Braziliaanse jongeren verbinden familiegeschiedenis en tempelwerk
José A. Moscão merkte een trend op: de jongeren die naar de Campinastempel (Brazilië) gingen, hadden teveel tijd om handen.
Brother Moscão, directeur van het centrum voor familiegeschiedenis dat vlakbij de tempel staat, wist dat veel jongeren in caravans naar de tempel gingen en er een paar dagen bleven, omdat ze zo ver moesten reizen. Ze konden er niet omheen dat ze tussen de doopdiensten en maaltijden door moesten wachten, terwijl hun ouders en leidinggevenden andere tempelverordeningen verrichtten.
Maar hij dacht dat hij de jongeren misschien in hun vrije tijd een alternatief voor een wandeling op het tempelterrein kon geven.
Zo gezegd, zo gedaan.
Uitnodiging
Hij begon de jongeren uit te nodigen om naar het centrum te komen en over FamilySearch-indexering te leren.
In het begin waren enkelen nog verlegen en onwillig. Maar broeder Moscão zei dat de jongeren werden geraakt toen hij sprak over de woorden van een hedendaagse profeet opvolgen door mensen uit de duisternis te redden en hun namen tevoorschijn te laten komen (zie David A. Bednar, ‘Het hart der kinderen zal zich wenden’, Liahona, november 2011, pp. 24–27).
Het is opvallend dat de tempel en het centrum voor familiegeschiedenis op hetzelfde terrein staan. Het benadrukt op een stoffelijke manier dat de tempel en familiegeschiedenis beiden onderdeel van één groot werk zijn. George A. Oakes, president van de Campinastempel (Brazilië), zegt dat de jongeren in het tempeldistrict dat beginnen te leren.
‘Voordat we hen betrokken bij familiegeschiedenis en indexeren was het doel van hun tempelreis voornamelijk om zich voor de doden te laten dopen. Nu hoort indexeren steeds meer bij hun werk’, zegt hij.
Uitnodiging
Als er jongeren naar het centrum komen, leggen broeder Moscão en de zendelingen die er werken hen kort de volgende beginselen uit om hen informeel te oriënteren:
-
Ze worden heilanden op de berg Zion (zie Obadiah 1:21).
-
Ze geven gehoor aan de oproep van een profeet (zie ‘Het hart der kinderen zal zich wenden’).
-
Ze redden mensen uit de duisternis — de duisternis van oude microfilms en stoffige boeken waar de registers van de kerk uit bestaan. Door te indexeren worden die namen tevoorschijn gebracht en kunnen hun familieleden ze verwerken.
-
Door aan dit werk mee te doen, nemen ze aan nog een aspect deel van ‘dit heerlijkste aller onderwerpen in verband met het eeuwigdurende evangelie, namelijk de doop voor de doden’ (LV 128:17).
-
Ze gaan hun tijd besteden aan het grote verlossingswerk van de doden, waar gezinnen door gezegend worden.
-
Wij maken allen deel uit van Gods familie, dus als ze de naam van mensen indexeren die ze niet kennen, helpen ze nog steeds hun familie.
-
Als ze eenmaal begrijpen hoe indexeren werkt, kunnen ze het aan hun familieleden en andere jongeren in hun wijk of gemeente laten zien.
Broeder Moscão en de zendelingen laten de tieners vervolgens op de computers van het centrum zien hoe ze een begin maken en hoe ze de software thuis kunnen installeren en gebruiken. Broeder Moscão zegt dat als ze indexeren eenmaal doorhebben, ze ‘er keihard mee aan de slag gaan.’
Enthousiasme voor het werk
Dat enthousiasme vind je in de cijfers terug. In de eerste twee maanden van 2012 hebben bezoekers 6.370 namen geïndexeerd, waarvan 3.305 door jongeren van twaalf tot achttien. Door de groeiende interesse in indexeren, is het centrum voor familiegeschiedenis in Campinas in feite nu standaard van acht tot zes geopend, en soms blijft het centrum tot tien uur ’s avonds open.
De jongeren stoppen echter niet met indexeren zodra ze van de tempel vertrekken. Als ze thuiskomen, vervullen ze nog steeds hun rol in wat broeder Moscão ‘het hedendaagse kerkleger van meer dan 170.000 actieve indexeerders’ noemt. Veel van hen behalen met het indexeren doelen voor Plicht jegens God en Persoonlijke vooruitgang.
Een goede invloed
Eerder dit jaar ging Isabela A. (zestien jaar) uit Vila Velha (Espírito Santo, Brazilië) met haar moeder en zus naar de tempel. De laatste dag van haar reis was haar oma net een jaar overleden. Isabela liet zich voor haar oma dopen, en haar moeder verrichtte de andere verordeningen voor haar.
‘Ik had sterk het gevoel dat ik tijdens deze reis iets goeds moest doen’, aldus Isabela. Ik wilde graag leren indexeren en kreeg hulp van broeder José Moscão.
‘Toen ik mij voor mijn oma liet dopen, werd ik diep door de Geest geraakt. Ik besefte dat er veel mensen aan de andere zijde van de sluier eindeloos aan het wachten zijn. Ze hebben mijn hulp nodig. Ik besefte dat ik een beetje van mijn tijd kon geven en veel voor die mensen kon doen. Indexeren is een werk van naastenliefde.’