Servicezendeling
1. Veerkracht onder stress ontwikkelen


‘1. Veerkracht onder stress ontwikkelen’, Wennen aan het servicezendingsleven: informatieboekje (2020)

‘1. Veerkracht onder stress ontwikkelen’, Wennen aan het servicezendingsleven

servicezendelingen werken met voedsel

1. Veerkracht onder stress ontwikkelen

In dit gedeelte staan algemene tips om overmatige stress te voorkomen en met stressvolle momenten om te gaan. Deze suggesties zijn nuttig voor alle zendelingen.

A. Positief op stress reageren

  • Bid vurig en vaak. Vertel de Heer over je gevoelens, ervaringen, plannen en zorgen. Bid dat de Geest altijd bij je mag zijn. Noteer ingevingen die je tijdens het bidden en tijdens je Schriftstudie ontvangt. Sta open voor geestelijke leiding die je in de loop van de dag ontvangt. Luister naar de stem van de Geest. Als je dat doet, krijg je leiding, troost en hulp. ‘Want zie, ik zeg u nogmaals, dat indien u langs de weg binnengaat en de Heilige Geest ontvangt, Hij u alle dingen zal tonen die u behoort te doen’ (2 Nephi 32:5). Vraag de Heer om je te helpen geestelijke ingevingen te herkennen en op te volgen.

  • Wees stil. Stilte betekent niet alleen lichamelijk stil zijn, maar dat kan er zeker bij horen. Stil zijn is een innerlijke houding. Het is een staat van innerlijke rust die de tegenwoordigheid van God uitnodigt. ‘Wees stil, en weet dat Ik God ben’ (Psalmen 46:11, Willibrordvertaling). Leer stil te zijn. Dan ben je ontvankelijker voor de ingevingen van de Geest. Je zult beter in staat zijn om aan de eisen van je zending te voldoen. Als je te veel stress hebt, kun je stilte oefenen. Let niet op de gedachten in je hoofd, maar op de zintuiglijke prikkels die je lichaam ervaart. Let op of je spieren gespannen of ontspannen zijn en let op de geluiden en geuren om je heen. Het is vooral nuttig om op je ademhaling te letten (zie Ademhalingsoefening). Je probeert geen gedachten te onderdrukken of je gedachten uit te schakelen. Je verschuift gewoon je aandacht weg van zorgen en angsten. Daardoor is er meer ruimte voor de Geest in je gedachten. Het kan je ook helpen om meer gemoedsrust te krijgen.

  • Herken de hand van de Heer in alle dingen. Je hebt het voorrecht om deel te nemen aan Gods wonderbaarlijke werk om zijn kinderen tot zegen te zijn. Concentreer je elke dag op zegeningen waar je dankbaar voor bent. Let op de invloed van de Geest in je leven en schrijf erover in je dagboek (zie Moroni 10:3).

  • Gebruik je sterke eigenschappen en talenten om te dienen. Maak een lijst met je sterke kanten, talenten en geestelijke gaven. Je sterke kanten maken deel uit van het voorraadhuis van de Heer. Hij gebruikt ze om zijn kinderen te zegenen en zijn koninkrijk op te bouwen. Een essentieel onderdeel van je zending is je gaven ontwikkelen. Gebruik je sterke kanten op een christelijke manier om anderen te helpen. De Geest fluisterde een zendeling eens in: ‘Ik heb je niet om je zwakheden geroepen. Ik heb je om je sterke kanten geroepen.’ Concentreer je op wat je goed kunt in plaats van op je zwakkere kanten. Zoek elke week naar manieren om je gaven te ontwikkelen. Gebruik die om anderen tot zegen te zijn. (Zie Leer en Verbonden 82:18–19.)

  • Zoek Schriftteksten op die je kunnen troosten en leer ze uit je hoofd. Maak tijdens het bestuderen van de Schriften een lijst met verzen die kracht en troost uitstralen. Je kunt ze lezen, beluisteren of uit je hoofd leren.

  • Concentreer je op de behoeften van de mensen die je dient. Bedenk wat je kunt doen om de mensen die je dient tot zegen te zijn. Zoek naar inspiratie om hen beter te kunnen helpen. Probeer hun geloof te versterken.

  • Verbind je werk met mensen die je kent. Bedenk hoe je dienstbetoon mensen met echte problemen helpt. Noteer in je dagboek wanneer je dienstbetoon een verschil voor anderen uitmaakte.

    kerkleider spreekt met jonge man
  • Neem je verwachtingen onder de loep. Je servicezending is misschien niet altijd zoals je had verwacht. Soms loopt niet alles zoals je gehoopt had. Je taak is misschien niet altijd uitdagend of lonend. En je doet misschien niet alles perfect. Maar denk aan de raad van de Heer aan Joseph Smith in de gevangenis in Liberty: ‘Al deze dingen [zullen] u ondervinding geven en [zullen] voor uw bestwil zijn. […] Welnu, houd vol op uw weg’ (Leer en Verbonden 122:7, 9).

  • Vraag toestemming om even een pauze te nemen. Misschien kun je niet meteen pauzeren. Als dat het geval is, zeg dan tegen jezelf: ‘Ik kan tot de pauze wachten.’

  • Doe aan lichaamsbeweging. Lichaamsbeweging is een goede manier om met stress om te gaan. Probeer deel te nemen aan verschillende activiteiten die je leuk vindt en die lichamelijk grensverleggend zijn. Als je je op die activiteiten concentreert, zul je misschien merken dat je energieker wordt. Dan kun je de zorgen van die dag vergeten. Elke vorm van lichaamsbeweging kan je uithoudingsvermogen vergroten en je helpen om de Heer beter te dienen. Bedenk een manier om jezelf te belonen als je manieren vindt om meer te bewegen.

  • Sommige dingen heb je niet in de hand. De resultaten van je rechtschapen inspanningen zijn wellicht afhankelijk van de keuzevrijheid van anderen. Je kunt mensen niet controleren of ergens toe dwingen. ‘Geen macht of invloed kan of dient krachtens het priesterschap te worden gehandhaafd dan alleen door overreding, door lankmoedigheid, door mildheid en zachtmoedigheid, en door ongeveinsde liefde’ (Leer en Verbonden 121:41). ‘Welnu, zeer geliefde broeders, laten wij blijmoedig alle dingen doen die binnen ons vermogen liggen, en mogen wij dan met het volste vertrouwen stilhouden om het heil van God te zien, en in afwachting van de openbaring van zijn arm’ (Leer en Verbonden 123:17).

  • Oefen mindfulness. Mindfulness is een techniek om met stress om te gaan. Het houdt in dat je in het moment aandacht voor je ervaringen hebt. Gebruik het als je gespannen of bang bent. Probeer je bewust te worden van wat er om je heen gebeurt. Concentreer je op dit moment en deze plek, niet op de toekomst. Let op hoe je gedachten op dat bewustzijn reageren.

    • Adem diep in, sluit zo nodig je ogen en probeer je te ontspannen.

    • Maak een korte wandeling als dat helpt.

    • Observeer, bijna als buitenstaander, waarover je je zorgen maakte. Hoe voel je je erover?

    • Laat wat je dwarszit voorbijgaan. Concentreer je op wat je de komende paar minuten kunt of moet doen.

    • Als de situatie niet verbetert, laat het dan aan je servicezendingsleider weten.

  • Sluit vriendschap met je collega’s en andere zendelingen. Wissel ideeën uit, dien elkaar, help elkaar en vergeef elkaar.

    servicezendelingen lopen samen
  • Gebruik muziek. Leer de woorden van enkele liederen of Schriftteksten waar je van houdt uit je hoofd. Denk aan die woorden als je gestrest of ontmoedigd bent. Vraag of je tijdens je werk oortjes mag gebruiken. Luister naar kalmerende muziek als dat de uitvoering van je taak niet hindert. Je kunt ‘Calm’ of een soortgelijke app op je smartphone gebruiken.

  • Bedenk wat je hebt geleerd. Je gaat al heel je leven met verandering en moeilijkheden om. Noteer wat je uit de voorgaande perioden van veel stress hebt geleerd (bijvoorbeeld door een verhuizing, verlies, nieuwe school of nieuwe baan). Hoe kun je die vaardigheden nu toepassen?

B. Op een ‘stressaanval’ reageren

Een stressaanval komt voor wanneer je plotseling in de oranje of rode stresszone terechtkomt. Neem onmiddellijk contact op met je ouders of servicezendingsleider als je je in lichamelijk of emotioneel gevaar bevindt. Overweeg de volgende ideeën in andere situaties:

  • Neem een korte pauze. Neem een pauze wanneer je erg kwaad of gestrest bent. Haal meermaals langzaam en diep adem, rek je uit en ontspan je lichaam. Je kunt helderder nadenken wanneer je lichaam en geest gekalmeerd zijn. Maak een wandeling of pak iets te eten of te drinken. Of blijf gewoon een paar minuten rustig zitten. Als je alleen al benoemt wat je voelt (bijvoorbeeld: ik voel me gefrustreerd of afgewezen), kunnen je hersenen aan het probleem beginnen te werken.

  • Wees vriendelijk voor jezelf. Gebruik dezelfde vriendelijke, geruststellende woorden die je in gesprekken met anderen gebruikt ook voor jezelf. Iedereen raakt soms gefrustreerd en maakt fouten. Weet dat de Heer dat begrijpt. Beeld je in dat Hij naast je zit, naar je luistert en je steun biedt. Bedenk dat hulpeloosheid, hopeloosheid of strenge veroordeling niet van de Heer komen.

  • Concentreer je op dankbaarheid. Word je bewust van wat er om je heen gebeurt. Concentreer je op de goede en positieve kanten van jezelf en van de wereld. Ga in gebed en uit je dankbaarheid voor minstens vijf verschillende zaken. Zeg tegen jezelf: ‘Ik ben een discipel van Jezus Christus, de Zoon van God. Ik ben door Hem geroepen om zijn woord onder zijn volk te verkondigen’ (3 Nephi 5:13).

  • Neem één stap tegelijk. Bepaal wat de kern van het probleem is en los het stap voor stap op. Zeg tegen jezelf: ‘Het enige wat ik nu moet doen, is .’

  • Help iemand anders. Gebruik je energie om iemand te dienen. Glimlach naar anderen, help ze en wees dienstbaar. Begin een gesprek met iemand om je gedachten weer op het heden te richten.

  • Bestrijd negatieve gedachten. Schrijf nu, of voor het slapengaan, de negatieve gedachten van vandaag op. Herschrijf ze dan in een meer hoopvolle, waarheidsgetrouwe en aanmoedigende versie (zie het volgende voorbeeld).

servicezendelingen in gesprek

C. Anderen helpen die gestrest zijn

  • Heb oog voor mensen die het moeilijk hebben. Vertel ze dat je het begrijpt. Bied aan om te helpen. Neem de tijd om te luisteren naar hun problemen. Stel voor om even te pauzeren.

  • Gedenk je doopverbond. We hebben beloofd ‘elkaars lasten te dragen, opdat zij licht zullen zijn; […] te treuren met hen die treuren; ja, en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebben, en om te allen tijde en in alle dingen […] als getuige van God op te treden’ (Mosiah 18:8–9). Pas dit verbond toe door (1) een deel van de last van de ander te dragen, (2) met diegene mee te leven en hem of haar te troosten en (3) te getuigen van Gods liefde.

  • Stel enkele vragen, maar dwing de ander niet om te praten. Je kunt zeggen: ‘Je lijkt van streek. Wat is er gebeurd?’ of ‘Wil je erover praten?’ Andere goede opmerkingen kunnen zijn:

    • ‘Ik weet nu niet wat ik moet zeggen, maar ik vind het fijn dat je het mij verteld hebt.’

    • ‘Zeg eens hoe je je nu voelt.’

    • ‘Ik geef om je.’

    • ‘Ik ben er voor je.’

    • ‘Je mag je zo voelen. Er is niets mis met je.’

  • Herinner de ander aan zijn of haar sterke kanten. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik waardeer je integriteit en je verlangen om God te dienen.’

  • Luister om te begrijpen en bied steun en aanmoediging. Mensen nemen goede raad meestal pas aan als ze zich begrepen voelen. Stel vragen en help hen zelf antwoorden te vinden. Het is niet verstandig om jezelf als raadgever op te werpen. Maar je kunt wel met empathie luisteren, helpen en aanmoedigen.

  • Geef je getuigenis. Uit jouw overtuiging van Gods liefde en bereidheid om te helpen.

  • Wees verstandig bij het dienen van anderen. Je hebt een heilige roeping. Wees betrouwbaar en beschaam nooit iemands vertrouwen.

    servicezendelingen werken samen
  • Concentreer je op de beslissingen die nu genomen moeten worden. Help gestreste mensen om grote problemen even opzij te zetten en zich te concentreren op de beslissingen die ze het dringendst moeten nemen. Bied ze je hulp aan. Moedig ze aan om op het grotere probleem terug te komen als ze kalmer zijn. Zoek dan samen naar oplossingen. Herinner ze eraan dat de Heer na verloop van tijd kan helpen om een oplossing te vinden. We moeten doen wat we kunnen en onze problemen aan Hem overlaten.

D. Met een persoonlijk probleem omgaan

Je bent een uniek persoon met unieke sterke en zwakke kanten. Als je aan een persoonlijk probleem wilt werken, schrijf dat dan hier op:

Maak een lijstje van de dingen die je al hebt geleerd om ermee om te gaan:

Noteer ook nieuwe dingen die je kunt proberen. Je kunt leren van mensen om je heen, professionele hulpverleners of persoonlijk onderzoek. Denk aan lichamelijke, emotionele, sociale, verstandelijke of geestelijke benaderingen die nuttig kunnen zijn. Denk eraan dat je een nieuwe aanpak waarschijnlijk enkele weken lang zult moeten oefenen. Dan weet je of die goed werkt.

Oefen met je probleem aan anderen uitleggen en er hulp voor vragen. Oefen met je ouders of servicezendingsleiders.