2019
Ben je halfhartig in het evangelie?
April 2019


Uitsluitend digitaal

Ben je halfhartig in het evangelie?

De houding waarmee we onze kerktaken doen, is heel bepalend.

‘Moet ’t?’

Heb je dat ooit gedacht? Bij mij komt het vaak genoeg op. En ik heb ontdekt dat zo’n schijnbaar vluchtige gedachte toch veel over mijn houding zegt. Natuurlijk kunnen we allemaal ons best doen om anderen te dienen, we kunnen onze roeping in de kerk aanvaarden en uitvoeren, en we kunnen onze vergaderingen bijwonen. Zelfs als je die dingen halfhartig doet, word je er beter van. Maar beperk je dan niet je inzetbaarheid voor God? Beperk je dan Gods vermogen om jou te veranderen? Volgens mij wel.

Die gedachte doet me denken aan Laman en Lemuel, die dan wel Jeruzalem verlieten, teruggingen om de platen te halen, meehielpen met de bouw van het schip, kortom, die een paar gehoorzame dingen deden, maar dat mopperend en halfhartig deden. Ze lieten zich er niet door veranderen, ze werden er geen beter mens door. In plaats daarvan liepen ze altijd te mopperen en waren ze dwars, wat hun omstandigheden ook waren. Nu ik dat besef, wil ik echt geen Laman of Lemuel zijn.

Sta even stil bij de echte reden waarom je doet wat je doet. Probeer je anderen te helpen omdat je daarvoor gezegend wilt worden? Of help je ze omdat je een oprecht verlangen hebt ze licht en liefde te geven? Doe je alles in je roeping omdat het van je wordt verwacht? Of doe je het omdat je de Heer en de mensen om je heen wilt dienen?

Dat zijn de soort vragen die ik mezelf af en toe stel. Doe ik al het mogelijke om met een oprecht voornemen een waar discipel van Christus te zijn? Of doe ik het maar half? Ik denk dat bisschop Gérald Caussé het goed verwoordde: ‘Lieve broeders en zusters, zijn wij actief in het evangelie of houden we ons alleen maar bezig met de kerk?’ (‘Het draait om mensen’, Liahona, mei 2018, 112).

Actief of bezig

Bij mij is het zo dat als ik alleen maar ‘bezig’ ben met de kerk, er een bepaalde onverschilligheid ingeslopen is. Die onverschilligheid kan voortvloeien uit een laat-maar-waaien-houding of mijn keus om minder belangrijke taken prioriteit te geven boven waar het echt om gaat. Die onverschilligheid sluipt erin als ik in de avondmaalsdienst zit en niet oplet, als ik mijn avondgebed doe en mijn gedachten naar andere dingen afdwalen, als ik snel mijn Schriften doorblader zonder ze te overpeinzen, of als ik iemand hulp aanbied om maar te kunnen zeggen dat ik dat heb gedaan in plaats van echt iets voor ze te willen betekenen.

Soms raak ik zelfs gefrustreerd als er geen schot in mijn leven zit – als ik gewoon onverschillig en ‘bezig’ met het evangelie ben. Dat gevoel blijft dan hangen totdat ik besef wat er aan de hand is. Soms moet ik dan even een stapje terug doen, tot mezelf komen en me afvragen: ‘Geef ik deze roeping of deze persoon of dit gebed of deze Schrifttekst nu mijn volledige aandacht en hart?’

Dergelijke ingevingen zijn altijd triggers voor mij om het anders te gaan doen. Als ik echt bid om anderen te zien zoals onze hemelse Vader ze ziet, als ik bid om een kans om te bedienen, als ik bid om leiding in mijn roeping, in mijn carrière en in mijn dagelijkse leven, en vooral als ik gehoor geef aan zijn ingevingen, als mijn daden een uiting zijn van mijn innerlijke verlangen om een beter mens te worden – dan ben ik actief in het evangelie. Dan voel ik een daadwerkelijke verschuiving in mijn houding, in mijn hart en in mijn ziel. Dan zie ik hoe wonderen zich ontvouwen. Dan voel ik me weer gelukkig worden. Dan probeer ik echt ten goede te veranderen.

Daden en gevoelens

Waarschijnlijk hebben we allemaal momenten gehad waarop onze daden nobel waren, maar onze gevoelens erachter niet zo. Soms ís het leven gewoon druk, soms zijn we gewoon niet altijd blij met onze omstandigheden, en soms loopt het gewoon allemaal niet zoals we willen. We zijn niet volmaakt, maar als ons gevraagd wordt om iets lastigs of tijdrovends te doen, en we vragen onze hemelse Vader ons te helpen om het met ons hele hart te doen, dan kunnen we leren om het meer te doen zoals Christus het zou doen.

Ik herinner me momenten dat ik met tegenzin een dienstbetoonproject deed, en daarna vaststelde dat mijn hart erdoor was verzacht en veranderd. Of dat ik een roeping kreeg en klaagde dat die te veel tijd kostte, waarna ik bitterzoete tranen huilde toen ik werd ontheven omdat ik er zo van was gaan houden.

We kunnen het beste licht delen, onze taken vervullen en antwoord op ons gebed krijgen, als ons hart op de juiste plaats zit. Als we de tijd nemen om goed naar de houding en bedoeling achter onze daden te kijken en dan alles ‘met een oprecht hart [en] met een eerlijke bedoeling’ doen (Moroni 10:4), zullen we de leiding van onze hemelse Vader beter herkennen, diepere vreugde ervaren, en zoveel meer verschil in ons eigen leven en dat van anderen maken.