De sabbatblues
De auteur woont in Utah (VS).
Ik wist dat ik de sabbat fijn zou moeten vinden, maar ik wist niet hoe.
Volgens de Schriften is de sabbat een heilige dag, een vreugdevolle dag, een verlustiging, een rustdag, en een dag om te vieren.1 Maar enkele jaren geleden, toen ik bijna twintig was, vond ik zondagen ellendig. In plaats van innerlijke rust ervoer ik stress. In plaats van vreugde, droefenis. In plaats van hoop had ik een schuldgevoel. Ik leed aan een ernstig geval van de sabbatblues.
Elke zondagochtend gaf ik, na me een beschamend lange tijd onder mijn dekbed verstopt te hebben, uiteindelijk toe dat het inderdaad zondag was, en kleedde ik me aan om naar de kerk te gaan. In de kerk keek ik terug op de afgelopen week. Tijdens het avondmaal telde ik al mijn fouten op, en dat duurde altijd tot nadat de eerste spreker was opgestaan. De rest van de kerkbijeenkomsten was één lang gevecht tegen de tranen, want ik voelde me steeds schuldiger dat ik me in de kerk niet prettig voelde.
De middag was min of meer hetzelfde. Ik voelde me schuldig over verkeerde keuzes, was bezorgd om toekomstige keuzes, en bedroefd over mijn omstandigheden. Zonder school en bezigheden buitenshuis om me af te leiden, zat ik de hele tijd op negatieve gedachten te broeden.
Maar toen ik naar president Russell M. Nelsons toespraak uit de algemene oktoberconferentie van 2015 had geluisterd, waarin hij zei dat de sabbat een verlustiging was, en ik die toespraak gelezen en herlezen had, bad ik om gemoedsrust op, en liefde voor, de sabbat, in plaats van de ellendige gevoelens die ik had.2 En mijn gebed werd verhoord.
Denk aan je hemelse Vader en Jezus Christus
Ik kreeg de ingeving om me niet meer op mijn ellende te concentreren, maar op mijn band met mijn hemelse Vader en de Heiland. In plaats van aan mijn mislukkingen te denken, nam ik de tijd om aan hun rol in mijn leven te denken.
Als er negatieve gedachten opdoken, herinnerde ik mezelf aan wat ik van God en Jezus Christus wist, en dat ik geloofde: ik ben een kind van God. Hij houdt van mij. Jezus Christus is mijn Broer en Hij heeft verzoening voor mij gebracht. Zij willen dat ik gelukkig ben en dat ik bij Hen terugkom. De sabbat is een gave van God.
Ik begon geloof in dat getuigenis te oefenen.
Aanvaard het avondmaal bewust
Door me op iets anders te concentreren, dacht ik ook nog eens na over mijn benadering van het avondmaal. Ik had het avondmaal zo lang gebruikt als een manier om mezelf te bestraffen. Maar daar is het niet voor. Het avondmaal is een heilige verordening om onze verbonden te hernieuwen. Het is een kans om door de verzoeningsmacht van Jezus Christus weer rein te worden. Toen ik me met een gelovig en bekeerlijk hart op de verordening en het verbond concentreerde, besefte ik dat het avondmaal gemoedsrust bood als ik de gave van vergeving aanvaardde, mijn verbonden naleefde en de Geest van de Heer ontving (zie LV 20:77, 79).
Door tijdens het avondmaal aan Christus’ verzoening te denken, moest ik aan een andere gave denken. Ik kon niet alleen vergeving ontvangen, maar ik kon ook genezing krijgen doordat mijn Heiland mijn pijn en mijn zwakheden op Zich heeft genomen (zie Alma 7:11–12). Door zijn verzoening, en door het avondmaal, kon ik op de sabbat – of wanneer dan ook – gemoedsrust vinden en kracht opdoen in plaats van stress en droefenis.
En ik vond die gemoedsrust. Mijn Heiland is er voor me – op zondag en altijd!
Wees gelovig en geduldig
Deze ommezwaai vond niet in een week plaats. Het was een worsteling. En het kostte tijd. ‘Maar als wij hopen wat wij niet zien, dan verwachten wij het met volharding’ (Romeinen 8:25). Ik bleef me op de juiste onderwerpen concentreren en bidden om liefde voor de sabbat op te vatten.
Na verloop van tijd vond ik op die heilige dag gemoedsrust en verlustiging. Maar toen moest ik doorgaan, want anders was ik weer afgegleden naar zondagsdroefenis. Ik moet me elke week ijverig op de Heiland en op het doel van de sabbat richten, maar ik weet dat de belofte van gemoedsrust en vreugde waar is.