‘Alma 34:17–41: Dit leven is de tijd om ons voor te bereiden God te ontmoeten’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)
‘Alma 34:17–41’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek
Alma 34:17–41
Dit leven is de tijd om ons voor te bereiden op onze ontmoeting met God
Heb je je afgevraagd hoe het zal zijn om je hemelse Vader na dit leven te ontmoeten? Amulek herinnert de Zoramieten eraan dat ‘dit leven de tijd [is] om zich erop voor te bereiden God te ontmoeten’ (Alma 34:32). Hij smeekt ze ook de dag van hun bekering niet uit te stellen. Deze les moet je helpen bij jouw voorbereiding om God te ontmoeten.
Maak de cursisten duidelijk hoe evangeliebeginselen ze op Jezus Christus wijzen. Koppel deze waarheden aan onze hemelse Vader en Jezus Christus als u in leerstellingen en beginselen van het evangelie onderwijst. Geef aan de hand van voorbeelden aan hoe naleving van evangeliebeginselen de cursisten toegang tot de macht, barmhartigheid en genade van de Heiland kan geven. Moedig ze aan om in geloof te handelen en ervoor te kiezen die waarheden na te leven.
Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten Alma 34:32 lezen en bedenken hoe ze de raad in het vers kunnen opvolgen. Laat ze eventueel opschrijven hoe ze zich er zoal op voorbereiden om in de tegenwoordigheid van God terug te keren, en de veranderingen die ze kunnen aanbrengen waardoor ze beter voorbereid zijn.
Mogelijke leeractiviteiten
Het belang van voorbereiding
Denk na over iets waar je je op moet voorbereiden, zoals een proefwerk, een optreden of een sportwedstrijd.
U kunt de cursisten aanmoedigen om de volgende vragen met een klasgenoot of in een kleine groep te bespreken.
-
Welke strategieën heb je zoal gebruikt om je ergens op voor te bereiden?
-
Welke dingen kunnen je voorbereiding bemoeilijken?
Bedenk dat Alma en Amulek tot een groep Zoramieten prediken die wegens hun armoede uit hun synagogen waren geworpen. Deze Zoramieten geloven nog niet in Jezus Christus (zie Alma 31:16), dus sporen Alma en Amulek hen aan om plaats in hun hart in te ruimen om een getuigenis van de Heiland te ontwikkelen (zie Alma 32:27–28; 34:4–6). Amulek vertelt bij zijn onderricht aan deze mensen iets waar we ons allemaal op dienen voor te bereiden.
Lees in Alma 34:32 wat Amulek zegt.
Zet eventueel de volgende vetgedrukte woorden op het bord. Moedig de cursisten aan om de woorden van deze waarheid in vers 32 te markeren.
Uit Amuleks leringen wordt duidelijk dat dit leven de tijd is om ons voor te bereiden God te ontmoeten.
-
Wat zijn enkele houdingen en gedragingen die je mag verwachten van iemand die zich voorbereidt om God te ontmoeten?
Geef de cursisten de tijd om zichzelf te beoordelen door over de volgende ideeën na te denken. Ze hoeven hun gedachten niet te delen.
Denk eens na wat je voelt als je denkt aan je terugkeer in de tegenwoordigheid van God. Overweeg in hoeverre je ernaar streeft om waardig in zijn tegenwoordigheid terug te keren, en wat je van dat doel kan afleiden. Bedenk bij je verdere studie hoe je de leringen in Alma 34 kunt toepassen om je beter voor te bereiden God te ontmoeten.
Manieren waarop we ons kunnen voorbereiden om God te ontmoeten
Veel leringen van Amulek in Alma 34 laten ons inzien hoe we ons nu kunnen voorbereiden om God te ontmoeten.
Laat de cursisten de volgende verzen bestuderen en leringen opzoeken die ons helpen ons voor te bereiden om God te ontmoeten. Deel de klas op in kleine groepjes en wijs elk groepje bepaalde verzen toe om te bestuderen. Eén groepje kan bijvoorbeeld vers 17–27 bestuderen, een ander groepje 28–34 en weer een ander groepje 37–41.
Bespreek met de cursisten wat ze bij hun studie van deze verzen hebben geleerd. Stel desgewenst de volgende vragen als onderdeel van deze bespreking.
-
Wat onderwijst Amulek in deze verzen waardoor je je beter kunt voorbereiden om God te ontmoeten?
-
Hoe kunnen we ons door het volgen van deze leringen beter voorbereiden om waardig in Gods tegenwoordigheid terug te keren?
-
Wat heb je uit de bestudeerde verzen over het karakter en de verlangens van onze hemelse Vader en Jezus Christus geleerd?
Voorbeelden van antwoorden die de cursisten op de bovenstaande vraag kunnen geven, zijn: God is benaderbaar, waar we ook zijn of wat we ook willen vragen (zie vers 17–27). Ze kunnen ook noemen hoe snel de Heiland ons zal zegenen als we ons bekeren (zie vers 31).
Stel je bekering niet uit
Vestig de aandacht op Amuleks woorden in vers 33: ‘[Stel] de dag van uw bekering niet tot het einde uit.’ Markeer deze zinsnede eventueel in je Schriften.
-
Waarom kan het voor sommige mensen verleidelijk zijn om bekering uit te stellen?
Lees Alma 34:33–35 en ga na waarom Amulek ons aanspoort om onze bekering niet uit te stellen.
Laat de cursisten eventueel nagaan welke vragen of zorgen iemand na het lezen van deze verzen kan hebben. Zet hun antwoorden eventueel op het bord. Laat de cursisten bij hun studie van het volgende materiaal op leringen letten waarmee die vragen of zorgen zijn op te lossen.
We leren dat er bekering in de geestenwereld kan plaatsvinden (zie Leer en Verbonden 138:31, 33, 58). Maar profeten in de Schriften en in de laatste dagen beklemtonen hoe belangrijk het is dat we ons hier op aarde bekeren. Ouderling Melvin J. Ballard [1873–1939] van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het volgende gezegd:
Het is veel makkelijker om iets te overwinnen, en de Heer te dienen, als lichaam en geest nog één zijn. Dit is de tijd wanneer de mens plooibaarder en ontvankelijker is. […] Dit leven is de tijd om ons te bekeren. (Melvin J. Ballard: Crusader for Righteousness [1966], 212–213; geciteerd in Dallin H. Oaks, ‘Gereinigd door bekering’, Liahona, mei 2019, 94.)
-
Waarom moeten we onze bekering volgens vers 33–35 en dit citaat niet uitstellen?
Bekering is een essentieel onderdeel van onze voorbereiding om in de tegenwoordigheid van God terug te keren. Bedenk dat de Heer liefdevol barmhartig is voor wie ernaar streven zich te bekeren, zelfs als ze het moeilijk vinden om bepaalde zonden te overwinnen.
Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Soms merken we bij onze bekering, bij onze dagelijkse inspanningen om meer als Christus te worden, dat we steeds met dezelfde moeilijkheden worstelen. […] Laat je daardoor niet ontmoedigen. Als je naar bekering streeft en eraan werkt, ben je met het bekeringsproces bezig. (Neil L. Andersen, ‘Bekeer u opdat Ik u moge genezen’, Liahona, november 2009, 41.)
Voordat u de volgende vragen stelt, laat u de cursisten zich indenken dat ze een vriend(in) hebben die haar bekering om verschillende redenen uitstelt, zoals schaamte of een gebrek aan verlangen om te veranderen.
Het kan nuttig zijn voor de cursisten om hun gedachten op een rijtje te zetten door de vragen in hun studiedagboek te beantwoorden voordat ze die klassikaal bespreken.
-
Wat kun je uit Amuleks leringen in Alma 34:30–38 met iemand bespreken die in de verleiding komt zich pas later in het leven te bekeren en te veranderen?
-
Waarom denk je dat bekering de moeite waard is, ondanks de redenen waarom deze persoon dat wellicht niet wil doen?
-
Wat weet je over onze hemelse Vader en Jezus Christus waardoor deze persoon zich spoedig en vaak zal willen bekeren?
Getuig van de waarheden die vandaag zijn besproken en van de hulp die de Heiland de cursisten kan bieden zodat ze zich beter kunnen voorbereiden op hun ontmoeting met God.
Denk na over wat je vandaag geleerd en gevoeld hebt over je voorbereiden om God te ontmoeten en je bekering niet uit te stellen. Bedenk wat je wilt gaan doen naar aanleiding van wat je vandaag hebt bestudeerd. Schrijf je gevoelens en indrukken op in je studiedagboek.