2011
Het hart der kinderen zal zich wenden
November 2011


Het hart der kinderen zal zich wenden

Ik nodig de jonge mensen van de kerk uit om de geest van Elia te bestuderen en die te ervaren.

Elder David A. Bednar

Als we het evangelie van Jezus Christus bestuderen, leren en naleven, is de volgorde van gebeurtenissen vaak veelbetekenend. We leren bijvoorbeeld iets over geestelijke prioriteiten uit de volgorde van de belangrijkste gebeurtenissen bij de herstelling van het volle evangelie van de Heiland in deze laatste dagen.

In het heilige bos zag en sprak Joseph Smith met de eeuwige Vader en Jezus Christus. Daarbij leerde Joseph onder meer over de ware aard van de Godheid en voortdurende openbaring. Dat heerlijke visioen luidde de bedeling ‘van de volheid der tijden’ (Efeziërs 1:10) in. Het is een van de opmerkelijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van de wereld.

Ongeveer drie jaar later, in antwoord op ernstig gebed, vulde Josephs kamer zich op de avond van 21 september 1823 met licht, totdat deze ‘lichter was dan op het middaguur’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:30). Er verscheen een persoon naast zijn bed, die hem bij de naam noemde en zei ‘dat hij een boodschapper was, uit Gods tegenwoordigheid (…) gezonden, en dat zijn naam Moroni was’ (vs. 33). Hij vertelde Joseph over het te voorschijn komen van het Boek van Mormon. En toen citeerde Moroni uit het boek Maleachi in het Oude Testament, met een kleine afwijking van de woorden zoals die in de Bijbel staan: ‘Zie, Ik zal u het priesterschap openbaren, door de hand van de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt.

‘(…) En hij zal in het hart der kinderen de aan de vaderen gedane beloften planten, en het hart der kinderen zal zich tot hun vaderen wenden. Als dat niet zo was, zou de gehele aarde bij zijn komst volslagen worden verwoest’ (vss. 38, 39).

Moroni’s boodschap aan de jonge profeet omvatte uiteindelijk twee hoofdthema’s: (1) het Boek van Mormon en (2) de woorden van Maleachi over de toekomstige rol van Elia bij de herstelling ‘aller dingen, waarvan God gesproken heeft bij monde van zijn heilige profeten, van oudsher’ (Handelingen 3:21). Tot de inleidende gebeurtenissen van de herstelling behoorden dus een juist begrip van de Godheid, het belang van het Boek van Mormon en een vooruitblik op het werk tot heil en verhoging van zowel de levenden als de doden. Deze inspirerende volgorde leert ons veel over de geestelijke zaken die voor de Godheid de hoogste prioriteit hebben.

Mijn boodschap gaat over de bediening en geest van Elia waarop Moroni in zijn eerste aanwijzingen aan Joseph Smith doelde. Ik bid oprecht om de hulp van de Heilige Geest.

De bediening van Elia

Elia was een oudtestamentische profeet die machtige wonderen verrichtte. Hij sloot de hemelen toe en er viel drie en een half jaar geen regen in het oude Israël. Hij vermeerderde het meel en de olie van een weduwe. Hij wekte een jongen op uit de dood en hij riep vuur omlaag uit de hemel bij een tweestrijd met de profeten van Baäl (zie 1 Koningen 17–18). Aan het einde van zijn aardse bediening ‘voer Elia in een storm ten hemel’ (2 Koningen 2:11) en werd hij opgenomen.

Uit hedendaagse openbaring wordt duidelijk ‘dat Elia als laatste profeet tot de tijd van Jezus Christus de verzegelbevoegdheid van het Melchizedeks priesterschap bezat’. (Gids bij de Schriften, ‘Elia’.) De profeet Joseph Smith heeft verklaard: ‘De geest, macht en roeping van Elia zijn dat u de macht hebt om de sleutel (…) van de volheid van het Melchizedeks priesterschap (…)  te dragen; en om alle verordeningen te (…) verkrijgen (…) die tot Gods koninkrijk behoren.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], p. 335; cursivering toegevoegd.) Deze heilige verzegelbevoegdheid is essentieel om priesterschapsverordeningen zowel op aarde als in de hemel geldig en bindend te maken.

Elia verscheen samen met Mozes op de berg der verheerlijking (zie Matteüs 17:3) en verleende deze bevoegdheid aan Petrus, Jakobus en Johannes. Op 3 april 1836 verscheen Elia, samen met Mozes en anderen, in de Kirtlandtempel opnieuw en droeg diezelfde sleutels over aan Joseph Smith en Oliver Cowdery.

In de Schriften staat dat de profeet Elia voor Joseph en Oliver stond en zei:

‘Zie, de tijd is ten volle gekomen waarvan gesproken is door de mond van Maleachi — die getuigde dat hij [Elia] zou worden gezonden eer de grote en geduchte dag des Heren zou komen —

‘om het hart der vaderen tot de kinderen terug te voeren, en de kinderen tot de vaderen, opdat de gehele aarde niet met een banvloek zou worden getroffen.

‘Daarom worden de sleutels van deze bedeling in uw handen overgedragen; en hierdoor kunt gij weten dat de grote en geduchte dag des Heren nabij is, ja, voor de deur staat’ (LV 110:14–16).

Het terugbrengen van de verzegelbevoegdheid door Elia in 1836 was nodig om de wereld voor te bereiden op de wederkomst van de Heiland, en was het startsein van een enorme wereldwijde toename in belangstelling voor familiehistorisch onderzoek.

De geest en het werk van Elia

De profeet Joseph Smith heeft verklaard: ‘De grootste plicht die in deze wereld door God op onze schouders is geplaatst, is het zoeken naar onze doden. Want het is noodzakelijk dat de verzegelbevoegdheid ons toekomt om onze kinderen en onze doden te verzegelen omwille van de bedeling van de volheid der tijden — een bedeling waarin de beloften in vervulling zullen gaan die Jezus Christus vóór de grondlegging der wereld gedaan heeft voor het heil van het mensdom. (…) Daarom heeft God gezegd: “Zie, ik zend u de profeet Elia.”’ (Leringen: Joseph Smith, p. 511.)

Joseph legde verder uit:

‘Maar wat is het doel van [de komst van Elia]? Of hoe zal die volbracht worden? De sleutels moeten worden overgedragen, de geest van Elia moet komen, het evangelie moet worden hersteld, de heiligen van God vergaderd, Zion opgebouwd en de heiligen als heilanden op de berg Zion staan [zie Obadja 1:21].

‘Maar hoe kunnen de heiligen verlossers op de berg Zion worden? Door tempels te bouwen (…) en daarna alle verordeningen te ontvangen ten behoeve van al hun overleden voorouders (…). Dat is de schakel die het hart van de vaderen aan de kinderen bindt, en dat van de kinderen aan de vaderen, waardoor de zending van Elia in vervulling gaat.’ (Leringen: Joseph Smith, pp. 508–509.)

Ouderling Russell M. Nelson heeft gezegd dat de geest van Elia ‘een manifestatie van de Heilige Geest [is] die getuigt van de goddelijke aard van de familie’. (Zie ‘Een nieuwe oogsttijd’, Liahona, mei 1998, p. 39.) Deze kenmerkende invloed van de Heilige Geest zorgt dat mensen hun voorouders en familieleden — zowel die uit het verleden als het heden — gaan identificeren, vastleggen en koesteren.

De geest van Elia werkt in op mensen binnen en buiten de kerk. Als leden van de herstelde kerk van Christus hebben wij echter de verbondsverplichting om naar onze voorouders te zoeken en voor hen de heilsverordeningen van het evangelie te verrichten. Er staat dat ‘zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen’ (Hebreeën 11:40; zie ook Leringen: Joseph Smith, p. 511), ‘net zo min als wij zonder onze doden tot volmaking kunnen komen’ (LV 128:15).

Daarom doen wij aan familiehistorisch onderzoek, bouwen wij tempels en verrichten wij plaatsvervangende verordeningen. Daarom werd Elia gezonden om de verzegelbevoegdheid terug te brengen die op aarde en in de hemel bindt. Wij staan in dienst van de Heer bij het werk dat tot heil en verhoging voert, opdat ‘de gehele aarde niet met een banvloek [zal] worden getroffen’ (LV 110:15) bij zijn wederkomst. Dat is onze plicht en grote zegen.

Een uitnodiging aan het opkomende geslacht

Ik vraag nu de aandacht van de jongevrouwen, jongemannen en kinderen van het opkomende geslacht en onderstreep het belang van de geest van Elia in jullie leven. Mijn boodschap is voor de hele kerk in het algemeen bedoeld — maar voor jullie in het bijzonder.

Velen van jullie denken misschien dat familiehistorisch werk vooral iets voor oudere mensen is. Maar mij is geen leeftijdsgrens in de Schriften of richtlijn van onze kerkleiders bekend die dit belangrijke werk tot volwassenen op leeftijd beperkt. Jullie zijn zoons en dochters van God, kinderen van het verbond en bouwers van het koninkrijk. Je hoeft niet te wachten tot je een willekeurige leeftijd hebt bereikt om je aandeel te leveren in het heilswerk voor de menselijke familie.

De Heer heeft ons in deze tijd opmerkelijke mogelijkheden gegeven waardoor je dit werk dat door de geest van Elia wordt aangestuurd, kunt leren kennen en liefhebben. FamilySearch, bijvoorbeeld, is een verzameling verslagen, bronnen en diensten die je via de pc en diverse mobiele apparaten kunt raadplegen en waarmee je je familiegeschiedenis kunt ontdekken en vastleggen. Deze bronnen zijn ook toegankelijk in de FamilySearch-centra die je in veel van onze kerkgebouwen over de hele wereld vindt.

Het is geen toeval dat FamilySearch en andere hulpmiddelen zijn ontstaan in een tijd waarin jonge mensen zo vertrouwd zijn met allerlei informatie- en communicatietechnologieën. Jullie behendige vingers zijn geoefend om het werk van de Heer in versneld tempo te sms’en en te twitteren — niet alleen om met je vrienden in contact te blijven. De vaardigheden en vingervlugheid onder de jeugd zijn mede bedoeld om het heilswerk in deze tijd voort te stuwen.

Ik nodig de jonge mensen van de kerk uit om de geest van Elia te bestuderen en die te ervaren. Ik moedig jullie aan om je voorouders beter te kennen, naar ze op zoek te gaan en je voor te bereiden om je plaatsvervangend in het huis des Heren te laten dopen voor jouw overleden familieleden (zie LV 124:28–36). En ik spoor jullie aan om anderen te helpen met hun familiegeschiedenis.

Als je met geloof op deze uitnodiging ingaat, zal je hart zich tot de vaderen wenden. De beloften aan Abraham, Isaak en Jakob zullen in je hart worden geplant. Je patriarchale zegen, waarin je afstamming staat vermeld, verbindt je met deze vaderen en zal meer voor je gaan betekenen. Je liefde en dankbaarheid voor je voorouders zullen toenemen. Je getuigenis van de Heiland zal sterker worden en je bekering tot Hem zal blijvender zijn. En ik beloof je dat je beschermd zult worden tegen de toenemende invloed van de tegenstander. Als je met je hart betrokken raakt bij dit heilige werk, zul je in je jeugd en je hele leven bescherming genieten.

Ouders en leidinggevenden, help uw kinderen en jongeren ervaring met de geest van Elia op te doen. Maar maak er geen al te vastomlijnde activiteit of programma van en kauw niet alles voor. Nodig jongeren uit om dingen zelf uit te zoeken, uit te proberen en te leren (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:20). Iedere jongere kan volgens mijn voorstel aan de slag gaan met de beschikbare modules op lds.org/familyhistoryyouth. Quorumpresidiums in de Aäronische priesterschap en klaspresidiums van de jongevrouwen kunnen veel doen om alle jongeren met dit basismateriaal vertrouwd te maken. Jonge mensen moeten steeds meer leerlingen worden die zelfstandig handelen en daardoor meer licht en kennis ontvangen door de macht van de Heilige Geest — in plaats van passieve leerlingen die vooral met zich laten handelen (zie 2 Nephi 2:26).

Ouders en leidinggevenden, u zult sprakeloos staan hoe snel uw kinderen en de jeugd van de kerk deze middelen onder de knie hebben. U zult zelf waardevolle lessen van deze jonge mensen leren over het effectieve gebruik van deze hulpbronnen. De jeugd kan veel betekenen voor ouderen die onbekend zijn met, of afgeschrikt worden door, de technologie of FamilySearch zelf. U zult dan ook al uw zegeningen tellen als de jongelui meer tijd aan familiehistorisch werk en tempelwerk besteden en minder tijd aan videospelletjes, surfen op internet en Facebook en dergelijke.

Troy Jackson, Jaren Hope en Andrew Allan zijn dragers van het Aäronisch priesterschap en door een geïnspireerde bisschop geroepen om samen een cursus familiegeschiedenis in hun wijk te geven. Deze jongemannen zijn representatief voor zovelen van jullie die graag willen leren en dienen.

Troy zei: ‘Ik zat eerst altijd alleen maar de tijd uit in de kerk, maar nu besef ik dat ik thuis aan de slag moet. We kunnen allemaal aan familiegeschiedenis doen.’

Jaren vertelde dat hij meer over familiegeschiedenis te weten kwam en daardoor inzag ‘dat het niet alleen om namen maar om echte mensen ging. Ik werd steeds enthousiaster om de namen mee te nemen naar de tempel.’

En Andrew merkte op: ‘Ik ben dol op familiegeschiedenis geworden, meer dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Bij mijn wekelijkse voorbereidingen om les te geven, gaf de Heilige Geest me vaak in om sommige methoden in de les zelf uit te proberen. Eerst vond ik familiegeschiedenis eng. Maar met de hulp van de Geest kon ik mijn roeping vervullen en veel mensen in onze wijk helpen.’

Geliefde jonge broeders en zusters, familiegeschiedenis is niet slechts een interessant programma of activiteit van de kerk; nee, zij is een essentiële schakel in het werk van verlossing en verhoging. Jullie zijn voorbereid voor deze tijd en om het koninkrijk van God op te bouwen. Jullie zijn hier en nu op aarde om bij dit heerlijke werk te helpen.

Ik getuig dat Elia naar de aarde is teruggekeerd en dat hij de heilige verzegelbevoegdheid heeft hersteld. Ik getuig dat wat op aarde is gebonden in de hemel bindend kan zijn. En ik weet dat de jeugd van het opkomende geslacht een sleutelrol speelt in dit grote werk. Daarvan getuig ik in de heilige naam van de Heer Jezus Christus. Amen.