Algemene conferentie
Verenigd in Gods werk
Algemene aprilconferentie 2020


2:3

Verenigd in Gods werk

De doelmatigste manier om ons goddelijke potentieel te vervullen is door samen te werken, gezegend met de macht en het gezag van zijn priesterschap.

Mijn geweldige broeders en zusters, ik ben blij dat ik hier bij u ben. Waar u ook bent, ik geef mijn zusters hierbij een dikke knuffel en schud mijn broeders de hand. Wij doen samen het werk van de Heer Jezus Christus.

Als we aan Adam en Eva denken, zien we eerst en vooral hun idyllische leven in de hof van Eden voor ons. Ik stel me zo voor dat het weer altijd ideaal was – niet te warm en niet te koud – en dat ze verrukkelijk fruit en groenten in overvloed binnen handbereik hadden, zodat ze konden eten wanneer ze maar wilden. Daar dit een nieuwe wereld voor hen was, viel er veel te ontdekken, zodat iedere dag interessant was door hun omgang met de dieren en het verkennen van hun prachtige omgeving. Ze kregen ook geboden die ze moesten gehoorzamen en ze gingen ieder op een andere manier met die instructies om, hetgeen in het begin wat onrust en verwarring veroorzaakte. 1 Maar toen ze beslissingen namen die hun leven voor altijd veranderden, leerden ze samenwerken en raakten verenigd in het werk om Gods doeleinden voor hen, en voor al hun kinderen, te bereiken.

Stel u nu ditzelfde echtpaar in de sterfelijkheid voor. Ze moesten hard voor hun voedsel werken, sommige dieren beschouwden hen als voedsel, en er waren moeilijkheden die ze alleen konden oplossen als ze samen overlegden en baden. Ik vermoed dat ze af en toe wel van mening verschilden over de aanpak van die moeilijkheden. Door de val hadden ze echter geleerd dat het essentieel was om in eenheid en liefde te handelen. Uit hemelse bronnen leerden ze het heilsplan en de beginselen van het evangelie van Jezus Christus, die het plan uitvoerbaar maken. Omdat ze begrepen dat hun doel op aarde en hun eeuwige doel hetzelfde waren, vonden ze voldoening en werden succesvol in een liefdevolle en rechtschapen samenwerking.

Adam en Eva geven hun kinderen onderricht

Toen ze kinderen kregen, leerden Adam en Eva hun wat ze van hemelse boodschappers gehoord hadden. Ze wilden vooral dat hun kinderen de beginselen zouden begrijpen en omarmen die hen in dit leven niet alleen gelukkig zouden maken, maar ook zouden voorbereiden op hun terugkeer naar hun hemelse ouders. Daarvoor zouden ze zich moeten ontplooien en hun gehoorzaamheid aan God moeten bewijzen. Gaandeweg gingen Adam en Eva elkaars verschillende sterke kanten waarderen en steunden ze elkaar bij hun werk, dat voor hen van eeuwige waarde was. 2

Honderden en duizenden jaren gingen voorbij en het inzicht in de onderling afhankelijke bijdragen van man en vrouw werd door onjuiste informatie en misverstanden vertroebeld. Vanaf dat wonderbaarlijke begin in de hof van Eden tot in deze tijd, heeft de tegenstander met groot succes tweedracht tussen mannen en vrouwen gezaaid, in de hoop onze ziel te kunnen overwinnen. Lucifer weet dat het hem zal lukken om gezinnen – die de basiseenheid van de eeuwigheid vormen – kapot te maken, als hij het gevoel van eenheid tussen man en vrouw schade toe kan brengen, als hij ons in de war kan brengen over onze goddelijke waarde en verbondstaken.

Satan accentueert de sekseverschillen om gevoelens van superioriteit of inferioriteit te creëren, en zo verbergt hij de eeuwige waarheid dat de aangeboren verschillen tussen man en vrouw door God gegeven en van gelijke waarde zijn. Hij heeft geprobeerd de bijdragen van de vrouw aan het gezin en de maatschappij te bagatelliseren en zo haar verheffende invloed te verminderen. Het was zijn doel om een machtsstrijd aan te kweken in plaats van blijdschap over de unieke bijdragen van man en vrouw die elkaar aanvullen en tot eenheid leiden.

Dus door de jaren heen en in de hele wereld is een volledig inzicht in de goddelijke, onderling afhankelijke en toch verschillende bijdragen en taken van vrouw en man grotendeels verdwenen. Vrouwen werden in veel culturen onderworpen aan de man in plaats van zijn gelijkwaardige partner te zijn, zodat hun activiteiten sterk ingeperkt werden. De geestelijke vooruitgang vertraagde in die duistere tijden tot heel kleine stapjes. Ja, er kon maar weinig licht doordringen in gedachten en harten die in tradities van dominantie gedompeld waren.

En toen straalde het licht van het herstelde evangelie, ‘de helderheid van de zon overtreffend’, 3 toen God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, in het vroege voorjaar van 1820 in dat heilige bosgebied in de staat New York aan Joseph Smith verschenen. Die gebeurtenis was het begin van een stortvloed van openbaring uit de hemel. Een van de eerste elementen van de oorspronkelijke kerk van Christus die hersteld werden, was het priesterschapsgezag van God. Naarmate de herstelling verder voortschreed, herontdekten mannen en vrouwen het belang en het potentieel van samenwerking als partners, door Hem gemachtigd en aangestuurd in dit heilige werk.

Oprichting van de zustershulpvereniging

Toen de vrouwen van de kerk, die inmiddels de kinderschoenen ontgroeid was, in 1842 een formele groep wilden vormen om met het werk te helpen, voelde president Joseph Smith zich geïnspireerd om hen ‘onder en naar [het] model van de priesterschap [te] organiseren’. 4 Hij zei: ‘Nu draai ik voor u in de naam van God de sleutel om […] – dit is het begin van betere tijden.’ 5 Sinds die sleutel is omgedraaid, zijn de onderwijs-, politieke en economische kansen van vrouwen in de wereld langzaamaan toegenomen. 6

Deze nieuwe kerkorganisatie voor vrouwen verschilde van andere vrouwenverenigingen uit die tijd, omdat zij was opgericht door een profeet die zijn priesterschapsgezag gebruikte om vrouwen bevoegdheid, heilige taken en formele posities binnen de kerkstructuur te geven, niet los daarvan. 7

Van de tijd van de profeet Joseph Smith tot onze tijd heeft de voortschrijdende herstelling van alle dingen verduidelijkt dat het gezag en de macht van het priesterschap nodig zijn om zowel mannen als vrouwen te helpen hun door God toegewezen taken uit te voeren. Onlangs hebben we geleerd dat vrouwen die op aanwijzing van iemand met priesterschapssleutels aangesteld worden, met priesterschapsgezag in hun roeping functioneren. 8

In oktober 2019 heeft president Russell M. Nelson uitgelegd dat vrouwen die in de tempel begiftigd zijn priesterschapsmacht tot hun beschikking hebben als ze de heilige verbonden die ze met God gesloten hebben, naleven. 9 Hij zei dat ‘de hemel […] evenzeer open[staat] voor een vrouw die door haar priesterschapsverbonden met Gods macht begiftigd is, als voor een man die het priesterschap draagt’. En hij moedigde iedere zuster aan ‘om vrijelijk een beroep op de macht van de Heiland te doen om [haar] gezin en andere dierbaren te helpen’. 10

Wat betekent dat voor u en mij? Wat verandert begrip van priesterschapsgezag en -macht voor ons? Een van de sleutels is het inzicht dat vrouwen en mannen veel meer bereiken als ze samenwerken 11 dan als ze apart werken. Onze rollen zijn eerder aanvullend dan competitief. Hoewel vrouwen niet tot een ambt in het priesterschap geordend worden, worden ze wel – zoals ik eerder al zei – met priesterschapsmacht gezegend als ze hun verbonden nakomen. En ze werken met priesterschapsgezag als ze voor een roeping aangesteld zijn.

Op een mooie dag in augustus zat ik met president Russell M. Nelson in het gereconstrueerde huis van Joseph en Emma Smith in Harmony (Pennsylvania), niet ver van de plek waar het Aäronisch priesterschap in deze laatste dagen is hersteld. Tijdens dat gesprek had president Nelson het over de belangrijke rol die vrouwen bij de herstelling hebben gespeeld.

1:11

President Nelson: ‘Een van de voornaamste aspecten waar ik aan moet denken als ik naar deze plek kom waar het priesterschap is hersteld, is de belangrijke rol die vrouwen bij de herstelling speelden.

‘Toen Joseph met de vertaling van het Boek van Mormon begon, wie was toen de schrijver? Hij schreef zelf wat, maar niet veel. Emma kwam te hulp.

‘En dan denk ik aan de dag waarop Joseph de natuur bij zijn ouderlijk huis in Palmyra (New York) inging om te bidden. Waar ging hij naartoe? Hij ging naar het heilige bos. Waarom ging hij naar die plek? Omdat zijn moeder daar heenging als ze wilde bidden.

‘Dat zijn slechts twee vrouwen die een sleutelrol in de herstelling van het priesterschap en de kerk speelden. Ongetwijfeld kunnen we stellen dat onze echtgenotes nu even belangrijk zijn als toen. Natuurlijk is dat zo.’

Evenals Emma, Lucy en Joseph zijn wij het meest effectief wanneer we gewillig zijn om van elkaar te leren, en verenigd zijn in ons doel om goede volgelingen van Jezus Christus te worden en anderen op dat pad bij te staan.

Ons is geleerd dat ‘het priesterschap […] op ontelbare manieren een zegen voor de kinderen van God [is]. In kerkroepingen, tempelverordeningen en familierelaties, en door anderen onopvallend de helpende hand te bieden, geven mannen en vrouwen in de kerk individueel en collectief gestalte aan de macht en het gezag van het priesterschap. Deze wederzijdse afhankelijkheid van mannen en vrouwen in hun streven om met Gods macht zijn werk te doen, is een kerngegeven van het evangelie van Jezus Christus dat door middel van de profeet Joseph Smith is hersteld.’ 12

Eenheid is essentieel bij het goddelijke werk dat wij mogen doen en waartoe we zijn geroepen, maar eenheid komt niet vanzelf. Het vergt moeite en tijd om echt met elkaar te overleggen – naar elkaar te luisteren, elkaars standpunten te begrijpen en ervaringen uit te wisselen – maar dat proces resulteert in meer geïnspireerde besluiten. Of het nu thuis of in de kerk is, de doelmatigste manier om ons goddelijke potentieel te vervullen is door samen te werken, gezegend met de macht en het gezag van zijn priesterschap in onze verschillende maar aanvullende rollen.

Hoe ziet dat partnerverband er tegenwoordig voor verbondsvrouwen uit? Ik zal u een voorbeeld geven.

Echtpaar op tandem

Alison en John werkten samen in een uniek partnerverband. Zij deden mee aan korte- en langeafstandswedstrijden op tandems. Om het goed op zo’n tandem te doen, moeten de twee wielrenners volkomen in harmonie met elkaar zijn. Ze moeten op het juiste moment naar dezelfde kant buigen. De een mag de ander niet overheersen, maar ze moeten duidelijk communiceren en ieder moet zijn of haar deel doen. De piloot, voorop, bepaalt wanneer er geremd wordt en wanneer ze stilstaan. De stoker, achterop, moet goed opletten wat er gaande is. Hij of zij moet extra hard trappen als ze wat achterliggen, of even stilhouden als ze te dicht bij andere wielrenners komen. Ze moeten elkaar steunen om vooruitgang te maken en hun doel te bereiken.

Alison legde uit: ‘In het begin zei de piloot “staan” als we op de pedalen moesten staan en “remmen” als we moesten stoppen met trappen. Na een tijdje kon de stoker zien wanneer de piloot op het punt stond om te gaan staan of te remmen, en hoefde hij of zij niets meer te zeggen. We hebben leren aanvoelen wat de ander deed en merkten het als de een het zwaar had, en dan probeerde de ander tempo te maken. Het draait allemaal om vertrouwen en samenwerking.’ 13

John en Alison waren niet alleen eensgezind als ze fietsten, maar ze waren ook eensgezind in hun huwelijk. Ieder van hen verlangde meer naar het geluk van de ander dan van zichzelf. Ieder zag het goede in de ander en deed zijn best om het minder goede in zichzelf te overwinnen. Ze namen om de beurt de leiding en om de beurt deden ze wat extra als hun partner het zwaar had. Ze waardeerden elkaars bijdragen en vonden betere oplossingen voor hun problemen doordat ze hun talenten en vaardigheden combineerden. Ze zijn echt door christelijke liefde met elkaar verbonden.

In deze tijd van ‘eerst ik’-boodschappen om ons heen is het cruciaal dat we ons afstemmen op het goddelijke patroon van samenwerking. Vrouwen hebben karakteristieke goddelijke gaven 14 en krijgen unieke taken, maar die zijn niet beter – of minder – dan de gaven en taken van mannen. Ze zijn alle bedoeld en nodig om het plan van onze hemelse Vader te volbrengen, namelijk elk van zijn kinderen de beste kans te bieden om zijn of haar goddelijk potentieel te bereiken.

Vandaag ‘hebben wij vrouwen met de moed en visie van onze moeder Eva nodig’ 15 die zich met hun broeders verenigen om zielen tot Christus te brengen. 16 Mannen moeten echte partners worden in plaats van aan te nemen dat ze de enige verantwoordelijke zijn. Evenmin moeten ze zich als ‘neppartners’ gedragen terwijl de vrouwen het meeste werk verzetten. Vrouwen moeten gewillig zijn ‘om naar voren te treden […] en hun rechtmatige en nodige plaats [in te nemen]’ 17 als partner. Ze moeten niet denken dat ze alles alleen moeten doen of wachten tot hun verteld wordt wat ze moeten doen. 18

Als we naar de vrouw kijken als een onmisbare partner, gaat het niet om gelijkwaardigheid maar om een begrip van eeuwige waarheid. We bedenken geen programma om dat voor elkaar te krijgen, maar we doen werkelijk ons best om vrouwen te zien zoals God ze ziet: als essentiële partners in het werk van heil en verhoging.

Zijn we er klaar voor? Gaan we ons best doen om culturele vooroordelen te overwinnen en om goddelijke patronen en gebruiken gebaseerd op fundamentele leer te omarmen? President Russell M. Nelson nodigt ons uit om ‘zij aan zij in dit heilige werk voort [te] gaan [om] de wereld […] op de wederkomst van de Heer voor [te] bereiden.’ 19 Als we dat doen, zullen we de bijdragen van iedere persoon naar waarde leren schatten en onze goddelijke rol doeltreffender gaan vervullen. We zullen meer vreugde voelen dan we ooit hebben meegemaakt.

Mogen wij allen besluiten om op de geïnspireerde wijze van de Heer eensgezind te worden, zodat zijn werk voorwaarts kan gaan. In de naam van onze geliefde Heiland, Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie Genesis 3:1–18; Abraham 4:1–19.

  2. Zie Mozes 5:1–12. In die verzen lezen we over Adam en Eva’s ware partnerverband: ze kregen samen kinderen (vers 2); ze arbeidden samen om in de behoeften van hun gezin te voorzien (vers 1); ze baden samen (vers 4); ze gehoorzaamden de geboden van God en offerden samen offers (vers 5); ze leerden (vers 4, 6–11) samen het evangelie van Jezus Christus en onderwezen het aan hun kinderen (vers 12).

  3. Geschiedenis van Joseph Smith 1:16.

  4. Joseph Smith, geciteerd in Sarah M. Kimball, ‘Auto-biography’, Woman’s Exponent, 1 september 1883, 51; zie ook Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 485.

  5. Joseph Smith, in ‘Nauvoo Relief Society Minute Book’, 40, josephsmithpapers.org.

  6. Zie George Albert Smith, ‘Address to the Members of the Relief Society’, Relief Society Magazine, december 1945, 717.

  7. Zie John Taylor, in Nauvoo Relief Society Minutes, 17 maart 1842, beschikbaar op ChurchHistoriansPress.org. Volgens Eliza R. Snow leerde Joseph Smith ook dat vrouwen in eerdere bedelingen officieel georganiseerd waren. (Zie Eliza R. Snow, ‘Female Relief Society’, Deseret News, 22 april 1868, 1; Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging [2011], 1–7.)

  8. Dallin H. Oaks, ‘De sleutels en het gezag van het priesterschap’, Liahona, mei 2014, 49–52.

  9. Zie Russell M. Nelson, ‘Geestelijke schatten’, Liahona, november 2019, 78, 79.

  10. Russell M. Nelson, ‘Geestelijke schatten’, 77.

  11. ‘Maar het herstelde evangelie houdt ons het eeuwige denkbeeld voor dat man en vrouw onderling afhankelijk zijn van elkaar. Ze zijn gelijken. Ze zijn partners.’ (Bruce ‘Crossing Thresholds and Becoming Equal Partners’, Ensign, augustus 2007, 28.)

  12. Gospel Topics, ‘Joseph Smith’s Teachings about Priesthood, Temple, and Women’ [de leringen van Joseph Smith over het priesterschap, de tempel en de vrouw], topics.ChurchofJesusChrist.org.

  13. Privécorrespondentie.

  14. Zie Russell M. Nelson, ‘Een oproep aan mijn zusters’, Liahona, november 2015, 95–97.

  15. Russell M. Nelson, ‘Een oproep aan mijn zusters’, 97.

  16. Zie Algemeen handboek: dienen in de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, 1.4, ChurchofJesusChrist.org.

  17. Russell M. Nelson, ‘Een oproep aan mijn zusters’, 97.

  18. ‘Lieve zusters, wat uw roeping ook is, wat uw omstandigheden ook zijn, wij hebben uw indrukken, uw inzichten en uw inspiratie nodig. Wij hebben uw stem en inbreng nodig in onze wijk- en ringraden. Wij hebben de inbreng van iedere getrouwde zuster nodig als “een bijdragende en volledige partner” terwijl u eensgezind met uw man uw gezin bestuurt. Gehuwd of ongehuwd, als zusters bezit u kenmerkende capaciteiten en een bijzondere intuïtie die u als gaven van God ontvangen hebt. Wij broeders kunnen uw unieke invloed niet op dezelfde manier uitoefenen. […]

    ‘Wij hebben uw kracht nodig!’ (Russell M. Nelson, ‘Een oproep aan mijn zusters’, 97.)

  19. Russell M. Nelson, ‘Een oproep aan mijn zusters’, 97.