2018
Profeet voor deze tijd
In memoriam: president Thomas S. Monson


Profeet voor deze tijd

Ik voel me zeer bevoorrecht en dankbaar dat ik eer mag bewijzen aan president Thomas S. Monson, een profeet van God en mijn dierbare vriend.

Dit tedere moment is er een van diepgaande gevoelens en gedachten. Woorden schieten tekort voor mijn liefde, dankbaarheid en verdriet.

Harriets en mijn oprechte deelneming, condoleances en dankbaarheid gaan uit naar de familie, allen die van hem houden en de velen die hem zo liefdevol hebben verzorgd. In het bijzonder danken we Ann Monson Dibb, president Monsons dochter. Na het overlijden van president Monsons geliefde vrouw Frances was Ann’s toewijding en liefde een grote zegen voor hem in de nadagen van zijn leven.

family members at funeral

Familieleden dragen een gele roos, omdat geel president Monsons lievelingskleur was.

Wat mis ik hem toch! Lang voor ik hem ontmoette, beschouwde ik hem al als een vriend. Ik denk dat iedereen die hem kende, hoorde of zag, al was het maar van een afstand, zich als zijn vriend beschouwde.

Op onze reizen over de hele wereld vroegen mensen zuster Uchtdorf en mij hun liefde, dankbaarheid en gebeden aan hun geliefde profeet over te brengen. Die oprechte groeten kwamen van jongeren, ouderen en alle leeftijden ertussenin.

Thomas S. Monson was een man voor goede en kwade dagen, een ware geestelijke reus. Hij had een overvloed aan kennis, geloof, liefde, visie, getuigenis, moed en medemenselijkheid. Nooit leidde of diende hij vanaf een voetstuk, maar altijd op gelijke voet. Hij was zeer begaan met de armen en behoeftigen. We zullen zijn stem missen en zijn standvastigheid, zijn vertrouwen in de Heer, zijn glimlach, zijn humor, zijn enthousiasme, zijn optimisme en zijn verhalen, die ik beschouw als gelijkenissen van een hedendaagse profeet van God.

Het is nu 24 jaar geleden dat president Monson ons in zijn kantoor vroeg en me riep als algemeen autoriteit van de kerk. Harriet en ik konden de draagwijdte van dat moment en de vérstrekkende gevolgen ervan voor ons leven maar nauwelijks bevatten.

Maar president Monson gaf ons met zijn genegenheid, belangstelling, aanmoediging, enthousiasme voor het werk en profetische waardigheid een gevoel van kalmte en rust. We voelden ons in het gezelschap van iemand die de Heiland kende, iemand die zijn dienstknecht was, iemand die bij onze hemelse Vader bekend was.

Met name voor Duitsland en het Duitse volk heeft president Monson veel betekend. Zijn sterke geloof hielp ons om ons eigen geloof op te rekken in de jaren van de Koude Oorlog. Niet alleen bracht hij koffers vol kleding voor de leden in Oost-Duitsland mee, maar in zijn krachtige apostolische gebed in 1975 werden ondenkbare geestelijke zegeningen beloofd. President Monson kwam terug met de toenmalige ouderling Russell M. Nelson en werkte hard om die goddelijke beloften in vervulling te laten gaan. Ze werden alle vervuld, stapje voor stapje. Een profeet van God had gesproken, en God eerde het geloof en werk van zijn dienaar.

Toen Harriet en ik president Monson naar een conferentie in Hamburg vergezelden, vroeg hij naar Michael Panitsch, voormalige ringpresident en patriarch, een van de trouwe pioniers van de kerk in Duitsland. Broeder Panitsch lag ernstig ziek in bed en kon onze bijeenkomsten niet bijwonen. Toch wilde president Monson hem bezoeken.

Net vóór zijn reis naar Hamburg was president Monson aan zijn voet geopereerd waardoor lopen pijn deed. Broeder Panitsch woonde op de vijfde verdieping en er was geen lift. Wij zouden veel steile trappen moeten beklimmen. Maar president Monson was vastbesloten, dus gingen we.

Het was een erg pijnlijke klim voor president Monson, maar opgewekt zette hij door. We kwamen bij de aan bed gekluisterde broeder. President Monson gaf hem een prachtige zegen, dankte hem voor zijn toewijding en monterde hem op met zijn glimlach.

Als ik daaraan terugdenk, komen de woorden van de apostel Petrus over Jezus, zijn vriend en leermeester, in mijn gedachten: Hij is ‘het land doorgegaan […] terwijl Hij goeddeed.’1

Datzelfde kunnen we zeggen van de man die we liefhebben, respecteren en steunden als profeet van God, onze vriend en Gods vriend, Thomas Spencer Monson.

Het was uitermate voldoeninggevend en geestelijk verrijkend om als een van de raadgevers van president Monson in het Eerste Presidium van de kerk te dienen. We hebben vreugde en verdriet gekend, gelachen en gehuild, diepgaande gesprekken gevoerd, en veel geïnspireerde profetische momenten gehad.

Toen president Eyring en ik onlangs na een bezoek aan de profeet thuis op het punt stonden weg te gaan, hield president Monson ons nog even tegen en zei: ‘Ik houd van mijn Heiland, Jezus Christus. En ik weet dat Hij van mij houdt.’ Wat een teder en krachtig getuigenis van de profeet van God.

President Monson was waarlijk een profeet voor deze tijd. Hij was een man voor goede en kwade dagen. Alles wat ons van president Thomas S. Monson bekend en dierbaar is, blijft. Zijn geest is huiswaarts gevoerd naar onze Vader in de hemel die hem het leven heeft geschonken. Waarheen ik in deze mooie wereld ook ga, een deel van deze dierbare vriend zal altijd bij me zijn.

Met genegenheid neem ik afscheid van onze geliefde profeet: dank u, president Thomas S. Monson. God zij met u tot w’u wederzien. In de heilige naam van Jezus Christus, onze Heiland en Verlosser. Amen.