Wilt u gezond worden?
Het is op grond van zijn verzoening dat Jezus Christus ons geestelijk zal genezen, mits we ons bekeren en ons hart volledig op Hem richten.
Onze jongste zoon was een paar maanden op zending en rondde net zijn evangeliestudie met zijn zendingscollega af, toen hij een doffe pijn in zijn hoofd voelde. Dat voelde heel vreemd aan. Eerst had hij geen controle meer over zijn linkerarm, en toen had hij geen gevoel meer in zijn tong. De linkerkant van zijn gezicht hing scheef. En hij had moeite met praten. Hij wist dat er iets mis was. Maar hij wist niet dat hij een ernstige beroerte in drie gedeelten van zijn hersenen had. Hij werd heel bang omdat hij gedeeltelijk verlamd raakte. Hoe sneller een slachtoffer van een beroerte hulp krijgt, hoe groter de kans op genezing is. Zijn trouwe collega trad kordaat op. Hij belde direct 112 en gaf hem daarna een zegen. Gelukkig was de ambulance er binnen vijf minuten.
In het ziekenhuis stelde het medisch personeel snel een diagnose. Ze besloten hem een medicijn te geven dat de verlammingsverschijnselen op termijn in principe teniet kon doen.1 Maar als het geen beroerte was, zou het medicijn ernstige bijwerkingen kunnen veroorzaken, zoals een hersenbloeding. De keuze was aan onze zoon. Hij koos voor het medicijn. Hoewel meerdere operaties nodig waren en vele maanden van revalidatie, keerde onze zoon uiteindelijk, toen de gevolgen van de beroerte grotendeels teniet waren gedaan, terug naar zijn zendingsgebied.
Onze hemelse Vader is almachtig en alwetend. Hij kent onze lichamelijke problemen. Hij weet wat voor lichamelijke pijnen ziekte, ouderdom, ongevallen of geboorteafwijkingen teweegbrengen. Hij is Zich bewust van onze emotionele problemen, zoals angst, eenzaamheid, depressie of psychische aandoeningen. Hij kent iedereen die door onrecht of mishandeling te lijden heeft. Hij kent onze zwakheden, haast onbedwingbare neigingen en verleidingen waar we mee kampen.
In het sterfelijk leven worden we beproefd om te zien of we het goede boven het kwade verkiezen. Wie zijn geboden onderhouden, zullen ‘in een staat van nooit eindigend geluk’ bij Hem wonen.2 Onze hemelse Vader heeft alle macht en kennis aan zijn Zoon, Jezus Christus, gegeven, omdat Hij wil dat we in die mate vooruitgang maken dat we zoals Hij zullen worden. Er is geen lichamelijke, emotionele of geestelijke aandoening die niet door Christus kan worden genezen.3
In de Schriften lezen we over de vele wonderbaarlijke gebeurtenissen tijdens de aardse bediening van de Heiland, waarbij Jezus Christus zijn goddelijke macht gebruikte om mensen met lichamelijke aandoeningen te genezen.
In het evangelie van Johannes staat het verhaal van een man die al 38 jaar verlamd was.
‘Jezus zag hem liggen en omdat Hij wist dat hij al lange tijd ziek was, zei Hij tegen hem: Wilt u gezond worden?’
De verlamde man antwoordde dat er niemand was die bij machte was om te helpen.
‘Jezus zei tegen hem: Sta op, neem uw ligmat op en ga lopen.
‘En meteen werd de man gezond, nam zijn ligmat op en ging lopen’4
We lezen dat deze man al heel lang verlamd was – maar liefst 38 jaar – en hoe snel hij werd genezen toen de Heiland erbij betrokken werd. De genezing was ‘meteen’.
In een ander voorbeeld was er ‘een vrouw die al twaalf jaar bloedvloeiingen had en die al haar bezit aan dokters uitgegeven had; [ze] kwam van achteren naar Hem toe en raakte de zoom van Zijn bovenkleed aan. Onmiddellijk hield het vloeien van haar bloed op. […]
‘Jezus zei: Iemand heeft Mij aangeraakt, want Ik heb gemerkt dat er kracht van Mij uitgegaan is.
‘Toen de vrouw zag dat zij niet onopgemerkt was, […] vertelde zij voor heel het volk […] dat zij onmiddellijk genezen was.’5
Tijdens zijn bediening verkondigde Christus dat Hij macht over het stoffelijk lichaam had. Wij kunnen niet bepalen wanneer Christus ons van onze lichamelijke aandoeningen zal genezen. Genezing vindt volgens zijn wil en wijsheid plaats. In de Schriften hebben sommige mensen tientallen jaren geleden; en anderen hun hele leven. Lichamelijke aandoeningen kunnen ons verfijnen en kunnen ons vertrouwen in God vergroten. Maar als we Christus erbij betrekken, zal Hij ons altijd geestelijk sterken, zodat we onze lasten beter kunnen dragen.
We weten dat alle lichamelijke aandoeningen, kwalen of onvolmaaktheden uiteindelijk in de opstanding worden genezen. Dat is een gave aan alle mensen, dankzij de verzoening van Jezus Christus.6
Jezus Christus kan meer genezen dan ons lichaam. Hij kan ook onze geest genezen. In de Schriften lezen we hoe Christus de mensen met een zwakke geest hielp en ze genas.7 Als we over die verhalen nadenken, krijgen we meer hoop en geloof in de genezingskracht van de Heiland. Jezus Christus kan een verandering in ons hart teweegbrengen, ons genezen van de pijnen van onrecht of mishandeling. Hij is het die ons bijstaat wanneer verlies en smart ons overvallen, die ons vrede schenkt in tijden van beproeving en ons emotioneel geneest.
Christus kan ons ook van onze zonden genezen. We zondigen als we een van Gods wetten opzettelijk overtreden.8 Als we zondigen, wordt onze ziel onrein. Niets onreins kan in Gods tegenwoordigheid verkeren.9 ‘Van zonden gereinigd worden is een vorm van geestelijke genezing.’10
God de Vader weet dat we zullen zondigen, maar Hij heeft voor ons de weg bereid, zodat we verlost kunnen worden. Ouderling Lynn G. Robbins heeft gezegd: ‘Bekering is niet [Gods] reserveplan voor als we zouden falen. Bekering is zijn plan, in de wetenschap dat we zullen falen.’11 Als we zondigen, krijgen we de kans om voor het goede of het kwade te kiezen. We kiezen voor het goede als we ons vervolgens bekeren. Als we ons bekeren, kunnen we door Jezus Christus en zijn zoenoffer van onze zonden verlost worden en in de tegenwoordigheid van God de Vader terugkeren. Geestelijke genezing is geen eenrichtingsverkeer. Daar zijn de verlossende macht van de Heiland én de oprechte bekering van de zondaar voor nodig. Wie zich niet bekeren, verwerpen de genezende macht die Christus hun biedt. Voor hen is het alsof er geen verlossing heeft plaatsgevonden.12
Uit mijn adviesgesprekken met mensen die zich wilden bekeren, bleek tot mijn verbazing dat wie in zonde leefden veel moeite hadden om goede beslissingen te nemen. De Heilige Geest had hen verlaten, en ze vonden het vaak moeilijk om de juiste keuzen te doen waardoor ze dichter tot God konden komen. Ze streden vaak maanden- of jarenlang. Ze schaamden zich of waren bang voor de gevolgen van hun zonden. Ze hadden vaak het gevoel dat ze nooit konden veranderen of vergeving konden ontvangen. Ze spraken vaak over hun angst dat hun dierbaren niet meer van hen zouden houden of hen zouden verlaten als ze te weten kwamen wat ze gedaan hadden. Door die gedachtegang kwamen ze tot de conclusie dat ze maar beter hun mond konden houden en hun bekering uitstellen. Ze hadden ten onrechte het gevoel dat het beter was om zich niet te bekeren dan hun dierbaren pijn te doen. In hun gedachten was het beter om na dit leven te lijden dan nu het bekeringsproces te voltooien. Broeders en zusters, het is nooit een goed idee om onze bekering uit te stellen. De tegenstander gebruikt vaak angst om ons ervan te weerhouden om meteen met ons geloof in Jezus Christus in actie te komen.
Dierbaren willen de boetvaardige zondaar, hoewel ze zich diep gekwetst zullen voelen over het zondige gedrag, vaak helpen om zich te veranderen en zich met God te verzoenen. De geestelijke genezing zal sneller gaan als de zondaar zich bekeert en wordt omringd door mensen die hem liefhebben en helpen om zijn zonden te verzaken. Bedenk alstublieft dat Jezus Christus het vermogen heeft om onschuldige slachtoffers van zonde, die zich tot Hem wenden, te genezen.13
President Boyd K. Packer heeft gezegd: ‘Onze geest wordt geschaad als we fouten en zonden begaan. Maar in tegenstelling tot ons stoffelijk lichaam blijven er na onze bekering dankzij de verzoening van Jezus Christus geen littekens achter. De belofte luidt: ‘Zie, wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving, en Ik, de Heer, denk er niet meer aan’ (Leer en Verbonden 58:42).14
Als we ons ‘met een volmaakt voornemen van hart’15 bekeren, ‘zal het grote plan van verlossing onmiddellijk op [ons] worden toegepast.’16 De Heiland zal ons genezen.
De zendingscollega en de artsen die onze zoon hielpen, kwamen snel in actie. Onze zoon koos voor een medicijn dat de schade van de beroerte kon herstellen. De schadelijke gevolgen van zijn beroerte, die hem voor de rest van zijn aardse leven hadden kunnen achtervolgen, werden tenietgedaan. En hoe sneller wij ons bekeren en de verzoening van Jezus Christus toepassen, hoe sneller we van de gevolgen van zonde genezen.
President Russell M. Nelson heeft ons aangemoedigd: ‘Als u het pad hebt verlaten, […] moedig ik u aan […] om terug te keren. Wat uw bezwaren of moeilijkheden ook zijn, er is een plek voor u in deze kerk, de kerk van de Heer. U, en nog ongeboren generaties, zullen gezegend worden als u nu terugkeert op het verbondspad.’17
Door onze geestelijke genezing worden we ertoe aangezet om ons te onderwerpen aan de voorwaarden die onze Heiland heeft gesteld. We mogen niet uitstellen! We moeten nu in actie komen! We moeten nu in actie komen zodat de geestelijke verlamming onze eeuwige vooruitgang niet zal beletten. Als u tijdens mijn toespraak het gevoel hebt gekregen dat u iemand om vergeving moet vragen, moedig ik u aan om dat ook te doen. Zeg wat u hebt gedaan. Vraag hen om vergeving. Als u een zonde hebt begaan waardoor uw tempelwaardigheid in het gedrang komt, moedig ik u aan om meteen met uw bisschop te praten. Stel het niet uit.
‘Broeders en zusters, God is onze dierbare Vader in de hemel. Hij heeft alle macht en kennis aan zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, gegeven. Door Hem zullen alle mensen op enig moment van alle lichamelijke aandoeningen worden genezen. Het is op grond van zijn verzoening dat Jezus Christus ons geestelijk zal genezen, mits we ons bekeren en ons hart volledig op Hem richten. Dat genezingsproces kan meteen beginnen. De keus is aan ons. Willen we gezond worden?
Ik getuig dat Jezus Christus de losprijs heeft voldaan, zodat wij gezond kunnen worden. Maar dan moeten we die genezing wel aanvaarden. Doe dat vandaag nog. Stel het niet uit. In de naam van Jezus Christus. Amen.