‘6. Geestelijke veerkracht ontwikkelen’, Wennen aan het servicezendingsleven: informatieboekje (2020)

‘6. Geestelijke veerkracht ontwikkelen’, Wennen aan het servicezendingsleven

6. Geestelijke veerkracht ontwikkelen

Soms trekken gestreste zendelingen de waarheid van het evangelie in twijfel. Zendelingen reageren vaak zo door een gebrek aan de innerlijke kracht om met stress om te gaan. Als je je zo voelt, probeer dan de onderstaande suggesties. Selecteer de suggesties die geschikt voor jou lijken. Zie ‘1. Veerkracht onder stress ontwikkelen’ voor aanvullende ideeën.

A. Je getuigenis versterken

Begrijp dat het goed is om vragen te stellen. De profeet Joseph Smith ontving veel openbaringen als antwoord op zijn eerlijke vragen. Het is gezond om vragen over het evangelie te hebben. Bedenk dat de Schriften, profeten, leerkrachten en je eigen verstand kunnen helpen bij het zoeken naar antwoorden. Maar alleen de Geest kan de waarheid bevestigen. De Geest kan getuigen dat Jezus de Christus is en dat het evangelie waar is.
Begrijp wat geloof betekent. Geloof is vertrouwen op Gods volmaakte goedheid, liefde, wijsheid en eerlijkheid. Het houdt in dat we vertrouwen hebben, zelfs als we het niet helemaal begrijpen. Alma heeft gezegd: ‘Geloof is niet volmaakte kennis van dingen hebben; indien u dus geloof hebt, hoopt u op dingen die niet worden gezien, maar die waar zijn’ (Alma 32:21). Je hoeft geen ‘volmaakte kennis’ te hebben om te geloven. Bestudeer Alma 32 om je geloof te versterken.
Heb geloof als alles uit de hand lijkt te lopen. Je maakt je misschien zorgen over bepaalde omstandigheden of gevolgen. Als dat gebeurt, probeer dan kalm te worden en je op het heden te concentreren (zie ‘1. Veerkracht onder stress ontwikkelen’). Let op de emoties die je voelt wanneer je het gevoel hebt dat je de controle kwijt bent. Hoewel die gevoelens onaangenaam kunnen zijn, kunnen ze je niets doen. Na verloop van tijd zul je meer en meer geloof leren hebben. Je kunt in tijden van onzekerheid en moeilijkheden geloof hebben.

Onderhoud de geboden. Ons vertrouwen in de Heer neemt toe als we de waarde van zijn leringen begrijpen. Om dat vertrouwen te krijgen, moeten we zijn wil doen. ‘Als iemand de wil heeft om Zijn wil te doen, zal hij van dit onderricht weten of het uit God is, of dat Ik vanuit Mijzelf spreek’ (Johannes 7:17).
Wees geduldig. Na verloop van tijd zullen verwarrende zaken duidelijker worden. Denk aan deze woorden van Nephi: ‘Ik weet dat [God] zijn kinderen liefheeft; toch ken ik niet de betekenis van alle dingen’ (1 Nephi 11:17). Bouw op de waarheden over God die de Geest je heeft bekendgemaakt.

B. Je leren bekeren

Als je je bekeert, breng je jouw wil in overeenstemming met die van de Heiland. De volgende beginselen zullen je helpen als je je probeert te bekeren.

Wees eerlijk tegenover je ringpresident. Praat met je ringpresident als je je dient te bekeren van ernstige, niet-afgehandelde zonden. Wees open en eerlijk. Hij zal je helpen bij je bekering.
Vergeef jezelf na je bekering. Soms voelen mensen zich nog steeds schuldig of beschaamd nadat ze zich hebben bekeerd. Bedenk dat we allen spijt hebben van begane zonden en fouten. Vertrouw erop dat de verzoening van Christus voldoende is, ook voor jou. Weet dat bekering geen reserveplan is. Bekering is het plan van geluk voor iedereen.
Concentreer je op de dingen die er echt toe doen. Doe je best om je iedere dag te bekeren. Zorg er vervolgens voor dat de dingen waarover je je zorgen maakt, echt belangrijk zijn. Een voorbeeld is liefdevol dienen. Maak je geen zorgen over zaken die met je persoonlijke trots te maken hebben, zoals wat anderen van je vinden.
Begrijp waarom je zonden moet belijden. Je hoeft minder ernstige zonden niet te belijden of dezelfde zonde herhaaldelijk te belijden. Priesterschapsleiders zullen je vertellen wanneer je belijdenis voldoende is. Gevoelens van spijt en verdriet over begane zonden zijn normaal. Maar dat betekent niet dat je ze opnieuw moet belijden. Zoek afleiding van dergelijke gedachten in andere activiteiten. Besluit bewust om in de vergeving van de Heer te geloven. Weersta de verleiding om onrustig te worden of je te generen.
Praat met je ringpresident of bisschop als je ermee blijft worstelen.

C. Met een oprechte bedoeling leren bidden

Probeer hardop of al fluisterend te bidden. Bereid je voor op het gebed door je vragen en zorgen te noteren. Beeld je in dat God dichtbij is. Vraag Hem wat je vandaag voor Hem kunt doen. Voer de ideeën die je daarna krijgt uit. Bid af en toe enkel om God te danken. Dank Hem voor de vele goede dingen Hij je heeft gegeven.

D. Van de Schriften leren houden

Bid in het bijzonder om de Schriften te begrijpen en ervan te genieten. Noteer de gevoelens en gedachten die tijdens je studie bij je opkomen. Schrijf op wat je leert of welke geestelijke influisteringen je ontvangt.

E. Op de Geest leren vertrouwen

Oefen met geduld. De stem van de Geest leren herkennen kun je vergelijken met het leren van een nieuwe taal. Het vergt oefening, geduld en nederigheid. Probeer van je fouten te leren zonder het op te geven.
Trek lessen uit de algemene conferenties. Je vindt ideeën over het ontvangen van persoonlijke openbaring in conferentietoespraken over dit onderwerp.

Schriftteksten

Bestudeer de volgende Schriftteksten. Ze zullen je geloof in Gods hulp en vertroosting versterken. Voeg gerust je eigen favoriete teksten toe. Als je de Heiland gedenkt, kun je ‘zijn Geest bij [je] hebben’ (Leer en Verbonden 20:79).

Jesaja 41:10: ‘Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt.’
Johannes 14:27: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.’
1 Nephi 1:20: ‘De tedere barmhartigheden van de Heer [strekken zich uit] over allen die Hij wegens hun geloof heeft uitverkoren om hen machtig te maken, zelfs tot de macht ter bevrijding toe.’
Jakob 3:1: ‘Hij zal u in uw ellende vertroosten, en Hij zal uw zaak bepleiten.’
Jakob 4:7: ‘De Here God toont ons evenwel onze zwakheid om ons te laten weten dat wij door zijn genade en door zijn grote goedgunstigheid jegens de mensenkinderen bij machte zijn die dingen te doen.’
Mosiah 4:27: ‘En zie toe dat al deze dingen in wijsheid en ordelijkheid worden gedaan, want het is niet nodig dat iemand harder loopt dan hij kracht heeft.’
Mosiah 24:14: ‘En tevens zal Ik de lasten verlichten die op uw schouders zijn gelegd, zodat u ze zelfs niet op uw rug kunt voelen, ja, zolang u in knechtschap leeft; en dat zal Ik doen opdat u voortaan als getuige voor Mij zult staan, en opdat u zeker zult weten dat Ik, de Here God, omzie naar mijn volk in hun ellende.’
Alma 7:12: ‘Hij zal de dood op Zich nemen, om de banden van de dood, die zijn volk binden, los te maken; en Hij zal hun zwakheden op Zich nemen, opdat zijn binnenste met barmhartigheid zal worden vervuld, naar het vlees, opdat Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden.’
Alma 26:27: ‘Toen ons hart bedrukt was en wij wilden terugkeren, vertroostte de Heer ons en zei: […] draag uw ellende met geduld, en Ik zal u doen slagen.’
Alma 38:5: ‘Naarmate je je vertrouwen in God stelt, [zul] je in diezelfde mate worden bevrijd uit je bezoekingen en je zorgen en je benauwingen, en ten laatsten dage worden verhoogd.’
Ether 12:27: ‘En indien de mensen tot Mij komen, zal Ik hun hun zwakheid tonen. Ik geef de mensen zwakheid, opdat zij ootmoedig zullen zijn; en mijn genade is genoeg voor alle mensen die zich voor mijn aangezicht verootmoedigen; want indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik maken dat zwakke dingen sterk voor hen worden.’
Leer en Verbonden 6:32, 34–36: ‘Aldus ben Ik in uw midden. […] Vrees dus niet, kleine kudde; doe het goede; laten aarde en hel tegen u samenspannen, want indien u bent gebouwd op mijn rots, vermogen zij niets. Zie, Ik veroordeel u niet […] Vertrouw op Mij bij iedere gedachte; twijfel niet, vrees niet.’
Leer en Verbonden 58:2–4: ‘Wie getrouw is in beproeving, diens beloning is groter in het koninkrijk van de hemel. Op dit moment kunt u het plan van uw God met betrekking tot de dingen die hierna zullen komen, en de heerlijkheid die zal volgen op veel beproeving, niet met uw natuurlijke ogen zien. Want na veel beproeving komen de zegeningen.’
Leer en Verbonden 84:88: ‘Ik zal voor uw aangezicht uit gaan. Ik zal aan uw rechter- en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te schragen.’
Leer en Verbonden 122:7–9: ‘Al deze dingen [zullen] u ondervinding geven en [zullen] voor uw bestwil zijn. De Zoon des Mensen is onder dat alles neergedaald. […] Welnu, houd vol op uw weg.’
Andere Schriftteksten: