Het fundament van een groot werk leggen
De tradities die we in ons gezin hebben en de lessen die we daaruit leren, hoe klein en eenvoudig ook, worden alsmaar belangrijker in de hedendaagse wereld.
Als ouders in Zion hebben we de heilige plicht om in onze kinderen geestdrift voor en toewijding aan de vreugde, het licht en de waarheid van het evangelie van Jezus Christus wakker te schudden. We voeden onze kinderen op, stellen gezinstradities in en werken aan communicatie- en gedragspatronen in ons gezin. Al doende horen de ingestelde tradities sterke, onwankelbare, goede eigenschappen in onze kinderen naar boven te brengen, die ze de kracht geven om goed met de wisselvalligheden van het leven om te gaan.
Mijn familie geniet van onze jaarlijkse traditie om hoog in de toppen van het Uintah-gebergte in het noordoosten van Utah te kamperen. We rijden 32 km over een verharde zandweg naar een prachtige groene vallei, omgeven door torenhoge bergwanden en waar een rivier met fris helder water doorstroomt. In de hoop de waarde van de evangelieleer en -gebruiken in het hart van onze kinderen en onze kleinkinderen te bevestigen, vragen Susan en ik elk jaar aan onze zes zonen en hun gezin om een korte boodschap te brengen over een onderwerp dat zij fundamenteel vinden voor een gezin dat op Christus is gericht. Dan komen we met zijn allen op een afgelegen plek bij elkaar en brengt ieder gezin zijn boodschap.
Dit jaar hadden onze kleinkinderen het onderwerp van hun toespraak op stenen geschreven en die daarna één voor één naast elkaar begraven. De stenen stonden symbool voor het vaste fundament waarop een gelukkig leven gebaseerd is. Alle zes boodschappen hadden als rode draad de onveranderlijke eeuwige waarheid dat Jezus Christus de hoeksteen van dat fundament is.
Met de woorden van Jesaja: ‘Daarom, zo zegt de Heere Heere: Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen, die vast gegrondvest is.’1 Jezus Christus is die kostbare hoeksteen in het fundament van Zion. Hij is het die de profeet Joseph Smith deze geweldige leerstelling heeft gegeven: ‘Welnu, word niet moe goed te doen, want u legt het fundament van een groot werk. En uit het kleine komt het grote voort.’2
De tradities die we in ons gezin hebben en de lessen die we daaruit leren, hoe klein en eenvoudig ook, worden alsmaar belangrijker in de hedendaagse wereld. Wat zijn de kleine en eenvoudige dingen die, als ze zijn ingesteld, een groot werk in het leven van onze kinderen zullen verrichten?
President Russell M. Nelson heeft onlangs een groot publiek in de buurt van Toronto (Canada) toegesproken en ouders duidelijk op de heilige verantwoordelijkheid gewezen die ze voor het onderwijs aan hun kinderen hebben. President Nelson noemde niet alleen essentiële plichten, maar legde ook nadruk op de plicht van ouders om hun kinderen duidelijk te maken waarom we deelnemen aan het avondmaal, wat het betekent om in het verbond te worden geboren, en hoe belangrijk het is zich op een patriarchale zegen voor te bereiden en die te ontvangen. Hij moedigde ouders aan het lezen van de Schriften in gezinsverband prioriteit te geven.3 Onze geliefde profeet spoort ons aan om van ons huis een ‘heiligdom van geloof’ te maken.4
Enos heeft in het Boek van Mormon geschreven hoe innig dankbaar hij voor het voorbeeld van zijn vader was, die hem had ‘onderwezen in zijn taal, en tevens in de lering en terechtwijzing van de Heer.’ Enos zei met grote emotie: ‘Gezegend zij de naam van mijn God daarvoor.’5
Ik koester de kleine en eenvoudige tradities die we in de loop van de 35 jaar van ons huwelijk hebben opgebouwd. Veel van onze tradities zijn klein maar zinvol. Bijvoorbeeld:
-
Als ik ’s avonds niet thuis was, wist ik altijd dat onze oudste aanwezige zoon onder leiding van Susan, zonder dat het hem werd gevraagd, het gezin in Schriftstudie en gezinsgebed zou leiden.6
-
Een andere traditie is dat we nooit van huis gaan of een telefoongesprek beëindigen vóór we ‘Ik hou van je’ zeggen.
-
Wij zijn gezegend omdat we regelmatig tijd vrijmaakten voor persoonlijke gesprekken met ieder van onze zonen. Tijdens zo’n gesprek vroeg ik een van onze zoons of hij een zending wilde vervullen en hoe zijn voorbereiding erop vorderde. Na daar kort op ingegaan te zijn, viel er een bedachtzame stilte, waarna hij zich naar voren boog en zei: ‘Papa, weet u nog dat we deze gesprekken ook al hadden toen ik jonger was?’ Ik zei: ‘Ja.’ Hij zei: ‘Ik heb u toen beloofd dat ik op zending zou gaan. En u en mama hebben mij beloofd dat u tweeën op zending zou gaan wanneer u oud was.’ Er viel opnieuw een pauze. ‘Is er een probleem waardoor u niet op zending zou kunnen gaan? Misschien kan ik u daarbij helpen.’
Consistente, opbouwende gezinstradities, hoe klein en eenvoudig ook, zoals gebed, Schriftstudie, gezinsavond en naar de kerk gaan, kunnen een cultuur van liefde, respect, eenheid en geborgenheid creëren. Door de geest die deze tradities vergezelt, worden onze kinderen beschermd tegen de brandende pijlen van de tegenstander, die de wereldse cultuur van tegenwoordig op hen afvuurt.
Denk eens aan de wijze raad die Helaman aan zijn zoons gaf: ‘Bedenk, het is op de rots van onze Verlosser, die Christus is, de Zoon van God, dat jullie je fundament moeten bouwen; zodat, wanneer de duivel zijn krachtige winden zendt, ja, zijn pijlen in de wervelwind, ja, wanneer al zijn hagel en zijn hevige storm jullie zullen striemen, die geen macht over jullie zullen hebben om jullie neer te sleuren in de afgrond van ellende en eindeloos wee, wegens de rots waarop jullie zijn gebouwd, die een vast fundament is; en als de mensen op dat fundament bouwen, kunnen zij niet vallen.’7
Jaren geleden toen ik een jonge bisschop was, vroeg een oudere man of hij met me kon spreken. Hij legde uit dat hij in zijn jeugd de kerk en de rechtschapen tradities van zijn ouders de rug had toegekeerd. Hij beschreef in detail het hartzeer dat hem ten deel was gevallen, terwijl hij vergeefs blijvende vreugde zocht in het kortstondige geluk dat de wereld te bieden heeft. Nu hij ouder was, ervoer hij de vertederende, soms aanhoudende, fluisteringen van de Geest van God, die hem terug naar de lessen, gebruiken, gevoelens en geestelijke geborgenheid van zijn jeugd leidden. Hij sprak zijn dank voor de tradities van zijn ouders uit en herhaalde in hedendaags termen wat Enos heeft gezegd: ‘Gezegend zij de naam van mijn God daarvoor.’
In mijn ervaring is de terugkeer van deze dierbare man tot het evangelie kenmerkend voor veel mensen. Het komt vaak voor onder Gods kinderen die een tijdlang de kerk verlaten hebben, dat ze later naar de leringen en gebruiken van hun jeugd terugkeren. Op die momenten zijn we getuige van de wijsheid van de schrijver van Spreuken die ouders aanspoort: ‘Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg, ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken.’8
Elke ouder ervaart bij de opvoeding van hun kinderen momenten van ergernis en verschillende niveaus van volharding en kracht. Als ouders echter geloof oefenen door hun kinderen openhartig en liefdevol te onderwijzen, en al het mogelijke doen om ze op het pad te houden, krijgen ze een grotere hoop dat de geplante zaadjes in het hart en verstand van hun kinderen zullen wortel schieten.
Mozes begreep de noodzaak van constant onderricht goed. Hij gaf deze raad: ‘U moet uw kinderen [deze woorden] inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat.’9
We knielen tijdens het gezinsgebed naast onze kinderen, we zorgen voor ze wanneer we aan zinvolle Schriftstudie in gezinsverband meedoen, we zorgen vol liefde en geduld voor ze als we samen gezinsavond houden, en we maken ons zorgen over ze terwijl we ons geknield in persoonlijk gebed tot de hemel richten. O, hoe zeer verlangen we dat de zaadjes die we hebben geplant in hun hart en verstand wortelschieten.
Ik geloof dat het niet zozeer de vraag is of onze kinderen ons onderwijs ‘snappen’, bijvoorbeeld als we proberen samen met hen in de Schriften te lezen of gezinsavond te houden, of de wekelijkse activiteitenavond of andere kerkbijeenkomsten bij te wonen. Het is niet zozeer de vraag of ze op die ogenblikken het belang van die activiteiten inzien, maar meer de vraag of wij, als ouders, genoeg geloof oefenen om de raad van de Heer op te volgen en toegewijd te leven, te onderwijzen, aan te sporen en verwachtingen te hebben die door het evangelie van Jezus Christus zijn geïnspireerd. Het is een werk dat door ons geloof wordt aangedreven. Door ons geloof dat op zekere dag de zaadjes die tijdens hun jeugd zijn geplant, wortel schieten en beginnen te ontspruiten en groeien.
De zaken die we bespreken, verkondigen en onderwijzen, bepalen de zaken die we zullen meemaken. Als we opbouwende tradities instellen die de leer van Christus onderwijzen, getuigt de Heilige Geest van de waarheid van onze boodschap en voedt Hij de evangeliezaadjes die diep in het hart van onze kinderen zijn geplant door al het werk dat we onderweg gedaan hebben. Dat getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.