Mosiah 4:9–10

‘Geloof in God’

Heb je weleens stilgestaan bij de invloed van je geloof op je daden en op wie je aan het worden bent? Koning Benjamin legt uit wat we moeten doen om vergeving van onze zonden te behouden en beklemtoont hoe belangrijk het is om in God te geloven. Deze les kan je helpen om je geloof in en liefde voor God te versterken.

De Schriften en de woorden van profeten doelgericht en met overtuiging onderwijzen. Grijp elke kans aan om degenen die u onderwijst te inspireren zich tot het woord van God te wenden voor leiding, antwoorden en steun. Als cursisten zich ‘vergast[en] aan de woorden van Christus’ zullen de leringen die ze daarin vinden ze ‘alle dingen zeggen die [ze] beho[ren] te doen’ (2 Nephi 32:3).

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten naar de les komen met een lijstje van drie tot vijf dingen die ze over God geloven.

Mogelijke leeractiviteiten

De invloed van onze geloofsopvattingen

Hieronder staan enkele verkeerde denkbeelden die mensen eens als waarheid beschouwden. Denk na over de invloed die deze overtuigingen mogelijk op die mensen hebben gehad.

Geef eventueel de volgende beweringen op het bord weer.

• De wereld is plat.

• Van padden krijg je wratten.

• Sterren draaien om de aarde.

• Welke problemen kunnen ontstaan als we in verkeerde denkbeelden geloven?

• In hoeverre heb je de invloed gemerkt van jouw of andermans geloofsopvattingen op je houding of daden?

• Hoe kan onze geloofsopvatting ons geestelijk beïnvloeden?

Geloof in God

Koning Benjamin onderwijst in het belang van geloven in God. Neem even de tijd om na te gaan wat je over God gelooft voordat je met je Schriftstudie begint. Hoe beïnvloeden je geloofsopvattingen over God je daden? Noteer desgewenst enkele geloofsovertuigingen in je studiedagboek en overdenk waarom je ze hebt. Voeg tijdens je studie eventuele gedachten of ingevingen toe.

Teken de volgende afbeelding eventueel ook op het bord en laat de cursisten de cirkels met leringen uit Mosiah 4:9–10 invullen.

Neem de volgende afbeelding over in je studiedagboek. Noteer in de middelste cirkel geloof in God en Mosiah 4:9–10.

Lees Mosiah 4:9–10 en ga na wat koning Benjamin zijn volk zoal vroeg om over God te geloven. Zet dat allemaal in de buitenste cirkels. Voeg zo nodig meer cirkels aan de afbeelding toe.

• Hoe kun je de leringen van koning Benjamin in Mosiah 4:9–10 in één eenvoudige zin samenvatten? Gebruik eventueel je samenvattingszin als titel van de ingevulde afbeelding.

Geef meerdere cursisten de gelegenheid om hun samenvatting van deze verzen met de klas te delen. Mogelijke waarheden die ze in deze samenvatting noemen, zijn: De profeten van de Heer sporen ons aan om in God te geloven. God heeft alle dingen geschapen en heeft alle macht en wijsheid. We kunnen door onze daden blijk geven van ons geloof in God.

Verdeel de klas eventueel in kleine groepjes en laat elk groepje zich op een of meer leringen van koning Benjamin in vers 9–10 concentreren. Laat de cursisten de volgende vragen bespreken over de waarheden waarop ze zich concentreren, en dan hun bevindingen met de klas delen.

• Hoe kunnen je begrip van en geloof in deze leringen van koning Benjamin je leven beïnvloeden?

• Hoe is de wereld in deze tijd tegen deze leringen gekant of worden ze genegeerd?

President Russell M. Nelson heeft het volgende advies gegeven aan mensen die niet zeker weten of ze in God geloven:

Begin hier als je niet echt weet of je wel in God gelooft. Zie in dat je zonder ervaringen met God aan het bestaan van God kunt twijfelen. Plaats jezelf dus in een positie waarin je ervaringen met Hem gaat krijgen. […] Vraag Hem of Hij er werkelijk is – of Hij je kent. Vraag Hem hoe Hij over je denkt. En luister dan. (Russell M. Nelson, ‘Kom dan en volg Mij’, Liahona, mei 2019, 90.)

• Door welke ervaringen is je geloof in je hemelse Vader en Jezus Christus versterkt?

Als de cursisten baat hebben bij een nadere bespreking van de keuze om in God te geloven, overweeg dan om het citaat van ouderling L. Whitney Clayton in ‘Toelichting en achtergrondinformatie’ te gebruiken.

Dieper gaan

We kunnen ons geloof en vertrouwen in God onder meer versterken door van de geïnspireerde leringen en ervaringen van anderen te leren (zie Gids bij de Schriften, ‘Geloof, geloven’). Kies minstens één van de volgende drie activiteiten om je geloof in God te vergroten:

Toon de volgende drie opties en geef de cursisten voldoende tijd om een van de activiteiten te doen. Ze kunnen deze activiteiten alleen doen, of samen met anderen die zich op dezelfde activiteit richten. Overweeg om activiteiten naar behoefte en afhankelijk van de capaciteiten van uw cursisten toe te voegen.

• Lofzangen: Zoek in het zangboek naar woorden, zinsneden, verzen of hele lofzangen over Gods aard en karakter, of die je geloof in Hem kunnen versterken.

• Andere Schriftuurlijke verhalen: Zoek en bestudeer verhalen in de Schriften waarin mensen van hun geloof in onze hemelse Vader of zijn Zoon, Jezus Christus, getuigden. Je kunt bijvoorbeeld Alma 26:16, 35–37; 34:8–10; en Leer en Verbonden 76:22–24 bestuderen.

  Als u de volgende optie gebruikt, geeft u de cursisten eventueel een exemplaar van de conferentie-uitgave van de Liahona. Cursisten kunnen ook de app Evangeliebibliotheek gebruiken.

• Algemene conferentie: Zoek in recente conferentietoespraken naar woorden, zinsneden of verhalen over onze hemelse Vader en Jezus Christus die je geloof in Hen versterken. (Doorzoek conferentietoespraken eventueel op onderwerpen zoals ‘Hemelse Vader’, ‘Godheid’ of ‘Jezus Christus’.)

Geef meerdere cursisten de gelegenheid om te vertellen wat ze door hun studie geleerd of gevoeld hebben.

Als u de cursisten naar hun inzichten hebt gevraagd, kunt u ze strookjes papier geven en wie dat willen iets laten opschrijven wat ze over God geloven. Geef die geloofsverklaringen de komende week een plek in de klas zodat anderen die kunnen zien en overdenken.

Je volgende stappen

Of je geloof in God nu sterk is of je probeert na te gaan wat je gelooft, er zijn dingen die ieder van ons kan doen om ons geloof in en liefde voor God aan te wakkeren. Sta eens stil bij wat volgens jou de volgende stap is om God beter te leren kennen. Schrijf je gevoelens en indrukken op in je studiedagboek.

Sluit de les eventueel af met uw getuigenis van God. Moedig de cursisten aan om te handelen naar de ingevingen die ze vandaag hebben gehad.

Toelichting en achtergrondinformatie

Is het verkeerd om slechts te ‘geloven’ als we nog niet vol overtuiging ‘ik weet’ kunnen zeggen?

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Een 14-jarige jongen zei onlangs een beetje aarzelend tegen mij: ‘Broeder Holland, ik kan nog niet zeggen dat ik weet dat de kerk waar is, maar ik geloof het wel.’ Ik heb die jongen geknuffeld tot zijn ogen uitpuilden. Ik zei vurig uit de grond van mijn hart tegen hem dat geloof een mooi woord is en een nog mooiere daad, en dat hij zich nooit hoeft te verontschuldigen dat hij ‘alleen maar gelooft’. Ik vertelde hem dat Christus zelf heeft gezegd: ‘Wees niet bevreesd, geloof alleen’ [Markus 5:36], een uitspraak die de jonge Gordon B. Hinckley ertoe bracht om op zending te gaan. Ik vertelde deze jongen dat geloof altijd de eerste stap naar overtuiging was en dat de artikelen van ons collectieve geloof onherroepelijk met de zinsnede ‘Wij geloven’ beginnen. En ik vertelde hem dat ik trots op hem was vanwege zijn eerlijke zoektocht. (Jeffrey R. Holland, ‘Ik geloof, Heere’, Liahona, mei 2013, 94–95.)

Welke rol spelen evangelieverordeningen in vergeving van onze zonden behouden?

Ouderling L. Whitney Clayton, emeritus algemeen zeventiger, heeft het volgende gezegd:

Profeten hebben ons eeuwenlang gemaand en zelfs gesmeekt om in Christus te geloven. Hun aanmoedigingen weerspiegelen een fundamenteel feit: God zal ons niet tot geloof dwingen. Maar wel nodigt Hij ons uit te geloven door de leringen van levende profeten en apostelen, door de Schriften en door de influisteringen van zijn Geest. Wij zijn degenen die ervoor moeten kiezen deze geestelijke uitnodigingen te aanvaarden, en met ons innerlijke oog het geestelijke licht te zien waarmee Hij ons roept. De beslissing om te geloven is de belangrijkste beslissing die we ooit zullen nemen. Die beslissing beïnvloedt al onze andere beslissingen. (L. Whitney Clayton, ‘Kies ervoor om te geloven’, Liahona, mei 2015, 38–39.)

Hoe kan ik mensen helpen die niet in Jezus Christus geloven?

Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Er zijn veel mensen die heel weinig van Jezus Christus afweten. En in sommige delen van de wereld waar zijn naam eeuwenlang is verkondigd, neemt het geloof in Jezus Christus af. […] Uit een recent onderzoek blijkt dat in de laatste tien jaar dertig miljoen mensen in de Verenigde Staten hun geloof in de goddelijkheid van Jezus Christus hebben losgelaten. Wereldwijd gezien voorspelt een ander onderzoek dat in de komende decennia meer dan twee keer zoveel mensen het christendom zullen verlaten als zij die het zullen aannemen. […]

U en ik spreken al over Jezus Christus, maar we kunnen het misschien nog beter. Als de wereld minder over Hem spreekt, wie gaat dan meer over Hem spreken? Dat zijn wij! Samen met andere toegewijde christenen! (Neil L. Andersen, ‘Wij spreken over Christus’, Liahona, november 2020, 88, 89.)

Aanvullende leeractiviteiten

Alternatieve manier om de les te beginnen

Maak eventueel een scenario voor cursisten waarin iemand vraagt: ‘Wat geloven de leden van jouw kerk over God?’ Laat de cursisten daarop antwoorden voordat ze hun eigen geloofsopvattingen over God opschrijven.

Gods ‘karakter, volmaaktheden en eigenschappen’

In Lectures on Faith staat dat ‘een juist begrip van [Gods] karakter, volmaaktheden en eigenschappen’ ons vermogen beïnvloedt om geloof in Hem te oefenen. (Lectures on Faith [1985], 38.) Maak de cursisten dit beginsel duidelijk door ze specifiek te laten noteren wat ze aangaande Gods karakter, volmaaktheden en eigenschappen weten en geloven. Hoe kan het besef van en geloof in deze dingen je relatie met Hem beïnvloeden? Hoe kunnen ze je vertrouwen in en op Hem vergroten?

‘Ik geloof’ versus ‘ik weet’

Vraag de cursisten hoe ze iemand zouden antwoorden die zich afvraagt of het oké is om ‘ik geloof’ in plaats van ‘ik weet’ te zeggen als uiting van zijn of haar getuigenis. Verwijs eventueel naar het citaat van ouderling Jeffrey R. Holland in ‘’ en vraag wat ze aan deze uitspraak opvalt.