Onvergetelijke levens
Newel K. Whitney (1795–1850)
Newel Kimball Whitney is op 5 februari 1795 geboren in Vermont (VS). Hij was een begaafd zakenman en ging een zakenrelatie aan met Sidney Gilbert, die een goede vriend van hem zou worden. In het begin reisden ze veel voor hun zaken. Op een van die zakenreizen ontmoette Newel Elizabeth Ann Smith in Kirtland (Ohio). Newel en Ann waren drie jaar verloofd en trouwden in 1823.
Ze zochten samen naar de waarheid; zo maakten ze een tijdje deel uit van de Campbellieten, die naar eigen zeggen het oude christendom hadden hersteld. Op een avond baden Newel en Ann ‘of God hun wilde laten weten hoe zij de gave van de Heilige Geest konden krijgen’. Ann omschreef het visioen dat ze in antwoord op hun gebed kregen: “De Geest rustte op ons en een wolk overschaduwde ons huis. […] Toen hoorde we een stem uit de wolk komen, zeggende: “Bereid u voor op het woord Gods, want het is op komst.”1
Niet lang na deze gebedsverhoring kwamen er in oktober 1830 zendelingen naar Kirtland. Newel en Ann lieten zich in november dopen. Luttele maanden later stonden Joseph en Emma Smith bij de Whitney’s voor de deur. Toen Joseph Newel bij naam noemde, moest Newel Josephs naam schuldig blijven, waarop Joseph zei: “Ik ben de profeet Joseph. U hebt om mijn komst gebeden; wat wilt u van mij?”2 De Whitney’s verschaften de Smiths een paar weken onderdak en voorzagen hen in september 1832 van een huis.
En Newel voorzag de Smiths niet alleen van onderdak, de kerk mocht ook de bovenverdieping van zijn winkel gebruiken. De kerkleiders hielden vergaderingen in de winkel van Whitney. Ook de school der profeten maakte gebruik van de ruimte boven de winkel.
In december 1831 werd Newel als de tweede bisschop van de kerk geroepen. Later bekleedde hij de functie van kerkelijke penningmeester, uit hoofde waarvan hij de gelden van de kerk beheerde en de kerk schuldenvrij wist te maken. In de herfst van 1838 verhuisden de Whitney’s naar Far West (Missouri), waar hij nogmaals als bisschop werd geroepen. Tien jaar later maakten hij en zijn gezin de tocht over de vlakten naar Salt Lake City, waar hij de presiderende bisschop van de kerk werd.
Newel overleed op 24 september 1850 in Salt Lake City aan de gevolgen van ademhalingsproblemen.