Deneto Forde
Saint Catherine (Jamaica)
Naar school ben ik nooit gegaan. Lezen en schrijven kon ik dus niet. Ik kon mijn naam schrijven, dat was het. Op mijn werk kreeg ik van iemand een telefoonnummer. Hij zei dat ik moest bellen. Dat deed ik. Ik kreeg een dame aan de lijn die les op een middelbare school gaf. Ze nodigde me uit voor leesles. Na een tijdje nodigde ze mij voor de kerk en andere activiteiten uit.
Ik ging naar de kerk, waar ik zendelingen ontmoette. Ze zeiden dat zij mij les in het evangelie wilden geven. Het was vooral het heilsplan dat mij aansprak. Ik voelde mij leeg vanbinnen, omdat ik altijd dacht dat het leven meer moest inhouden dan ik kon zien.
Ik had vragen. ‘Waar was het allemaal begonnen?’ ‘Waar kwam ik vandaan?’ De zendelingen zeiden tegen mij: ‘Je bestond vóór dit leven. Je was toen bij je Vader in de hemel. Je leven op aarde heeft een doel. Hier kun je leren hoe je bij Hem terugkeert.’ Dat beantwoordde mijn vragen!
De zendelingen legden mij ook uit dat het evangelie van Jezus Christus was hersteld. Daar wist ik helemaal niets van. Het enige wat ik wist, was dat Jezus Christus voor mij gestorven was. Na een maand liet ik mij dopen. Ik was toen 25.
Ik wilde op zending. Een jaar na mijn doop ging ik naar de Dominicaanse Republiek om in de Santo Domingotempel mijn begiftiging te ontvangen. Er is namelijk geen tempel op Jamaica. Als er een tempel op Jamaica was, zou ik er elke dag naartoe gaan.
In de Dominicaanse Republiek ging ik naar het opleidingscentrum voor zendelingen. Daar leerden ze me hoe ik een goede zendeling kon worden. Ik reisde terug naar Jamaica en vervulde daar een zending van twee jaar. Als een tweede zending mogelijk was, ging ik, want het was geweldig. Een zending kent hoogte- en dieptepunten en er is veel te leren, maar ik heb ervan genoten.
Toen ik op zending ging, kon ik nauwelijks het Boek van Mormon of de Bijbel lezen. Vaak vroeg ik mijn zendingscollega om met mij een Schrifttekst door te nemen die ik niet begreep. Hij leerde me dan wat de woorden betekenden. Zo leerde ik steeds meer. Aan het eind van mijn zending had ik het Boek van Mormon, het Nieuwe Testament, delen van het Oude Testament en Predik mijn evangelie gelezen. Nu kan ik lezen wat ik wil. Ik kan zonder hulp meer over het evangelie lezen. Die zegen vloeit regelrecht voort uit mijn zending.
Het evangelie is de reden dat ik verder ga en uitkijk naar betere tijden.
Het is heerlijk om het aan anderen te vertellen. Soms kom ik mensen tegen die een slechte dag hebben of zich zorgen over het leven maken. Misschien is hun oma, vader of iemand in hun vriendenkring overleden. Ik praat met hen over de herstelling en het heilsplan. Dankzij de herstelling weten we van het heilsplan af.