2019
Het dilemma: geweldig kunstenaar of geweldige moeder?
April 2019


Uitsluitend digitaal

Het dilemma: geweldig kunstenaar of geweldige moeder?

Iedereen zei dat je onmogelijk geweldig in beide kon zijn. Maar was dat wel zo?

Ik weet nog hoe ongemakkelijk ik me voelde als we op de universiteit het leven van grote kunstenaars bestudeerden. Het leek wel of de grootste en beste kunstenaars zo goed waren geworden door hun gezin te verwaarlozen en hun gezonde verstand te verliezen. Grote kunstenaars schilderden op kerstochtend terwijl hun kinderen cadeautjes uitpakten. Één kunstenaar is 6 keer getrouwd geweest. Een ander sneed zijn oor eraf en stuurde het naar zijn dierbaren. Weer iemand anders heeft zelfs iemand omgebracht! Ik vroeg me af of het sowieso wel mogelijk was om een geweldig kunstenaar te worden en tegelijkertijd een geweldige echtgenote en moeder te zijn (en dat allemaal zonder gek te worden!).

Mijn docenten zeiden dat we, als we echt tot de groten wilden behoren, daar offers voor moesten brengen. We moesten harder dan alle anderen werken. Kunst moest op de eerste plaats komen. In mijn hoofd maalde de vraag: ‘Maar als een kunstenaar de geboden onderhoudt, goede prioriteiten stelt en zich in zijn werk door de Geest van de Heer laat leiden, kan die dan niet net zo groot of misschien wel groter worden?’ Die vraag heeft mij mijn hele studie achtervolgd.

Tegen de tijd dat mijn man en ik afstudeerden, waren we een jaar getrouwd. Ouderling Russell M. Nelson (die toen lid van het Quorum der Twaalf Apostelen was) sprak op onze buluitreiking. Deze werd gevolgd door een lunch waar maar 16 studenten voor waren uitgenodigd. Opmerkelijk genoeg zaten mijn man en ik daarbij. Op een gegeven moment was er gelegenheid om vragen te stellen. Ik stak mijn hand op, keek ouderling Nelson recht aan en vertelde hoe ik worstelde met mijn verlangen om zowel kunstenaar als moeder te zijn. Ik had tijdens mijn opleiding zo hard gewerkt om mijn talenten te ontwikkelen, en ik wilde hard blijven werken en mezelf verbeteren, maar wist ook dat het moederschap belangrijker was. Was er een manier om beide te doen? Ouderling Nelsons ogen glinsterden bij zijn antwoord: ‘Absoluut!’ Hij spoorde me aan om mijn talenten te blijven ontwikkelen en mijn hemelse Vader te vragen mij te helpen zodat ik zou weten hoe ik beide kon doen. Met Hem zou ik dingen kunnen doen die ik nooit voor mogelijk had gehouden. Ik nam die raad ter harte.

Zijn doeleinden op de eerste plaats

Mijn man en ik hebben nu vier kinderen. We hebben ondervonden hoe het ouderschap een dans en een jongleertoer is. In het begin stond ik op de meeste dagen om vier uur op om wat te kunnen schilderen voordat mijn kinderen wakker werden. Ik probeerde zes dagen in de week te schilderen, al was het op sommige dagen niet meer dan een half uurtje. Ik begon telkens met een gebed, want ik besefte dat ik zonder de hulp van de Heer niet veel kon. Ik bad niet alleen om beter in het schilderen te worden, maar ook om te weten wat die dag het belangrijkste was en hoe ik zijn doeleinden op de eerste plaats kon stellen. Ik ging niet snel vooruit, maar wel gestaag.

Even doorspoelen naar 12 jaar na mijn afstuderen. Ik zag het even niet meer zitten. Het leven leek te druk. Het moederschap was moeilijker dan ik had verwacht. Ik zat te huilen bij mijn ezel en vroeg me af of ik ooit de grote kunstenaar van mijn dromen kon worden. Ik kreeg het gevoel dat ik mijn oude dagboek van de plank moest pakken en sloeg op wat ik had geschreven op 30 april 2006, de dag na mijn afstuderen. Ik was die bijzondere ervaring met president Nelson helemaal vergeten! Op de een of andere manier had de wervelwind van het leven die bijna helemaal uit mijn geheugen weggevaagd. En daar zag ik weer de woorden van onze huidige profeet: ‘Absoluut!’ Mijn tranen werden tranen van dankbaarheid toen ik terugkeek op alles wat ik sinds die tijd had bereikt. En ook keek ik hoopvol vooruit.

Het onmogelijke doen

Een paar maanden later werd ik gebeld door een grafisch medewerker van de Ensign met de vraag of ze een van mijn schilderijen mochten gebruiken op de binnenomslag van de conferentie-uitgave van november 2018. Ik wist niet wat ik hoorde! Als in mijn jeugd tijdschriften van de kerk op de mat vielen, zocht ik altijd eerst de schilderijen erin op. Nu zou een van mijn werken erin staan! Toen ze me vertelden dat ze er woorden van president Nelson bij wilden plaatsen, zag ik daarin de hand van God die mij aanmoedigde om door te gaan.

Ik heb nog ver te gaan op mijn artistieke reis, maar wat ben ik dankbaar voor president Nelsons hoop in de Heer en in ons. Ik ben dankbaar voor zijn optimisme en vertrouwen. Ik weet dat we, als we geloof in de Heer oefenen, grote dingen kunnen doen, zelfs dingen die we voor onmogelijk hebben gehouden. ‘Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn’ (Lukas 1:37).

Afdrukken