Omdat zijn wijk maar weinig jongeren telt, zijn de meeste vrienden van Lamar geen lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Dat maakt het er op school niet makkelijker op, vooral omdat er, zoals Lamar het zelf zegt, ‘verschrikkelijk veel’ verleidingen zijn. ‘Veel studenten praten over ongepaste dingen en luisteren naar ongepaste muziek. Als zoiets gebeurt, ga ik gewoon naar een lokaal waar dat niet gebeurt.’
Blijf standvastig
Als er verleidingen opduiken of mensen niet naar het evangelie willen luisteren, houdt Lamar zich vast aan zijn lievelingstekst: ‘Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de Heer dienen’ (Jozua 24:15).
‘Deze Schrifttekst heeft me geholpen om standvastig te blijven in het geloof van Jezus Christus’, zegt hij. Dat vindt Lamar vooral belangrijk voor zijn eigen familie. Toen Lamar 10 jaar was, ging zijn vader niet meer naar de kerk. ‘Ik was te jong om het goed te begrijpen’, zegt hij. ‘Ik probeerde hem te overtuigen om weer naar de kerk te komen. Maar ik heb geleerd dat het zo niet werkt. Je moet ze de tijd geven.’
Lamar heeft nog steeds een hechte band met zijn vader en blijft hem gewoon liefde tonen, bijvoorbeeld door te vertellen hoe het in de kerk is gegaan of door samen iets te doen. ‘Hij heeft me geleerd dat je altijd sterk moet blijven, wat er ook gebeurt.’ Tegen alle jongeren met minderactieve familieleden zegt hij: ‘Blijf standvastig. Hou je aan je geloof vast. Geef de moed niet op, wat er ook gebeurt.’
Christus zoeken als het moeilijk wordt
Lamar heeft ontdekt dat Christus hem ook op andere manieren moed geeft. ‘Ik ben soms enorm angstig’, zegt Lamar. ‘En Jezus Christus is de uitgelezen persoon om mij de moed te geven door te zetten. Hij heeft zoveel doorstaan, maar Hij bleef zijn zending vervullen.’
Als Lamar een bijzonder slechte dag heeft, stelt hij zich vaak voor dat de Heiland hem aanmoedigt en zegt: ‘Je kunt het. Je kunt alles aan.’
Hij put ook kracht bij zijn moeder en vader, zijn vrienden en andere mensen die hem nauw aan het hart liggen. ‘Er is een tijd geweest dat ik een beetje op het verkeerde pad was geraakt’, zegt Lamar. Maar dankzij een goed ondersteuningsnetwerk kon hij zijn koers bijstellen en zijn getuigenis van Christus versterken.
Hij zegt: ‘Er is nog werk te doen aan mijn getuigenis, maar ik vind het heerlijk om deel uit te maken van het leger van de Heer en lid te zijn van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik vind het geweldig.’
Zijn levensweg mag dan wel ups en downs kennen, maar Lamar weet wat hem helpt om een hoogvlieger te blijven. ‘Met welke beproevingen of problemen je ook te maken krijgt, onze hemelse Vader zal aan je zijde staan omdat Hij om je geeft en van je houdt.’