Digitaal thema-artikel: Verhalen uit Saints, deel 3
Visioen van de geestenwereld
Hierna volgt een fragment uit deel 3 van Saints: The Story of the Church of Jesus Christ in the Latter Days, dat in de lente van 2022 zal verschijnen. Het verhaal begint in 1918, kort na de onverwachte dood van Hyrum M. Smith, zoon van president Joseph F. Smith, die was bezweken aan een geperforeerde blindedarm. Niet lang daarna overleed Hyrums vrouw, Ida Bowman Smith, in het kraambed.
De familie van Joseph F. Smith had hem niet onmiddellijk van Ida’s dood op de hoogte gesteld, ze waren bang dat deze jobstijding hem te veel zou zijn. Zijn gezondheid was broos geworden na de dood van Hyrum, en hij was al vijf maanden zelden in het openbaar verschenen. De dag na de dood van Ida bracht de familie haar pasgeboren zoon bij Joseph. Hij huilde toen hij de baby zegende en hem de naam Hyrum gaf. De familie vertelde hem toen wel dat Ida was overleden.
Tot ieders verbazing nam Joseph dat nieuws kalm op.1 Er was de laatste tijd zoveel pijn en ellende over de wereld gekomen. De dagbladen brachten afschuwelijke berichten over de oorlog. Miljoenen soldaten en burgers waren omgekomen, en nog eens miljoenen waren verminkt of gewond geraakt. Eerder die zomer waren de soldaten uit Utah in Europa aangekomen, waar ze getuige werden van de meedogenloze gewelddadigheid van de oorlog.
Ook een dodelijke griepvariant begon wereldwijd levens te eisen, bovenop de pijn en het verdriet van de oorlog. Het virus greep razendsnel om zich heen, en Utah was slechts een paar dagen verwijderd van een algehele sluiting van de theaters, kerken en andere openbare gelegenheden in de hoop de dodelijke griepgolf een halt toe te roepen.2
Op 3 oktober 1918 zat Joseph in zijn werkkamer na te denken over de verzoening van Jezus Christus en de verlossing van de wereld. Hij sloeg het Nieuwe Testament open bij 1 Petrus en las daar dat de Heiland tot de geesten in de geestenwereld had gepredikt. ‘Want daartoe is aan de doden het Evangelie verkondigd, opdat zij wel geoordeeld werden naar de mens in het vlees, maar ook zouden leven naar God in de geest.’
Toen hij die Schrifttekst overpeinsde, voelde de profeet dat de Geest op hem neerdaalde, die zijn ogen van begrip opende. Hij zag menigten van de doden in de geestenwereld. Rechtvaardige vrouwen en mannen die vóór de aardse bediening van de Heiland waren gestorven, wachtten daar in vreugde op zijn komst en op hun bevrijding van de banden van de dood.
De Heiland verscheen aan die menigte, en de rechtvaardige geesten verheugden zich in hun bevrijding. Ze knielden voor Hem neer, en erkenden Hem als hun Heiland en Bevrijder van de dood en de ketenen van de hel. Hun gelaat straalde, omdat de glans van de tegenwoordigheid van de Heer op hen rustte. Zij zongen zijn heilige naam lof toe.3
Joseph verwonderde zich over het visioen en overpeinsde nogmaals de woorden van Petrus. De menigte ongehoorzame geesten was veel groter dan de menigte rechtvaardige geesten. Hoe had de Heiland zijn evangelie tijdens zijn korte verblijf in de geestenwereld aan alle geesten kunnen prediken?4
Josephs ogen werden nogmaals geopend, en het werd hem duidelijk dat de Heiland Zich niet persoonlijk onder de ongehoorzame geesten had begeven. Maar Hij had onder de rechtvaardige geesten boodschappers aangewezen en gemachtigd om de evangelieboodschap aan de geesten die in duisternis waren te brengen. Op die manier konden alle mensen die in hun zonden of zonder kennis van de waarheid waren gestorven, over geloof in God, bekering, plaatsvervangende doop voor de vergeving van zonde, de gave van de Heilige Geest, en alle andere essentiële beginselen van het evangelie worden onderwezen.
In de enorme samenkomst van rechtvaardige geesten zag Joseph Adam en diens zoons Abel en Seth. Hij zag ook Eva staan met haar getrouwe dochters die door de eeuwen heen God hadden vereerd. Noach, Abraham, Izak, Jakob en Mozes waren er ook, samen met Jesaja, Ezechiël, Daniël en andere profeten uit het Oude Testament en het Boek van Mormon. En ook de profeet Maleachi, die had geprofeteerd dat Elia zou komen om in het hart van de kinderen de beloften te planten die aan de vaders waren gedaan, om zo de weg voor het tempelwerk en de verlossing van de doden in de laatste dagen voor te bereiden.5
Joseph F. Smith zag ook Joseph Smith, Brigham Young, John Taylor, Wilford Woodruff en anderen die de grondslag voor de herstelling hadden gelegd. Onder hen was zijn vader, Hyrum Smith, die 74 jaar eerder omwille van zijn geloof was omgebracht. Zij behoorden ook tot de edele en grote geesten die vóór dit leven waren uitgekozen om in de laatste dagen geboren te worden en te werken voor het heil van al Gods kinderen.
De profeet nam toen waar dat de getrouwe ouderlingen van deze bedeling in het volgende leven met hun werk zullen doorgaan door het evangelie te prediken tot de geesten die in duisternis en in de slavernij van zonde zijn.
‘De doden die zich bekeren, zullen worden verlost door gehoorzaamheid aan de verordeningen van het huis van God,’ zag hij, ‘en wanneer zij de prijs voor hun overtredingen hebben betaald en rein gewassen zijn, zullen zij loon ontvangen naar hun werken, want zij zijn erfgenaam van het heil.’6
Toen het visioen voorbij was, overpeinsde Joseph alles wat hij had gezien. De volgende ochtend verraste hij de heiligen door ondanks zijn zwakke gezondheid de zaterdagmorgenbijeenkomst van de algemene oktoberconferentie bij te wonen. Hij was vastbesloten de samenkomst toe te spreken. Hij stond onvast achter het spreekgestoelte, bevend van de krachtsinspanning. ‘Meer dan zeventig jaar heb ik met uw vaders en voorouders voor deze zaak gewerkt,’ zei hij, ‘en mijn hele hart is u als nooit tevoren toegedaan.’7
Het ontbrak hem aan kracht om zonder geëmotioneerd te raken over het visioen te spreken, maar hij zinspeelde er wel op. ‘Ik heb deze vijf maanden niet alleen doorgebracht’, sprak hij. ‘Ik heb ze in de geest van gebed, smeekbeden, geloof en vastberadenheid doorgebracht. En ik ben voortdurend met de Geest van de Heer in contact geweest.’
‘Het is voor mij deze morgen een vreugdevolle bijeenkomst’, zei hij. ‘De almachtige God zegene u.’8