Jeugdwerk thuis
De zegeningen van het priesterschap zijn er voor iedereen
Je kunt deze les en activiteit gebruiken om meer over het jeugdwerkthema van deze maand te leren.
Toen Joseph Smith het Boek van Mormon vertaalde, hadden hij en zijn schrijver, Oliver Cowdery, een vraag. Ze gingen naar het bos om te bidden. Toen zij in gebed waren, ‘kwam er in een wolk van licht een boodschapper uit de hemel naar beneden.’ Deze boodschapper was Johannes de Doper. Hij legde zijn handen op het hoofd van Joseph en Oliver en verleende ze het Aäronisch priesterschap. Johannes de Doper zei tegen Joseph en Oliver dat ze elkaar moesten dopen. Enige tijd later kwamen de apostelen Petrus, Jakobus en Johannes naar de aarde en verleenden Joseph en Oliver het Melchizedeks priesterschap. Gods priesterschap was weer op aarde. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:68–72.)
Door middel van het priesterschap kunnen we prachtige zegens en verordeningen ontvangen. Dergelijke zegens worden onder andere gegeven aan pasgeboren baby’s, aan zieken, aan kinderen door hun vader of een andere waardige priesterschapsdrager. We moeten ook bepaalde priesterschapsverordeningen ontvangen om bij onze hemelse Vader te kunnen terugkeren. Enkele van deze verordeningen zijn de doop door onderdompeling, de gave van de Heilige Geest en heilige tempelverordeningen om gezinnen voor eeuwig aan elkaar te verzegelen. In de tempel worden ook verordeningen verricht voor mensen die zonder de zegeningen van het evangelie zijn overleden. De zegeningen van het priesterschap zijn er voor iedereen!