‘Alma 17: “Volgens het woord en de macht van God”’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)
‘Alma 17’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek
Alma 17
‘Volgens het woord en de macht van God’
Stel je voor dat je het evangelie probeert te prediken aan een groep mensen die je als wild, verstokt en woest kunt omschrijven. Dat is precies wat de zonen van Mosiah besluiten te doen als ze naar het land van de Lamanieten gaan om ze het evangelie te prediken. Alma 17 beschrijft de hulp die Ammon van God ontvangt als hij zijn bediening onder de Lamanieten in het land Ismaël begint. Deze les draagt ertoe bij dat je de hulp en kracht leert herkennen die de Heer je in moeilijke situaties geeft.
Mogelijke leeractiviteiten
Onze behoefte aan Gods hulp
Lucy voelt de behoefte om zich te bekeren en haar manier van leven te veranderen. Maar alles wat ze probeert te veranderen, lijkt niet te werken.
Guillermo voelt zich geïnspireerd om op zending te gaan, maar zijn ouders zijn van streek omdat ze zijn hulp met het familiebedrijf nodig hebben.
-
Hoe zou God Lucy of Guillermo kunnen helpen?
-
Hoe zouden zij zijn hulp kunnen zoeken of herkennen?
Neem even de tijd om na te denken en in je studiedagboek op te schrijven in welke opzichten je Gods hulp of kracht het meest nodig hebt. Op welke manieren hoop je dat God je kan helpen? Let bij je studie van Alma 17 op hoe je Gods kracht in je leven kunt herkennen en aanboren.
De zonen van Mosiah
Hoofdstuk 1–16 in Alma beschrijft de gebeurtenissen in Alma’s leven gedurende de eerste veertien jaar van de regering van de rechters. In Alma 17–27 lezen we over de zendingsreis van de zonen van Mosiah naar de Lamanieten in die periode. Alma 17 begint met Alma en zijn vrienden, de zonen van Mosiah, die elkaar voor het eerst na veertien jaar weer treffen (zie Alma 17:2–4; 27:16). De namen van de zonen van Mosiah zijn Ammon, Aäron, Omner en Himni.
Lees de volgende verzen en let op belangrijke details over de zending van Ammon, Aäron, Omner en Himni.
-
Hun reden om te gaan: Mosiah 28:1–3
-
De belofte die ze kregen: Mosiah 28:5–7
-
Wat ze deden om een werktuig in de handen van de Heer te worden: Alma 17:2–3, 9–12
-
Het volk tot wie ze predikten: Alma 17:13–15
-
Wat valt je op aan de zonen van Mosiah in deze verzen?
-
Waaruit blijkt dat Gods hulp of kracht in hun leven werkzaam is? Markeer dit bewijs eventueel in je Schriften.
Ammon en koning Lamoni
Voordat deze zendelingen uit elkaar gaan om het evangelie in verschillende gebieden te prediken, onderwijst en zegent Ammon hen. Daarna gaat Ammon naar het land Ismaël. Als hij dat land binnengaat, wordt hij gevangengenomen en voor de koning gebracht, die Lamoni heet (zie Alma 17:17–20).
Lees Alma 17:21–25 en let op het voorstel van Ammon aan koning Lamoni. Je kunt ook de video ‘Ammon Becomes the Servant of King Lamoni’ (3:47) bekijken, beschikbaar op ChurchofJesusChrist.org.
-
Ammon zegt tegen de koning ‘Ik zal uw dienstknecht zijn’ (Alma 17:25). Hoe maakt dat hem tot een doeltreffender zendeling?
Terwijl Ammon en andere dienstknechten van de koning over de kudde waken, komen ze in een moeilijke situatie terecht.
Lees Alma 17:26–39 en ga na hoe Ammon op die situatie reageert. Je kunt ook ‘Ammon Defends the King’s Flocks’ vanaf tijdcode 0:00 tot 3:10 bekijken. Deze video staat op ChurchofJesusChrist.org.
-
Wat heeft Ammons vertrouwen in deze situatie wellicht te maken met de belofte die de Heer in Mosiah 28:7 aan Ammons vader, Mosiah, heeft gedaan?
-
Als jij daar was geweest, wat zou je dan van Ammon hebben gedacht?
Lees Alma 18:1–3 en ga na wat de andere Lamanitische dienstknechten koning Lamoni over deze ervaring vertellen.
-
Hoe beschrijven de dienstknechten van de koning Ammon?
Hoewel de dienstknechten van de koning moeite hebben om te beschrijven waarom Ammon in staat is de kudden van de koning op zo’n wonderbaarlijke manier te behouden, beseffen ze dat hij over bovenmenselijke kracht beschikt.
Uit Ammons ervaring leren we dat de Heer zijn kracht en macht geeft aan zijn dienstknechten die ernaar streven zijn wil te doen.
Tegen het einde van zijn veertienjarige zending denkt Ammon na over de kracht en macht die God hem gedurende zijn zending onder de Lamanieten heeft geschonken.
Lees Alma 26:12 en ga na wat Ammon over de bron van zijn kracht zegt.
-
In welke situaties hebben we de hulp of kracht van de Heer nodig?
-
Op welke manieren kan de Heer ons met zijn hulp of kracht zegenen?
-
Wat kun je doen om Gods hulp of kracht in je leven uit te nodigen of aan te wenden?