2010–2019
Slaapt u door de herstelling heen?
April 2014


18:31

Slaapt u door de herstelling heen?

President Dieter F. Uchtdorf

Er staat zoveel op het spel voor ons, als individu, als gezin, en als Christus’ kerk, dat halfslachtige betrokkenheid bij dit heilige werk niet volstaat.

Bijna tweehonderd jaar geleden werd het Amerikaanse kortverhaal ‘Rip Van Winkle’ direct een groot succes. De hoofdpersoon, Rip, is een man zonder ambities die twee dingen heel goed weet te omzeilen: werken en zijn vrouw.

Op zekere dag loopt hij met zijn hond de heuvels in en komt een groep vreemd geklede mannen tegen, die een drinkgelag houden en spelletjes spelen. Na een aantal van hun alcoholische versnaperingen te hebben genuttigd, valt hij in slaap. Als hij wakker wordt, ziet hij tot zijn verbazing dat zijn hond weg is, dat zijn geweer verroest is en dat hij een lange baard heeft.

Rip keert terug naar zijn dorp en komt tot de ontdekking dat alles veranderd is. Zijn vrouw is gestorven, zijn vrienden zijn weg, en het portret van koning George III in de herberg is vervangen door een portret van iemand die hij niet kent — ene generaal George Washington.

Rip Van Winkle had twintig jaar geslapen! En zodoende had hij een van de boeiendste perioden in de geschiedenis van zijn land gemist — hij was door de Amerikaanse Revolutie heen geslapen.

In mei 1966 gebruikte dr. Martin Luther King jr. dit verhaal ter illustratie van zijn redevoering ‘Slaap niet door de revolutie heen.’1

Ik wil vanavond hetzelfde thema gebruiken en een vraag voorleggen aan allen die Gods priesterschap dragen: slaapt u door de herstelling heen?

We leven in de tijd van de herstelling

Soms denken we aan de herstelling van het evangelie als iets wat voltooid is, iets wat achter ons ligt — Joseph Smith vertaalde het Boek van Mormon, hij ontving priesterschapssleutels, de kerk werd gesticht. In werkelijkheid is de herstelling een voortgaand proces; wij leven nu in de tijd van de herstelling. Zij omvat ‘alles wat God heeft geopenbaard, alles wat Hij nu openbaart’, alsmede de ‘vele grote en belangrijke dingen’ die Hij nog zal openbaren.2 Broeders, de boeiende ontwikkelingen in deze tijd maken deel uit van de voorbereiding die zal uitmonden in de langverwachte, heerlijke wederkomst van onze Heiland, Jezus Christus.

Dit is een van de opmerkelijkste periodes van de wereldgeschiedenis! De profeten van weleer keken reikhalzend uit naar onze tijd.

Wat zullen we na dit leven te vertellen hebben over onze bijdrage aan deze belangrijke periode en aan de behartiging van het werk van de Heer? Zullen we kunnen zeggen dat we onze mouwen hebben opgestroopt en met hart, macht, verstand en sterkte hebben meegewerkt? Of zullen we moeten toegeven dat onze rol voor het grootste deel die van toeschouwer was?

Ik veronderstel dat er verschillende redenen zijn die ons ertoe verleiden om een beetje slaperig te worden ten aanzien van de opbouw van het koninkrijk van God. Laat mij drie belangrijke redenen noemen. En terwijl ik dat doe, vraag ik u om bij uzelf na te gaan of die wellicht van toepassing zijn. Als u ruimte voor verbetering ziet, vraag ik u om te overwegen wat u kunt doen om die verandering aan te brengen.

Zelfzucht

Ten eerste, zelfzucht.

Wie zelfzuchtig zijn, jagen meer dan wat ook hun eigen belangen en pleziertjes na. De kernvraag voor een zelfzuchtig persoon is: ‘Wat levert mij dat op?’

Broeders, u ziet zeker wel dat deze houding niet strookt met de bezieling die nodig is om Gods koninkrijk op te bouwen.

Als we zelfzucht boven onzelfzuchtig dienstbetoon verkiezen, spitsen onze prioriteiten zich op onszelf en ons plezier toe.

Egoïsme en narcisme zijn uiteraard van alle tijden, maar ik denk dat ze in dit ik-tijdperk wel de kroon spannen. Kan het toeval zijn dat de Oxford Dictionary onlangs het woord ‘selfie’ tot woord van het jaar heeft uitgeroepen?3

Uiteraard hebben we allemaal behoefte aan erkenning en er is niets mis met ontspanning en iets leuks doen. Maar als het nastreven van ‘gewin en de lof der wereld’4 de kern van onze motivatie is, missen we de opbouwende en vreugdevolle ervaringen die ons toekomen als we ons in ruime mate aan het werk van de Heer toewijden.

Wat doen we ertegen?

Het antwoord ligt, zoals altijd, in de woorden van Christus:

‘Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.

‘Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verliezen zal om Mijnentwil en om des evangelies wil, die zal het behouden.’5

Wie hun leven geheel en al aan de Heiland geven en God en hun naaste dienen, ontdekken een rijk en overvloedig leven dat de zelfzuchtige egotripper nooit zal ervaren. De onzelfzuchtigen geven van zichzelf. Dat kan gaan om kleine gebaren van naastenliefde die veel goeds tot stand brengen: een glimlach, een handdruk, een knuffel, een luisterend oor, een bemoedigend woord, of een blijk van genegenheid. Al die liefdevolle daden kunnen harten of levens veranderen. Als we profiteren van de onbeperkte mogelijkheden om onze naaste lief te hebben en te dienen, onze partner en kinderen niet uitgezonderd, zullen we God steeds meer liefhebben en onze naasten steeds meer dienen.

Wie anderen dienen, zullen niet door de herstelling heen slapen.

Verslavingen

Iets anders wat ertoe kan leiden dat we ons al slaapwandelend door dit belangrijke tijdperk van de wereld begeven, is verslaving.

Verslavingen beginnen vaak ongemerkt. Verslavingen zijn dunne draden van herhaalde handelingen die zich tot een dik touw van gewoonte bundelen. Negatieve gewoonten kunnen tot verwoestende verslavingen uitgroeien.

Die ketens van verslaving kunnen vele vormen aannemen, zoals pornografie, alcohol, seks, drugs, tabak, gokken, eten, werken, internet of een virtuele werkelijkheid. Satan, onze gemeenschappelijke vijand, kent heel wat trucjes om ons van ons goddelijk potentieel te beroven, waarmee we onze zending in het koninkrijk van de Heer kunnen vervullen.

Het doet onze hemelse Vader verdriet om te zien hoe sommigen van zijn edele zoons lijdzaam hun polsen naar voren steken om zich door verwoestende verslavingen te laten ketenen.

Broeders, we dragen het eeuwige priesterschap van de almachtige God. Wij zijn werkelijk zoons van de Allerhoogste en zijn begiftigd met onbeschrijflijk potentieel. We zijn geschapen om ongebonden door de hemelen te zweven. Het is niet de bedoeling dat we aan de aarde worden geketend, gevangen in een dwangbuis van eigen makelij.

Wat doen we ertegen?

Het eerste wat we moeten begrijpen is dat verslavingen heel wat makkelijker zijn te voorkomen dan te genezen. De Heiland zegt het zo: ‘[Laat] geen van die dingen in uw hart […] opkomen.’6

Een paar jaar geleden kregen president Thomas S. Monson en ik de kans Air Force One van binnen te zien — dat schitterende toestel dat de president van de Verenigde Staten vervoert. De geheime dienst voerde een grondige beveiligingscontrole uit, en ik kon een glimlach niet onderdrukken toen agenten onze geliefde profeet fouilleerden voordat we aan boord mochten.

Toen nodigde de gezagvoerder mij uit om in zijn stoel plaats te nemen. Het was een buitengewone ervaring om weer achter de stuurknuppel van een magnifiek vliegtuig te zitten, het type waarin ik zoveel jaren had gevlogen. Ik werd overspoeld door herinneringen aan vluchten over oceanen en continenten. Ik zag mij als het ware weer op vele internationale luchthavens opstijgen en landen.

Bijna onbewust legde ik mijn handen op de vier gashendels van de 747. Op dat moment hoorde ik een geliefde en niet mis te verstane stem achter mij — de stem van Thomas S. Monson.

‘Dieter,’ zei hij, ‘ik zou het maar uit je hoofd laten.’

Ik zeg niet dat het zo is, maar het zou zo maar kunnen zijn dat president Monson mijn gedachten kon lezen.

Laten we, als we ertoe worden verleid dingen te doen die we niet behoren te doen, luisteren naar de liefdevolle waarschuwing van familie en vrienden, onze geliefde profeet, en altijd de Heiland.

De beste verdediging tegen verslaving is er nooit mee te beginnen.

Maar hoe staat het met hen die zich al in de greep van een verslaving bevinden?

Ten eerste, weet alstublieft dat er hoop is. Zoek hulp bij dierbaren, kerkleiders en professionele hulpverleners. De kerk biedt hulp bij verslavingsherstel door middel van plaatselijke kerkleiders, het internet7 en, in sommige gebieden, door middel van LDS Family Services.

Vergeet nooit dat u met de hulp van de Heiland verslaving kunt overwinnen. Het kan een lang en moeilijk pad zijn, maar de Heer zal u niet in de steek laten. Hij heeft u lief. Jezus Christus onderging de verzoening om verandering mogelijk te maken, om u van de gevangenschap van zonde te bevrijden.

Het belangrijkste is dat u het blijft proberen — soms lukt iets pas nadat u het verschillende keren hebt geprobeerd. Geef het dus niet op. Verlies uw geloof niet. Blijf in uw hart dicht bij de Heer, dan zal Hij u de macht ter bevrijding schenken. Dan zal Hij u vrijmaken.

Mijn geliefde broeders, houd u verre van gewoonten die tot een verslaving kunnen uitgroeien. Wie dat doen, zijn vrij om hun hart, macht, verstand en sterkte aan de dienst aan God toe te wijden.

Zij zullen niet door de herstelling heen slapen.

Tegengestelde prioriteiten

Een derde obstakel dat ons ervan weerhoudt om ons volledig aan dit werk te geven, zijn de vele tegengestelde prioriteiten in ons leven. Sommigen van ons hebben het zo druk dat we op een kar lijken die door een dozijn dieren wordt getrokken — elk in een andere richting. Er wordt veel energie verspild, maar de kar beweegt niet.

Vaak besteden we de meeste energie aan een hobby, een sport, een baan, of maatschappelijke of politieke kwesties. Al die zaken kunnen goed en eerbaar zijn, maar de vraag is of er tijd en energie overblijft voor wat onze hoogste prioriteiten behoren te zijn.

Wat doen we ertegen?

Nogmaals komt het antwoord uit de woorden van de Heiland:

‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.

‘Dit is het grote en eerste gebod.

‘Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.’8

Al het andere in het leven dient aan deze twee grote prioriteiten ondergeschikt te zijn.

Zelfs in ons kerkwerk is het eenvoudig om routineus onze plicht te doen, zonder dat we ons hart erin leggen of ons discipelschap serieus nemen.

Broeders, wij dragen het priesterschap en hebben als zodanig beloofd een volk te zijn dat God en onze naaste liefheeft en dat bereid is die liefde door woord en daad te bewijzen. Dat is de kern van wie wij zijn als discipelen van Jezus Christus.

Wie deze beginselen naleven, zullen niet door de herstelling heen slapen.

Oproep tot ontwaken

De Apostel Paulus heeft geschreven: Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.’9

Geliefde vrienden, weet dat jullie zoons van het licht zijn?

Sta geen zelfzucht toe! Sta geen gewoonten toe die tot verslaving kunnen uitgroeien! Sta geen tegengestelde prioriteiten toe die u in slaap wiegen, u onverschillig maken of die afstand scheppen tussen u en gezegend discipelschap en verheffend priesterschapswerk!

Er staat zoveel op het spel voor ons, als individu, als gezin, en als Christus’ kerk, dat halfslachtige betrokkenheid bij dit heilige werk niet volstaat.

Een discipel van Jezus Christus zijn we niet één keer per week of één keer per dag. Het discipelschap is voor eens en altijd.

De belofte van de Heer aan zijn ware priesterschapsdragers is bijna te groot om te kunnen bevatten.

Wie getrouw zijn aan het Aäronisch en Melchizedeks priesterschap en hun roeping grootmaken ‘worden door de Geest geheiligd ter vernieuwing van hun lichaam’. Daarom zal alles wat de Vader heeft aan hen worden gegeven.10

Ik getuig dat de reinigende kracht van de verzoening van Jezus Christus en de transformerende macht van de Heilige Geest het mensdom kan genezen en redden. Het is ons een voorrecht, onze heilige plicht, en onze vreugde om gehoor te geven aan de oproep van de Heiland, om Hem met een bereidwillige geest en vol voornemen van hart te volgen. Laten we ‘de ketenen af[schudden] waarmee [we] gebonden [zijn], en [voortkomen] uit de donkerheid en [ons verheffen] uit het stof.’11

Laten we wakker zijn en het goeddoen niet moede worden, want we leggen ‘het fundament van een groot werk’12 namelijk onze voorbereiding op de wederkomst van de Heiland. Broeders, als we het licht van ons voorbeeld als een getuigenis aan de schoonheid en kracht van de herstelde waarheid toevoegen, zullen we niet door de herstelling heen slapen. Daarvan getuig ik en ik schenk u mijn zegen in de heilige naam van onze Meester, ja, Jezus Christus. Amen.