Geduldig bidden
Ik ben met mijn broers en zussen in Mexico opgegroeid. We woonden bij mijn moeder en mijn oma. Ik speelde elke dag na mijn huiswerk en huishoudkarweitjes voetbal. Ik was gek op voetbal! Ik speelde dat mijn rechterbeen de ene ploeg was en mijn linkerbeen de andere ploeg.
Op een dag kon ik bij het voetballen ineens niet meer zo goed ademhalen. Ik rustte enkele minuten, maar mijn ademhaling bleef moeilijk. Ik werd zo ziek dat ik naar het ziekenhuis moest.
Op de ziekenhuiszaal lagen ook andere kinderen, maar ik miste mijn familie en voelde me erg eenzaam. Hoewel ik nog geen kerklid was, geloofde ik in God. Ik bad elke dag dat ik mocht genezen, maar in plaats daarvan werd ik steeds zieker. De dokters dachten dat ik misschien wel dood zou gaan.
Uiteindelijk stuurden ze me naar huis, maar ik moest nog een jaar in bed blijven. Ik nam elke dag heel veel pillen en kreeg twee spuitjes. En ik bad in gedachten en in mijn hart nog steeds. Ik vertelde mijn hemelse Vader dat als ik beter zou worden, ik Hem de rest van mijn leven zou dienen.
En toen was ik op een dag in bed aan het lezen en liet per ongeluk mijn boek op de grond vallen. Toen ik bukte om het op te rapen, merkte ik dat ik weer gewoon ademhaalde. Ik liet het boek nog een keer vallen. Ik kon het zonder moeite oprapen!
Ik stapte uit bed. Eerst was ik wat duizelig omdat ik heel lang niet zonder hulp had gelopen. Ik keek in de spiegel en zag ik dat ik glimlachte. Ik wist dat ik een antwoord had gekregen van mijn hemelse Vader.
Sindsdien heb ik dagelijks geprobeerd om mijn hemelse Vader te laten zien dat ik Hem dankbaar ben. Toen ik was opgegroeid was, werd ik dokter om te helpen met het verhoren van de gebeden van andere kinderen. En nu probeer ik mijn hemelse Vader te dienen met mijn roeping in de kerk.
Ik krijg niet altijd makkelijk antwoord op mijn gebeden, en ik krijg ze ook niet altijd meteen. Maar ik weet dat onze hemelse Vader onze gebeden verhoort. Hij weet wat we nodig hebben, en Hij weet wat het beste voor ons is.