Als ’t avond wordt, zie je in ieder land
hoe de kind’ren bidden net als hier,
danken hun Vader op hun eigen manier,
zeggen dank U, dank U, op hun eigen manier.
‘Gracias.’ ‘Mālō.’ ‘Wir danken dir.’
Zo bidt ieder kind op zijn eigen manier.
Eén zegt: ‘tak’, and’ren: ‘merci’,
‘Kansha shimasu’, wij danken U.
Hun hemelse Vader hoort hen,
ja, Hij verstaat ied’re taal.
Hun hemelse Vader houdt van hen,
en Hij kent hen, kent hen, allemaal.