2012
Deze tekst is Hebreeuws
juli 2012


Deze tekst is Hebreeuws

Derk Palfreyman (Utah, VS)

Toen ik enkele jaren geleden het Oude Testament had gelezen, kreeg ik belangstelling voor de leringen die erin stonden, met name de geschriften van Jesaja, en ik bleef het bestuderen. In 2010 zat ik tijdens een vlucht naast een joodse rabbi. Ik knoopte een gesprek met hem aan door te vragen naar enkele passages in Jesaja. In de loop van ons gesprek spraken we over het belang van priesterschapsgezag zoals dat in het Oude Testament wordt verstaan.

De rabbi vroeg me hoe leden van mijn kerk aan hun priesterschapsgezag komen. Ik greep die kans aan om hem te vertellen over het eerste visioen van Joseph Smith en de herstelling van het Aäronisch en het Melchizedeks priesterschap. We bespraken de vertaling van het Boek van Mormon en het doel ervan als ‘eveneens een testament aangaande Jezus Christus’.

De rabbi vond het bijzonder interessant. Hij vroeg hoe oud Joseph was toen hij het eerste visioen kreeg. Toen ik hem vertelde dat Joseph veertien was, ongeveer dezelfde leeftijd als Samuël in het Oude Testament, antwoordde hij dat veel profeten in hun jeugd waren geroepen. Hij zei dat het overeenstemde met de werkwijze uit het verleden dat God Joseph Smith in zijn tienerjaren riep.

Ik deed mijn Schriften open en samen lazen we het getuigenis van de drie en de acht getuigen. Ik vertelde hem dat enkele getuigen de kerk hadden verlaten, maar dat geen van hen ooit had ontkend de gouden platen te hebben gezien.

‘Hoe konden ze de kerk verlaten nadat ze een engel en de platen hadden gezien?’ vroeg hij.

‘Ik herinner me dat de kinderen van Israël een gouden kalf maakten kort nadat ze het wijken van de Rode Zee hadden gezien’, antwoordde ik.

Hij sloeg 1 Nephi op en begon te lezen. Hij stopte met lezen en zei: ‘Deze tekst is Hebreeuws.’

Vervolgens legde hij uit waarom de tekst een Engelse vertaling uit het Hebreeuws leek te zijn. Ik vertelde hem dat het boek geschreven was door leden van een stam van Israël. Ik haalde Ezechiël 37:15–20 aan waarin gesproken wordt van een hout van Juda en een hout van Jozef. We waren het erover eens dat het hout van Juda de Bijbel voorstelt en ik legde uit dat het hout van Jozef het Boek van Mormon is.

Na ons drie uur durende gesprek zei de rabbi dat hij graag een exemplaar van het Boek van Mormon wilde hebben. Toen ik weer thuis was, stuurde ik hem een exemplaar waar ik mijn getuigenis in had geschreven. Ik ben dankbaar dat de moeite die ik had gestoken in een studie van het Oude Testament me had voorbereid om de Schriften te bespreken met mijn nieuwe vriend, de rabbi, en dat ik hem mijn getuigenis had kunnen geven.