Wees wijs en wees een vriend
Vergaar kennis en wijsheid in je jeugd. En versterk de mensen om je heen.
Als je echt een goed leven wilt leiden, zul je de raad in de Schriften moeten opvolgen: ‘Leer wijsheid in uw jeugd; ja, leer in uw jeugd de geboden Gods te onderhouden’ (Alma 37:35). Dat leerproces kan als volgt worden samengevat:
We beginnen allemaal met basisintelligentie. Daar voegen we de kennis aan toe die we op school en uit boeken leren. Daar voegen we vervolgens onze levenservaringen aan toe. En dan bereiken we de vierde stap: wijsheid. Daar houdt het wat de wereld betreft mee op. Maar wij hebben iets wat de wereld niet heeft. Met de doop en bevestiging krijgen we de gave van de Heilige Geest. Als wij getrouw de wetten, verordeningen en verbonden naleven die we bij de doop aanvaarden, als we geregeld de avondmaalsdienst bijwonen, en als we de verbonden van het priesterschap en de tempel naleven, zullen we altijd de gave van de Heilige Geest hebben om ons te onderrichten en te leiden. De Geest inspireert ons tot handelen. We hebben allemaal gaven en talenten ontvangen (zie LV 46:8).
Wijsheid en gaven van de geest leiden tot begrip in het hart. ‘Het begin der wijsheid is: verwerf wijsheid en verwerf inzicht bij al wat gij bezit’ (Spreuken 4:7). Het is belangrijk om al in je jeugd wijsheid en begrip te ontwikkelen.
Door een ervaring uit mijn jeugd heb ik iets over wijsheid geleerd. Ik was een stadsjongen, dus stuurde mijn vader me naar de boerderij van mijn oom in het westen van Utah. Toen ik daar was, kon ik niet begrijpen waarom het vee, dat duizenden hectaren land had om op te grazen, de kop tussen het prikkeldraad door stak om van het gras aan de andere kant te eten. Vind je niet dat wij soms ook die neiging hebben? We zoeken altijd de grenzen op, vooral in onze jeugd. Als mens — de natuurlijke mens — willen we ons hoofd door het prikkeldraad heen steken. Waarom doen we dat?
We kunnen zoveel vreugde in het leven hebben zonder de grenzen op te zoeken. Vergeet niet: ‘Het begin der wijsheid is: verwerf wijsheid.’ En met die wijsheid: ‘Kom niet op het pad der goddelozen, betreed de weg der bozen niet. Mijd die, ga er niet over; wijk ervan af en ga voorbij’ (Spreuken 4:14–15). Kom niet te dichtbij. Steek je hoofd niet door het prikkeldraad.
Heb je goede vrienden of vriendinnen?
Je zult zien dat er in het boek Spreuken naast deze leringen over wijsheid ook raad over het kiezen van goede vrienden staat: ‘Kom niet op het pad der goddelozen, betreed de weg der bozen niet’ (Spreuken 4:14). ‘Mijn zoon, ga niet met hen op weg; weerhoud uw voet van hun pad; want hun voeten snellen naar het kwaad’ (Spreuken 1:15–16).
Hoe kun je weten of je goede vrienden of vriendinnen hebt? Ik zal je twee toetsen geven. Als je deze toetsen toepast, zul je nooit vreemde paden betreden en nooit afdwalen van het ‘enge en smalle pad dat tot het eeuwige leven voert’ (2 Nephi 31:18).
-
Goede vrienden maken het makkelijk om de geboden te onderhouden als je bij ze bent. Een goede vriend sterkt je en helpt je om de evangeliebeginselen na te leven waarmee je tot het einde kunt volharden.
-
Een goede vriend zal je niet laten kiezen tussen zijn of haar levenswijze of de normen van de Heer, waardoor je van het enge en smalle pad kunt afdwalen. De tegenstander dwaalt rond op aarde en wil graag dat wij allemaal afvallen. Als je vrienden je op het pad der goddelozen meenemen, verlaat ze dan meteen. Kies je vrienden verstandig uit.
Wat voor vriend ben jij?
Nu stel ik je een moeilijke vraag: Wat voor vriend ben jij?
Het leven bestaat uit meer dan alleen jezelf redden. Wij hebben de opdracht om onze naasten op te bouwen en te sterken. De Heer wil dat iedereen bij Hem terugkeert.
Jij bent een vuurtoren, en niets is gevaarlijker dan een vuurtoren die niet werkt. Vergeet niet wie je bent: je bent een licht voor de wereld, voor je vrienden of vriendinnen, voor je broeders en zusters. Ze kijken naar je.
In Spreuken 4 staat verder:
‘Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag.
De weg der goddelozen is als duisternis; zij weten niet, waarover zij kunnen struikelen’ (de verzen 18–19).
Ze weten ook niet waarom ze struikelen. Ze hebben geen licht, geen richtingsgevoel.
Heb je enig idee hoe het is om op een vuurtoren te vertrouwen waarvan het licht niet brandt? Dan is duisternis het gevolg en verdwalen we.
Als in een vliegtuig de stroom uitvalt, heeft de piloot alleen nog maar de aanwijzingen die niet op stroom werken. Hij voelt zich hulpeloos als hij zich met zijn straaljager twaalf kilometer boven de grond bevindt, omgeven door wolken. Hij heeft geen idee welke kant hij op moet. Ik heb dat een keer meegemaakt en ik ben blij dat ik nog leef. Dat was een ervaring die ik nooit zal vergeten. Misschien zul je dat zelf een keer meemaken. Niets is gevaarlijker dan een vuurtoren zonder licht, vooral als je dat licht nodig hebt.
Is iemand afhankelijk van jouw licht? Wees een goed voorbeeld. Wees een licht voor de wereld en leid de mensen om je heen naar de paden der gerechtigheid. Ze zijn afhankelijk van het licht dat jij als getrouwe vuurtoren laat schijnen. Sta klaar als iemand je nodig heeft.
De Geest is het licht dat vreugde en geluk brengt. Ik hoop dat de Geest ons nooit vanwege ons gedrag zal verlaten. Ik bid dat we in deze ‘donkere en sombere’ (1 Nephi 8:4) wereld nooit alleen en bedroefd zullen zijn.
Mogen de zegeningen van de Heer altijd bij je zijn in je streven om in je jeugd kennis en wijsheid op te doen. Ik hoop ook dat je door gehoorzaamheid en door het licht van de Geest, de Heilige Geest, wijsheid en begrip van de evangeliebeginselen in je hart zult krijgen. Wees een goede vriend. Sterk de mensen om je heen en beur ze op. Maak van de wereld een betere plek omdat jij er bent. Help je vrienden om op het enge en smalle pad te blijven, tot het einde te volharden en eervol terug te keren.