2011
Raad aan jongeren
November 2011


Raad aan jongeren

Ondanks tegenstand, beproevingen en verleidingen hoef je niet te mislukken of te vrezen.

President Boyd K. Packer

Ik spreek vandaag op een persoonlijker manier tot de jongeren dan anders, en vergelijk mijn jeugd met die van jullie.

Jullie zijn oneindig waardevol. Ik heb jullie in tientallen landen en in elk werelddeel gezien. Jullie zijn veel beter dan wij toen we jong waren. Jullie weten meer van het evangelie. Jullie zijn rijper en getrouwer.

Ik ben nu 87. Je mag je afvragen wat ik op mijn leeftijd nog voor jouw leven kan betekenen. Ik ben geweest waar jij bent, en weet waar je heengaat. Maar jullie zijn niet geweest waar ik ben. Om maar een paar regels uit een klassiek gedicht aan te halen:

De oude kraai wordt langzaam

Maar de jonge kraai niet.

Van wat de jonge kraai niets afweet

Weet de oude kraai heel veel.

In kennis is de oude kraai

De jonge kraai nog steeds de baas.

Maar wat weet de langzame oude kraai niet?

— Hoe hij sneller moet vliegen.

De jonge kraai vliegt boven en onder

En in kringen om de langzame oude kraai heen.

Maar wat weet de snelle jonge kraai niet?

— Waar hij heen moet.1

Het is geen Wordsworth, maar toch een klassiek gedicht!

Met al wat er in de wereld gebeurt, met de steeds lager wordende morele normen, groeien jullie, jonge mensen, op in vijandig gebied.

We weten uit de Schriften dat er oorlog in de hemel was, dat Lucifer opstandig was, en dat hij met zijn volgelingen ‘op de aarde [werd] geworpen’.2 Hij is vastbesloten om het plan van onze hemelse Vader te verstoren, en hij streeft ernaar om de gedachten en daden van iedereen te beheersen. Die invloed is geestelijk, en hij ‘waart rond in het land’.3

Maar ondanks de tegenstand, beproevingen en verleidingen, hoef je niet te mislukken of te vrezen.

Toen ik zeventien was en op het punt stond om als gemiddelde leerling met een paar beperkingen mijn middelbareschooldiploma te halen — althans, dat dacht ik — stortte op een zondagochtend onze hele wereld in elkaar. De volgende dag werden we op school in de aula bij elkaar geroepen. Op het toneel stond een stoel met een kleine radio. De rector deed de radio aan. We hoorden de stem van president Franklink Delano Roosevelt, die aankondigde dat Pearl Harbor gebombardeerd was. De Verenigde Staten waren in oorlog met Japan.

Dat tafereel herhaalde zich later nog eens. Nogmaals de stem van president Roosevelt, die dit keer aankondigde dat ons land in oorlog was met Duitsland. De Tweede Wereldoorlog was over de hele wereld uitgebarsten.

Plotseling was onze toekomst onzeker. We wisten niet wat er voor ons in het verschiet lag. Zouden we lang genoeg leven om te trouwen en een gezin te stichten?

Vandaag de dag zijn er ‘oorlogen en geruchten van oorlogen, en de gehele aarde [is] in beroering’.4 Jullie, onze jongeren, kunnen je onzeker en onveilig voelen. Ik wil jullie raad geven, jullie iets leren, en je waarschuwen voor enkele dingen die je beter wel en enkele die je beter niet kunt doen.

Het evangelieplan is het ‘grote plan van geluk’.5 Het gezin staat centraal in dat plan. Het gezin is afhankelijk van het geoorloofde gebruik van de levenscheppende krachten die je lichaam bezit.

In ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, een geïnspireerd document dat het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen hebben uitgegeven, lezen we dat ‘ieder mens — man en vrouw — is geschapen naar het beeld van God. Iedereen is een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders, en als zodanig heeft iedereen een goddelijke aard en bestemming. Het geslacht is een essentieel kenmerk [en is in het voorsterfelijk bestaan vastgelegd]. (…)

“… Wij verklaren ook dat God geboden heeft dat het heilige voortplantingsvermogen alleen gebruikt mag worden tussen een man en een vrouw die wettig met elkaar gehuwd zijn.’6

De grote straf die Lucifer en zijn volgelingen over zichzelf afriepen, was dat hun een sterfelijk lichaam werd ontzegd.

Veel verleidingen waar je mee wordt geconfronteerd, en zeker de ernstigste, hebben te maken met je lichaam. Je hebt niet alleen de macht om lichamen voor een nieuwe generatie te scheppen, maar je hebt ook keuzevrijheid.

De profeet Joseph Smith heeft verklaard dat ‘allen die een lichaam bezitten, macht hebben over hen die dat niet bezitten.’7 Dus elke levende ziel met een sterfelijk lichaam heeft uiteindelijk macht over de tegenstander. Je ondergaat verleidingen vanwege je stoffelijke aard, maar je hebt tegelijkertijd macht over hem en zijn engelen.

Tegen de tijd dat we van de middelbare school kwamen, namen al veel van onze klasgenoten deel aan de oorlog, en sommigen kwamen nooit meer terug. De anderen gingen ook al gauw in militaire dienst. We wisten niet hoe onze toekomst eruitzag. Zouden we de oorlog overleven? Zou er genoeg van de wereld over zijn als we terugkwamen?

Daar ik zeker was dat ik zou worden opgeroepen voor militaire dienst, meldde ik mij aan bij de luchtmacht. Ik was al gauw in Santa Ana, in Californië, in de vooropleiding om piloot te worden.

Ik had toen geen vast getuigenis dat het evangelie waar was, maar ik wist dat mijn seminarieleerkrachten, Abel S. Rich en John P. Lillywhite, wisten dat het waar was. Ik had hen ervan horen getuigen, en ik geloofde hen. Ik dacht bij mijzelf: ‘Ik leun gewoon op hun getuigenis tot ik er zelf een heb.’ En dat deed ik.

Ik had van patriarchale zegens gehoord, maar had er geen gekregen. Er is in elke ring een geordende patriarch die de geest van profetie en openbaring heeft. Hij heeft het gezag om persoonlijke, individuele zegens te geven aan hen die daarvoor van hun bisschop een aanbeveling krijgen. Ik schreef mijn bisschop en vroeg om een aanbeveling.

J. Roland Sandstrom was de geordende patriarch in de ring Santa Ana. Hij wist niets van mij af en had me nog nooit ontmoet, maar hij gaf me een zegen. Daarin vond ik antwoorden en instructies.

Hoewel patriarchale zegens erg vertrouwelijk zijn, wil ik een paar zinnen uit de mijne aanhalen: ‘Je zult worden geleid door de influisteringen van de Heilige Geest en je zult gewaarschuwd worden voor gevaren. Als je luistert naar die waarschuwingen, zal onze hemelse Vader je zegenen zodat je herenigd kunt worden met je dierbaren.’8

Dat woord als stond weliswaar vrij klein op papier, maar het sprong mij erg in het oog. Ik zou gezegend worden om terug te keren van de oorlog als ik de geboden onderhield en als ik luisterde naar de ingevingen van de Heilige Geest. Hoewel die gave me na de doop was gegeven, wist ik nog niet wat de Heilige Geest was en hoe zijn ingevingen werkten.

Wat ik over de ingevingen moest weten, vond ik in het Boek van Mormon: Ik las dat ‘engelen spreken door de macht van de Heilige Geest; daarom spreken zij de woorden van Christus. Vergast u [daarom] aan de woorden van Christus; want zie, de woorden van Christus zullen u alle dingen zeggen die gij behoort te doen.’9

Het allerbelangrijkste dat ik te weten kwam door in het Boek van Mormon te lezen, was waarschijnlijk dat de stem van de Geest een gevoel is, en geen geluid. Je zult net als ik leren ‘luisteren’ naar die stem, die je voelt, en niet hoort.

Nephi vermaande zijn oudere broers: ‘Gij hebt een engel gezien en hij heeft tot u gesproken; ja, van tijd tot tijd hebt gij zijn stem gehoord; en Hij heeft met de stem van een zachte stilte tot u gesproken, maar gij waart gevoelloos geworden, zodat gij zijn woorden niet hebt kunnen voelen.’10

Sommige critici hebben gezegd dat deze verzen fout zijn omdat je woorden hoort, niet voelt. Maar als je iets afweet van geestelijke communicatie, weet je dat het woord gevoel de beste manier is om die procedure te beschrijven.

Als je erin toestemt, zal de gave van de Heilige Geest je leiden en beschermen, zelfs je gedrag corrigeren. Het is een geestelijke stem die in je hoofd komt als een gedachte, of als een gevoel in je hart. De profeet Enos heeft gezegd: ‘De stem des Heren [kwam] in mijn binnenste.’11 ‘Ik zal in uw gedachten en in uw hart tot u spreken door de Heilige Geest, die op u zal komen en die in uw hart zal wonen.’12

Er wordt niet van je verwacht dat je door het leven gaat zonder vergissingen te begaan, maar je begaat geen grote vergissingen zonder eerst een waarschuwing te krijgen in de vorm van een ingeving van de Heilige Geest. Deze belofte geldt voor alle leden van de kerk.

Sommigen zullen ernstige vergissingen begaan, overtredingen van de evangeliewetten. En dat betekent dat ik je maar beter kan herinneren aan de verzoening, bekering en volledige vergiffenis zodat je weer rein kunt worden. De Heer heeft gezegd: ‘Wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving, en Ik, de Heer, denk er niet meer aan.’13

Als de tegenstander je gevangenneemt vanwege wangedrag, herinner ik je eraan dat je zelf de sleutel draagt om de gevangenisdeur van binnenuit open te doen. Je kunt schoongewassen worden door het zoenoffer van de Heiland, Jezus Christus.

In tijd van nood denk je misschien dat het niet de moeite waard is om jou te redden, omdat je vergissingen hebt begaan — grote of kleine — en denkt dat je nu verloren bent. Dat is nooit waar! Alleen bekering kan de pijn of het verdriet genezen. Maar bekering is wel in staat om te genezen, wat de situatie ook moge zijn.

Als je vervalt tot ongeoorloofd gedrag, of als je omgaat met mensen die je in de verkeerde richting trekken, dan is het tijd om je onafhankelijkheid, je keuzevrijheid, te laten gelden. Luister naar de stem van de Geest, dan word je niet op een dwaalspoor gebracht.

Ik zeg nogmaals dat de jongeren van deze tijd opgroeien in vijandig gebied, met een afnemende morele norm. Maar als dienstknecht van de Heer beloof ik dat je beschermd en afgeschermd zult worden van de aanvallen van de tegenstander als je gehoor geeft aan de ingevingen van de Heilige Geest.

Kleed je fatsoenlijk; spreek eerbiedig; luister naar opbouwende muziek. Vermijd alle onzedelijke en verlagende praktijken. Neem het roer van je leven in de hand en beveel jezelf om kloekmoedig te zijn. Omdat we zo van jullie afhankelijk zijn, zul je buitengewoon gezegend worden. Je liefhebbende hemelse Vader houdt je altijd goed in het oog.

De kracht van mijn getuigenis is veranderd sinds de tijd dat ik het nodig vond om op het getuigenis van mijn seminarieleerkrachten te leunen. Tegenwoordig leun ik op anderen nu ik wegens mijn leeftijd en kinderpolio moeilijk loop, maar dat komt niet door twijfels aan geestelijke zaken. Ik ben gaan geloven, begrijpen en weten wat de belangrijke waarheden van het evangelie en de Heiland Jezus Christus inhouden.

Als een van zijn bijzondere getuigen, getuig ik dat de uitkomst van deze strijd, die in het voorsterfelijk leven is begonnen, vaststaat. Lucifer zal die verliezen.

We hebben het eerder over kraaien gehad. Jullie, jonge kraaien, hoeven niet doelloos heen en weer te vliegen, twijfelend aan het pad dat voor je ligt. Er zijn mensen die de weg weten. ‘Voorzeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten.’14 De Heer heeft zijn kerk gebaseerd op het principe van sleutels en raden.

Aan het hoofd van de kerk staan vijftien mannen, die zijn gesteund als profeet, ziener en openbaarder. Elk lid van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen draagt alle priesterschapssleutels die nodig zijn voor het besturen van de kerk. De senior apostel is profeet: president Thomas S. Monson, de enige die het gezag bezit om al die sleutels te gebruiken.

De Schriften eisen dat het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen in raden werken, en dat de beslissingen van die raden unaniem zijn. En dat zijn ze. Wij vertrouwen op de Heer om ons de weg te wijzen en streven er naar om uitsluitend zijn wil te doen. Wij weten dat Hij veel vertrouwen in ons heeft, zowel individueel als gezamenlijk.

Je moet leren ‘vertrouw[en] op de Here met [je] ganse hart en [niet] steun[en] op [je] eigen inzicht.’15 Je moet betrouwbaar zijn en je omringen met vrienden die dat ook willen.

Soms kun je in de verleiding komen om te denken, net als ik in mijn jeugd: ‘Zoals het nu gaat, komt de wereld ten einde. Het eind van de wereld komt voordat ik mijn bestemming bereik.’ Niet waar! Je kunt ernaar uitzien het goede te doen: trouwen, kinderen krijgen, omgaan met kinderen en kleinkinderen, misschien wel achterkleinkinderen.

Als je je aan die beginselen houdt, wordt er over je gewaakt en word je beschermd, en weet je zelf door de ingevingen van de Heilige Geest welke kant je op moet, want ‘door de macht van de Heilige Geest kunt gij de waarheid van alle dingen kennen’.16 Ik beloof dat dit zo is. En ik roep een zegen over jullie af, dierbare jongeren. In de naam van Jezus Christus. Amen.