Algemene conferentie
Het grote plan
Algemene aprilconferentie 2020


2:3

Het grote plan

Wie Gods plan kennen en zich verbonden hebben eraan mee te werken, hebben de duidelijke opdracht om die waarheden uit te dragen.

Zelfs te midden van unieke beproevingen en moeilijkheden zijn we rijkelijk gezegend! Tijdens deze algemene conferentie zijn de schatten en vreugde van het herstelde evangelie van Jezus Christus over ons uitgestort. We hebben ons verheugd in het visioen van de Vader en de Zoon, dat de herstelling inluidde. We zijn herinnerd aan de wonderbaarlijke manier waarop het Boek van Mormon tevoorschijn is gekomen, dat bovenal van Jezus Christus en zijn leer getuigt. We zijn versterkt en verblijd door werkelijke openbaring – aan profeten en aan ons persoonlijk. We hebben geweldige getuigenissen gehoord van de oneindige verzoening van Jezus Christus en van zijn letterlijke opstanding. En we zijn onderwezen in andere waarheden van zijn volledige evangelie, die Joseph Smith geopenbaard kreeg nadat God de Vader tegen de nieuwe profeet zei: ‘Dit is mijn geliefde Zoon. Hoor Hem!’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:17.)

We zijn gesterkt in onze kennis van de herstelling van het priesterschap en de sleutels ervan. We zijn vastbeslotener dan ooit om de herstelde kerk van de Heer bij haar juiste naam te noemen: De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. En ons is gevraagd om samen te vasten en te bidden dat de huidige en toekomstige gevolgen van een verwoestende wereldwijde pandemie beperkt mogen blijven. De levende profeet van de Heer heeft ons vanochtend geïnspireerd met een historische proclamatie over de herstelling. Wij bevestigen de verklaring dat ‘wie de boodschap van de herstelling onder gebed bestuderen en in geloof handelen, gezegend zullen worden met een eigen getuigenis van haar goddelijke oorsprong, en haar doel om de wereld op de beloofde wederkomst van onze Heer en Heiland, Jezus Christus, voor te bereiden’.1

Het plan

Dit alles maakt deel uit van een goddelijk plan dat Gods kinderen in staat stelt om verhoogd en zoals Hij te worden. Dat plan – in de Schriften ook wel het ‘grote plan van geluk’, het ‘verlossingsplan’ en het ‘heilsplan’ genoemd (Alma 42:8, 11, 5) – begon met een raadsvergadering in de hemel. Dat is ons als onderdeel van de herstelling geopenbaard. We wilden als geesten het eeuwige leven bezitten dat onze hemelse Ouders hadden. We konden echter geen vooruitgang meer maken zonder een stoffelijk lichaam en een sterfelijke proeftijd. God de Vader plande voor dat doel de schepping van deze aarde. In dit geplande sterfelijke leven zouden we besmeurd raken met zonde. We zouden met de tegenstellingen noodzakelijk voor onze geestelijke groei te maken krijgen. We zouden ook de lichamelijke dood ondergaan. Het plan van onze hemelse Vader zou in een Heiland voorzien om ons van de dood en zonde te redden. Ieder mens zou door zijn opstanding uit de dood worden verlost. Met zijn verzoening zou Hij de prijs betalen om iedereen van zonde te reinigen, op de gestelde voorwaarden om onze vooruitgang te bevorderen. De verzoening van Jezus Christus staat centraal in het plan van de Vader.

Alle kinderen van God kregen in de raadsvergadering in de hemel het plan van de Vader voorgelegd, met inbegrip van de aardse gevolgen en beproevingen, de hemelse hulp en de heerlijke bestemming. Wij zagen het einde vanaf het begin. Het ontelbare aantal stervelingen dat op aarde geboren is, heeft voor het plan van de Vader gekozen en ervoor gevochten in de hemelse strijd die volgde. Velen hebben tevens verbonden met de Vader gesloten aangaande wat zij in het sterfelijk leven zouden doen. Onze daden in de geestenwereld hebben onze omstandigheden op aarde beïnvloed. Er is alleen niet geopenbaard hoe.

Het sterfelijk leven en de geestenwereld

Ik vat nu enkele voorname elementen uit het plan van de Vader samen die tijdens onze periode op aarde en in de geestenwereld hierna een rol spelen.

Het aardse leven en de groeimogelijkheden daarna zijn erop gericht dat Gods nageslacht kan worden zoals Hij. Dat verlangt onze hemelse Vader voor al zijn kinderen. We bereiken die blijde bestemming alleen als we op grond van eeuwige wetten gelouterd worden door de verzoening van Jezus Christus. Dan kunnen we bij de Vader en de Zoon vertoeven en de zegeningen van de verhoging genieten. In het Boek van Mormon staat: ‘Hij nodigt […] allen uit om tot Hem te komen en deel te hebben aan zijn goedheid; en Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en blanke, geknechte en vrije, man en vrouw; en Hij is de heidenen indachtig; en allen zijn voor God gelijk’ (2 Nephi 26:33; zie ook Alma 5:49).

Het goddelijke plan waardoor we ons potentieel kunnen verwezenlijken, vereist wel dat we de kwade verleidingen verwerpen die ons als mens aanzetten om in strijd met Gods geboden en zijn plan te handelen. Het vereist ook dat we met andere aardse tegenslag te maken krijgen, bijvoorbeeld door de zonden van anderen of door sommige aangeboren gebreken. We maken de nodige vooruitgang soms eerder door lijden en tegenspoed dan door gemak en rust. En al die aardse tegenspoed zou geen eeuwige waarde hebben als God ons voor alle nare gevolgen van de sterfelijkheid zou afschermen.

Het plan openbaart onze eeuwige bestemming, het doel en de voorwaarden van onze aardse reis, en de hemelse hulp die we mogen verwachten. Gods geboden waarschuwen ons tegen afdwalen naar gevaarlijke omstandigheden. De leringen van geïnspireerde leiders begeleiden ons op ons pad en stellen ons een behouden eeuwige reis in het vooruitzicht.

Gods plan biedt ons vier geweldige zekerheden op onze reis door de sterfelijkheid. Dat houvast ontvangen we dankzij de verzoening van Jezus Christus, waar het plan op is gebouwd. Ten eerste hebben we de verzekering dat we dankzij zijn lijden gereinigd kunnen worden van de zonden waarvan we ons bekeren. Dan zal de barmhartige Rechter er in het eindoordeel niet meer aan denken (zie Leer en Verbonden 58:42).

Ten tweede nam de Heiland als onderdeel van zijn verzoening alle andere menselijke zwakheden op Zich. Er staan ons dan ook hemelse hulp en kracht ter beschikking, zodat we de onvermijdelijke aardse lasten op persoonlijk en ook algemeen vlak, zoals oorlogen en pestilentiën, kunnen dragen. Het Boek van Mormon beschrijft deze essentiële kracht van de verzoening het duidelijkst. De Heiland nam ‘de pijnen en ziekten [en zwakheden] van zijn volk op Zich. […] Hij zal hun zwakheden op Zich nemen, opdat zijn binnenste met barmhartigheid zal worden vervuld, naar het vlees, opdat Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden’ (Alma 7:11–12).

Ten derde doet de Heiland door zijn oneindige verzoening de onherroepelijkheid van de dood teniet, en geeft hij ons de vreugdevolle verzekering dat we allemaal zullen opstaan. In het Boek van Mormon staat: ‘Die herstelling zal tot allen komen, zowel jong als oud, zowel geknechten als vrijen, zowel man als vrouw, zowel goddelozen als rechtvaardigen; en er zal zelfs niet zoveel als een haar van hun hoofd verloren gaan; integendeel, alles zal tot zijn volmaakte gestalte worden hersteld’ (Alma 11:44).

We vieren de werkelijkheid van de opstanding in deze paastijd. Dat geeft ons het perspectief en de kracht om door te gaan als wij en onze dierbaren voor aardse moeilijkheden komen te staan, zoals de lichamelijke, verstandelijke of emotionele mankementen die we bij onze geboorte meekrijgen of tijdens ons leven oplopen. Door de opstanding weten we dat die sterfelijke gebreken slechts tijdelijk zijn!

Het herstelde evangelie verzekert ons ook dat we na de opstanding met onze familieleden samen kunnen zijn – man en vrouw, kinderen en ouders. Dat is een krachtige bemoediging om onze taken in het gezin op aarde te vervullen. Daardoor kunnen wij hier beter in liefde samenleven, in het vooruitzicht van de vreugdevolle hereniging en relaties in het hiernamaals.

Ten vierde en tot slot geeft hedendaagse openbaring aan dat onze vooruitgang na het aardse leven niet hoeft te stoppen. Er is nog weinig over deze belangrijke verzekering geopenbaard. We weten dat dit leven de tijd is om ons erop voor te bereiden God te ontmoeten en dat we onze bekering niet moeten uitstellen (zie Alma 34:32–33). Toch weten we ook dat het evangelie in de geestenwereld wordt gepredikt aan ‘de goddelozen en de ongehoorzamen die de waarheid hadden verworpen’ (Leer en Verbonden 138:29), en dat men zich daar vóór het laatste oordeel kan bekeren (zie de verzen 31–34, 57–59).

Ik noem nog enkele fundamentele elementen van het plan van onze hemelse Vader:

Het herstelde evangelie van Jezus Christus biedt ons een unieke kijk op kuisheid, het huwelijk en het krijgen van kinderen. Het huwelijk volgens Gods plan is noodzakelijk voor de uitvoering van Gods plan, om de door Hem goedgekeurde omgeving te verschaffen waarin kinderen geboren moeten worden, en waarin gezinsleden op het eeuwige leven worden voorbereid. ‘Het huwelijk is de mens door God verordonneerd’, heeft de Heer gezegd, ‘opdat de aarde aan het doel van haar schepping zal beantwoorden’ (Leer en Verbonden 49:15–16). Hiermee druist zijn plan uiteraard tegen sommige sterke wereldse krachten in wat wetgeving en huidige gebruiken betreft.

Het vermogen om sterfelijk leven te scheppen is de meest verheven macht die God aan zijn kinderen heeft gegeven. Het gebruik ervan werd vastgelegd in het eerste gebod aan Adam en Eva, maar er werd nog een gebod gegeven om misbruik te voorkomen. Buiten de grenzen van het huwelijk is ieder gebruik van het voortplantingsvermogen in mindere of meerdere mate zondig, en een verlaging en perversie van de goddelijkste eigenschap die mannen en vrouwen bezitten. De nadruk op deze wet van kuisheid in het herstelde evangelie komt voort uit het doel van ons voortplantingsvermogen bij de vervulling van Gods plan.

Hoe ziet de toekomst eruit?

Twee eeuwen lang hebben we de zegeningen van het plan van de Heer door middel van zijn herstelde kerk mogen ervaren. Dat bemoedigt ons nu we stilstaan bij het eerste visioen dat de herstelling destijds in gang zette. In dit jaar 2020 hebben we goed zicht op wat er in het verleden is gebeurd.

Ons zicht richting de toekomst is echter minder helder. We weten wel dat er nu, twee eeuwen na de herstelling, in de geestenwereld veel werkers met aardse ervaring zijn die de prediking daar op zich nemen. We weten ook dat we inmiddels veel meer tempels hebben om de verordeningen van de eeuwigheid te verrichten voor wie zich bekeren en het evangelie van de Heiland aannemen, aan beide kanten van de sluier van de dood. Dit alles draagt bij aan de uitvoering van het plan van onze hemelse Vader. Gods liefde is zo groot dat Hij voor al zijn kinderen, behalve voor de enkelen die bewust zonen van het verderf worden, een heerlijkheid heeft bestemd (zie Leer en Verbonden 76:43).

We weten dat de Heiland terugkeert en dat er een vredig millennium komt om het sterfelijke deel van Gods plan af te ronden. We weten ook dat er verschillende opstandingen zullen zijn, van de rechtvaardigen en de onrechtvaardigen, waarop het laatste oordeel voor ieder volgt.

Wij worden geoordeeld naar onze daden, naar de verlangens van ons hart en naar wie we zijn geworden. Dat oordeel verwijst alle kinderen van God naar een koninkrijk van heerlijkheid waarvoor ze door hun gehoorzaamheid in aanmerking komen en waar ze zich thuis voelen. De rechter die dit alles beoordeelt, is onze Heiland, Jezus Christus (zie Johannes 5:22; 2 Nephi 9:41). Door zijn alwetendheid kent Hij al onze daden en verlangens. Hij weet waar we ons wel en niet van bekeerd hebben, en waarin we wel en niet zijn veranderd. Daarom zullen we na zijn oordeel allemaal erkennen ‘dat zijn oordelen rechtvaardig zijn’ (Mosiah 16:1).

Ik besluit met de overtuiging waartoe ik gekomen ben door vele brieven en door het beoordelen van vele verzoeken om terugkeer tot de kerk na uitschrijving of afvalligheid. Veel van onze leden hebben geen volledig begrip van dit heilsplan, dat antwoord geeft op de meeste vragen over de leer en de geïnspireerde beleidsregels van de herstelde kerk. Wie Gods plan kennen en zich verbonden hebben eraan mee te werken, hebben de duidelijke opdracht om die waarheden uit alle macht ten behoeve van anderen en zichzelf in dit sterfelijke leven uit te dragen en toe te passen. Ik getuig van Jezus Christus, onze Heiland en Verlosser, die het allemaal mogelijk maakt. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noot

  1. ‘De herstelling van de volheid van het evangelie van Jezus Christus: een proclamatie aan de wereld in het 200e gedenkjaar’, in Russell M. Nelson, ‘Hoor Hem’, Liahona, mei 2020, 91.