Mij thuis voelen
Dorota Musial (Polen)
Voordat ik lid van de kerk werd, voelde ik mij heel ongelukkig. Na de scheiding van mijn ouders op mijn zevende, ging mijn vader de gevangenis in. Mijn moeder was aan de drank en verloor alles wat haar dierbaar was. Ik kwam in een pleeggezin terecht.
Door dit alles was ik veel eerder volwassen dan mijn leeftijdgenoten. Ik kon gewoon nergens mijn draai vinden en daardoor was ik eigenlijk altijd tegendraads. Toen ik nog heel jong was begon ik te roken en andere dingen te doen die, zo weet ik nu, indruisten tegen het woord van wijsheid. Ik was er zeker van dat het slecht met mij zou aflopen.
Het enige waar ik een goed gevoel van kreeg was anderen helpen — of ik nou met ze schoonmaakte of naar hun levensverhaal luisterde. Ik wilde niets liever dan dat mensen mij aardig vonden en wisten dat ze op mij konden bouwen. Ik ging een keer op vakantie en ontmoette een oudere vrouw die ik besloot te dienen door naar haar te luisteren. Ze was een christin en begon tegen mij over religie te praten.
Ik had nooit echt in God geloofd. Soms als ik met de gedachte speelde dat er misschien een God was, gaf ik Hem de schuld voor alle ellende in mijn leven. Maar toen deze vrouw het belang van geloof in God uitlegde, intrigeerde mij dat toch wel. Voordat ik vertrok, zei ze iets wat ik in het bijzonder interessant vond: ‘De mormonen houden zich aan Gods geboden.’
Ik had nog nooit van de mormonen gehoord. Toen ik dus thuiskwam ging ik op het internet naar de mormonen zoeken. Ik kwam op Mormon.org terecht en bestelde een gratis exemplaar van het Boek van Mormon. Twee zendelingen brachten het een paar dagen later langs.
Ik wist niet zeker of ik wel in God kon geloven, maar de zendelingen maakten mij duidelijk dat ik niet alleen in Hem kon geloven, maar dat ik Hem ook kon leren kennen. Toen ik begon te bidden en in het Boek van Mormon begon te lezen, bleek dat ik aan een prachtige reis naar het geluk was begonnen. Ik stopte met roken. Ik gaf God niet langer de schuld van alle ellende en begon Hem te danken voor al het goede in mijn leven. Ik leerde dat zijn Zoon voor mijn zonden had geleden en voor alle pijn die ik ooit had gevoeld. Op 28 oktober 2007 liet ik mij in zijn kerk dopen.
Als ik de verandering van ontgoocheling naar geluk niet zelf had meegemaakt, had ik die niet voor mogelijk gehouden. Tegenwoordig ben ik blij met mijn functie in het jeugdwerk en ben ik dankbaar dat ik in de gelegenheid was om mijn steentje bij te dragen aan een dienstbetoonproject op een jongvolwassenenconferentie in Polen. Anderen dienen door mijn kerkwerk voegt toe aan het geluk dat mij door het evangelie van Jezus Christus ten deel is gevallen. Alles wat ik nu doe, doe ik met reine liefde vanwege Jezus Christus. Ik geloof dat het leven mooi is, zelfs als niet alles naar wens verloopt. Als we de Heiland volgen, zullen we niet verloren gaan.
De vrouw die ik toen ontmoette had het bij het rechte eind: in God geloven is van essentieel belang. We kunnen onze weg in deze wereld niet bewandelen als we Hem niet kennen. Ik ben dankbaar dat ik eindelijk ergens ben waar ik mij thuis voel.