Hoe we erin slaagden het evangelie te verkondigen
Omdat we nog maar pas lid van de kerk waren geworden, wisten mijn vrouw en ik niet goed hoe we zendingswerk moesten doen. We stelden ons echter tot doel om met honderd mensen te spreken.
Mijn vrouw Everjoyce en ik komen uit Mutare, een stad aan de oostelijke grens van Zimbabwe. Kort na onze doop en bevestiging raakten we enthousiast over zendingswerk. We lazen dat ‘het veld reeds wit is om te oogsten’ (LV 33:7) en hoewel we niet goed wisten hoe we zendingswerk moesten doen, besloten we ‘[onze] sikkel in [te slaan], en met geheel [onze] macht, verstand en kracht [te maaien]’.
Wij waren lid van de nieuwe gemeente in Dangamvura, een van de buitenwijken van Mutare. Het was 1991, en de gemeente telde vijfentwintig leden. Al gauw werden we als gemeentezendelingen geroepen. We leerden veel van een zendingsechtpaar dat in ons gebied diende. Zo gaven ze ons onder andere de raad om doelen te stellen.
We wilden iedereen over het evangelie vertellen, dus stelden we ons tot doel om er tijdens ons eerste jaar als gemeentezendelingen met honderd mensen over te praten. Wellicht was dat naïef, maar wij dachten dat het wel te doen was. Wij vertrouwden erop dat de Heer ons zou helpen.
Toen we in de kerk lofzangen zongen, merkten we dat we verborgen muzikale talenten hadden. We besloten onze talenten in te zetten, dus begonnen we tijdens de zendelingenlessen te zingen voor (en met) mensen die geïnteresseerd waren in het evangelie. De Geest vergezelde ons telkens als we gewijde liederen zongen, en Hij beroerde het hart van de mensen die wij onderwezen. Ook de boodschap van het herstelde evangelie raakte hen. Wij nodigden iedereen uit om bij het koor van onze gemeente te komen. Velen deden dat, zowel leden als niet-leden. Naarmate meer mensen het evangelie leerden kennen, lieten meer mensen zich dopen.
Wij bleven ons voor het zendingswerk inzetten, en wij bleven vasten en bidden voor de gezinnen die bij de kerk waren gekomen. We merkten dat andere mensen in onze omgeving het goede voorbeeld van deze gezinnen zagen. We kregen steeds meer verwijzingen om gezinnen te onderwijzen, en steeds meer onderzoekers waren op weg om lid te worden.
Pasgedoopte echtparen die het evangelie leerden kennen en het naleefden, werden daardoor hechter en liefdevoller. Ouders waren in staat om afstand te doen van gewoonten die in strijd waren met het evangelie. Ze stopten met roken en alcohol drinken. Ze brachten hun kinderen goede beginselen bij. Velen die zich in het verleden te veel met wereldse zaken hadden beziggehouden, kregen een roeping in de kerk. Ze werden hun gemeente en hun omgeving tot zegen. De hand van de Heer bracht een grote verandering in hun leven teweeg.
Hoewel de kerk in Mutare in die periode met hevige vervolging te maken kreeg, bleef ze groeien. Het leek alsof het aantal mensen dat meer over de kerk te weten wilde komen, groeide naarmate de tegenstand toenam. Zo werden militairen die in vermomming de kerk kwamen controleren op wangedrag, door de Geest geraakt. Velen lieten zich later dopen en werden tot het priesterschap geordend.
Met de hulp van de Heer hebben we het evangelie uiteindelijk aan veel meer mensen verkondigd dan we ons hadden voorgenomen. Omdat we bereidwillig manieren zochten om met anderen te praten, waren we getuige van een grote verandering bij veel mensen in onze omgeving.